Guidance modelbeoordeling voor Nederland

04-08-2019 23:40
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 18 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot dinsdag 06 augustus 2019 24.00 locale tijd

Opgesteld op maandag 05 augustus 2019 om 01.03 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Tussen en laag ten noordwesten van Ierland en hogedruk boven centraal
Europa wordt met een zuidwestelijke stroming vrij warme lucht
aangevoerd. In deze stroming trekken enkele occlusies richting ons
aandachtsgebied. Een eerst occlusie ligt 00 UTC NW-ZO georienteerd van
Schotland naar de Belgische kust. Voor deze occlusie zijn nog restanten
van een zwakke oude occlusie aanwezig, herkenbaar aan een gebiedje met
iets hogere Theta-w waarden gecombineerd met een kortgolvige hoogtetrog,
die over het noordwestelijke deel van de FIR trekt. De occlusie beweegt
in activiteit afnemend oostwaarts en passeert in de loop van de nacht en
ochtend ons land. De occlusie wordt gevolgd door een zwakke rug van hoge
druk en een volgende occlusie die later in de middag en in de avond ons
land passeert. Ook daar lijkt niet veel activiteit op te zitten boven
ons land (onder rechter-uitgang). Daarachter wordt dinsdag maritiem
polaire lucht aangevoerd. De frontale zone stroomopwaarts van de tweede
occlusie blijft dinsdag overdag net ten zuidoosten van ons land slepen.

MODELBEOORDELING:
De modellen laten v.w.b. de synoptische ontwikkeling een eenduidig beeld
zien. Qua neerslag zien we echter wel duidelijke verschillen. Op de
occlusierestanten zien we met name in EC en Hirlam een gebied met
stratiforme neerslag het noordwesten schampen en ook in activiteit
afnemend over het land trekken. Beide Harmonies hebben dit niet. Op de
occlusie zelf die in de nacht en ochtend overtrekt is het
neerslagsignaal opnieuw in EC en Hirlam het meest duidelijk. Harmonies
laten lokaal een bui zien. Gezien de actualiteit honoreren we het
Hirlam/EC scenario. Vlak achter de occlusie zien we de buiigheid in het
(uiterste) (noord)oosten nog even opleven door dagelijkse gang. Van de
tweede occlusie die maandag later in de middag het westen bereikt zien
we in de Harmonies niet veel van terug. Hirlam laat een wat sterker
neerslagsignaal zien, maar overdrijft mogelijk wat omdat er geen
rekening wordt gehouden met verdamping. EC heeft slechts een een lokaal
licht neerslagsignaal en is daarmee vooralsnog het meest geloofwaardig.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Na passage van de eerste occlusie, voor de naderende rug uit, tijdelijk
een wat vlagerige wind door zwakke kou-advectie en instraling. Vanmiddag
tijdens een bui windstoten tot 25-30 knopen. Verder naar het oosten
(Duitsland) lijken de buien forser uit te pakken en daarmee ook de
windstoten. Op nadering van de tweede occlusie zien we in alle modellen
een duidelijk signaal voor 6 Bft langs onze westkust. Dinsdagmiddag bij
een bui mogelijk 30-35 knopen.

BEWOLKING:
Van het zuidwesten uit veel hoge en middelbare bewolking op nadering en
passage van de occlusie(restanten). Het stratus-signaal in de modellen
is minimaal. Na passage van de eerste occlusie overdag boven land
convectieve bewolking, met name in het (uiterste) oosten en noordoosten
kans op Cb's, toppen tot ca. FL300. Later in de middag en avond op
passage van de tweede occlusie opnieuw vooral hoge en middelbare
bewolking. Dinsdagmiddag in het zuidoosten mogelijk een Cb door
dagelijkse gang, toppen kunnen mogelijk naar FL300.

NEERSLAG:
In de nacht en ochtend op passage van de occlusie lokaal regen, soms wat
buiig van karakter, gezien de middelbare onstabiliteit. Morgenmiddag kan
er langs de (noord)oostgrens nog enkele buien tot ontwikkeling komen met
daarbij kleine kans op onweer. INDECS komt tot ca. 30% kans. Schering is
in de orde van 15-20 knopen, CAPE in het oosten/noordoosten 1000-1500
J/kg, dus mogelijk enkele single cells of multicels. Maandag later in de
middag en in de avond kans op lokaal (lichte) regen op passage van de
tweede occlusie. Aandachtspunt is verder dinsdagmiddag als er aan de
'koude' zijde van het polaire front op dagelijkse gang mogelijk een
(onweers)bui kan ontstaan. CAPE is dan ruim 1000-1500 J/kg, de
effectieve schering is 35-40, in het 'worst case' 40-45 knopen. Enkele
goed georganiseerde multicels zijn dan mogelijk, zelfs een supercel is
dan dus niet geheel uitgesloten.

ZICHT:
De neerslag van vannacht zal weinig met het zicht doen. De buien
maandagmiddag in het oosten en noordoosten leveren mogelijk wel matige
zichten op.

TEMPERATUUR:
Tx tussen 22 (westen) en 26 graden, dinsdag een fractie lager.



Paraaf meteoroloog: buscher
Bron: KNMI