Guidance modelbeoordeling voor Nederland

05-08-2019 11:00
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 06 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot dinsdag 06 augustus 2019 24.00 locale tijd

Opgesteld op maandag 05 augustus 2019 om 11.24 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Aan de zuidoostflank van een lagedrukgebied boven Groot-Brittannië
wordt met een zuidwestelijke stroming vrij warme lucht aangevoerd. Een
eerste bijbehorende occlusie verlaat spoedig het uiterste noordoosten
van de FIR. Een tweede wat meer N-Z georiënteerde occlusie ligt actueel
net west van de FIR en passeert in de loop van de middag en avond ons
aandachtsgebied. Aan de voorzijde hebben we nog even te maken met een
zwakke rug van hoge druk. Daarachter wordt maritiem polaire lucht
aangevoerd. In de bovenlucht is de stroming cyclonaal en de koudste
bovenlucht en daarmee ook de diepste onstabiliteit bevinden zich boven
het noorden van de FIR. De frontale zone stroomopwaarts van de tweede
occlusie blijft morgen overdag net ten zuidoosten van ons land slepen.
De rest van het land 'profiteert' dan van een zwakke rug.

MODELBEOORDELING:
De modellen laten v.w.b. de synoptische ontwikkeling een eenduidig beeld
zien. Qua neerslag zien we echter wel enige verschillen. Op en direct
achter de eerste occlusie zien we met name in EC en Hirlam een gebied
met deels stratiforme neerslag boven het noordoosten in activiteit
toenemen, waarschijnlijk vooral op de dagelijkse gang. Beide Harmonies
hebben dit niet maar komen wel met een enkele bui in het noordoosten,
pas boven Duitsland lijken dit zwaardere buien te worden. Bij de tweede
occlusie zien we een zelfde beeld in EC en HIR en vrijwel geen neerslag
in de Harmonies. We gaan uit van een mogelijk oplevende buienactiviteit
in het noordoosten, mogelijk met een klap onweer. Bij de tweede occlusie
waarschijnlijk wat lichte buiige regen. In de nacht komen alle modellen
met schampende neerslag bij het slepende front en morgenmiddag/avond
lijkt de neerslag van een frontale golf net het zuidoosten te kunnen
schampen. Ook in de grenslaag zijn er verschillen, al hebben alle
modellen wel een signaal voor lage bewolking bij de windsprong horende
bij de tweede occlusie. In H36 en HIR zien we ook turbulentiestratus
ontstaan in de vroege ochtend boven het (zuid)westen, in HIR ook boven
het noordoosten. Deze kans lijkt zeker voor het (zuid)westen wel
significant.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Na passage van de eerste occlusie, voor de naderende rug uit, tijdelijk
een wat vlagerige wind door zwakke kou-advectie en instraling. Vanmiddag
tijdens een bui mogelijk windstoten tot circa 25 knopen maar die kans
lijkt verder afgenomen. Verder naar het oosten (Duitsland) lijken de
buien forser uit te pakken en daarmee ook de windstoten. Op nadering van
de tweede occlusie zien we in alle modellen een duidelijk signaal voor 6
Bft langs onze westkust, de seinen zijn inmiddels uitgegeven.
Morgenmiddag bij een bui in de schampende golf mogelijk uitschieters
rond 30 knopen maar ook dan lijken de zwaardere buien voor Duitsland te
zijn.

BEWOLKING:
Veel hoge en middelbare bewolking bij de eerste occlusie. Achter de
eerste occlusie boven land convectieve bewolking, met name in het
(uiterste) oosten en noordoosten kans op Cb's, toppen tot maximaal
FL300. Later in de middag en avond op passage van de tweede occlusie
opnieuw vooral middelbare bewolking, maar met name boven het noordwesten
van de FIR mogelijk ook een (ingebedde) Cb. Bij de windsprong
waarschijnlijk een vrij smalle strook met lage SC of zelfs stratus.
Morgenmiddag in het zuidoosten nabij de golf een (ingebedde) Cb door
dagelijkse gang, toppen kunnen mogelijk naar FL300.

NEERSLAG:
Zie ook de modelbeoordeling. Vanmiddag in het (uiterste)
oosten/noordoosten 1000-1500 J/kg en de schering is in de orde van 15-20
knopen, dus mogelijk enkele single cells of multicels met kans op
onweer. Later in de middag en in de avond kans op lokaal (lichte) regen
op passage van de tweede occlusie, vooral boven zee wat meer buiige
neerslag met in het noorden van de FIR mogelijk een klap onweer
(linker-uitgang van een jet). Aandachtspunt is verder morgenmiddag als
er aan de 'koude' zijde van het polaire front op dagelijkse gang
mogelijk een (onweers)bui kan voorkomen in het zuidoosten. CAPE is dan
1000-1500 J/kg, de effectieve schering 35-40 kn. Enkele goed
georganiseerde multicels zijn dan mogelijk. De meest actieve convectie
wordt duidelijk in de warme lucht boven Duitsland verwacht.

ZICHT:
Goed, in neerslag mogelijk matig, bij een onweersbui mogelijk slecht. In
de loop van de nacht en vroege ochtend mogelijk teruglopend onder/bij
turbulentiestratus.

TEMPERATUUR:
Geen bijzonderheden.



Paraaf meteoroloog: wijs
Bron: KNMI