Guidance modelbeoordeling voor Nederland

04-08-2019 04:00
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 00 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot maandag 05 augustus 2019 24.00 locale tijd

Opgesteld op zondag 04 augustus 2019 om 05.41 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Het centrum van een hoog ligt om 03 UTC boven het westen van Duitsland
met een rug ZO-NW georienteerd boven ons land. In de loop van de dag
verplaatst het centrum zich naar het noorden van ons land. Een hoogterug
verlaat in de eerste helft van de ochtend het land, waarna de stroming
op hoogte zuidwestelijk wordt. Een occlusie, om 03 UTC N-Z georienteerd
van Schotland naar Land 's End, trekt oostwaarts en bereikt in de nacht
naar maandag de zuidelijke Noordzee. Op hoogte loopt er zondagavond laat
en in de nacht een kortgolvige trog over heen, wat een tijdelijke
activering veroorzaakt boven zee. De occlusie trekt maandagochtend in
activiteit afnemend oostwaarts over het land en verlaat het noordoosten
in de loop van de middag. Op dagelijkse gang kan de occlusie 's middags
mogelijk weer activeren boven het (uiterste) oosten/noordoosten. Voor de
occlusie uit is er nog een thermische vore aanwezig. De occlusie wordt
gevolgd door een zwakke trekrug, waarna in de loop van maandagavond van
het zuidwesten uit een volgende zwakke frontale storing volgt.

MODELBEOORDELING:
De synoptische ontwikkeling voor de komende 36-48 uur wordt redelijk
eenduidig beschreven. Uit de Sc in het noorden van de FIR wordt de
laatste uren geen neerslag meer gemeld. Alleen Ha36 geeft daar nog een
zwak signaal, maar dat lijkt dus iets te zwaar aangezet.
Op nadering van de occlusie laten alle modellen al in de nacht naar
maandag een neerslagsignaal zien, dat te koppelen lijkt aan
warmte-advectie op de middelbare niveaus, geholpen door PVA t.g.v. de
kortgolvige hoogtetrog. Hirlam is hierin het meest actief maar laat
waarschijnlijk te weinig verdamping van neerslag zien in de diepe droge
laag onderin. Maandagmiddag laten alle modellen een activering van de
occlusie zien t.g.v. dagelijkse gang. Het is echter de vraag waar de
activering plaatsvindt, boven het oosten (Hirlam) of pas boven
Duitsland.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Vanmiddag een duidelijke indicatie voor zeewind die echter in geen van
de modellen ver het land inkomt. Maandagmiddag tijdens een bui
windstoten tot 25-30, zeer lokaal mogelijk 35-40 knopen, vooral t.g.v.
effect van afkoeling door verdamping in de droge laag onder de
wolkenbasis.

BEWOLKING:
Noord van de rugas zijn er eerst nog enkele wolkenvelden maar deze
lossen in de loop van de dag op. Boven de Noordzee zien we ook nog een
smalle zone met St en/of lage Sc, waar alleen Hirlam een indicatie voor
geeft. In de namiddag en avond komt er van het zuidwesten meer hoge en
middelbare bewolking, die van een naderende zwakke occlusie afwaait.
Deze occlusie op hoogte bereikt in de nacht naar maandag het zuidwesten
en geeft vooral middelbare bewolking. Met name Hirlam geeft hierop een
zwak St signaal. In het oosten en noordoosten is er op/rond de occlusie
maandagmiddag kans op convectie vanaf de grond. Toppen kunnen dan naar
ca. FL300.

NEERSLAG:
In de nacht naar maandag vanuit het zuidwesten hier en daar wat regen,
die tegen of in de ochtend lokaal mogelijk wat buiig van karakter wordt
(middelbare onstabiliteit nabij de occlusie). In het oosten
maandagmiddag mogelijk enkele buien, onweer is daarbij niet uitgesloten.
HarmonEPS geeft een indicatie, INDECS komt tot 20-30% kans. Schering is
in de orde van 15-20 knopen, CAPE in het oosten/noordoosten 1000-1500
J/kg, zeer lokaal mogelijk 1500-2000 of nog iets hoger (Hirlam), dus
mogelijk enkele multicels of pulse storms. In de vore lijken de buien
pas boven Duitsland te ontstaan.

ZICHT:
In de vroege ochtend enkele mistbanken.

TEMPERATUUR:
Komende nacht door aanvoer van warmere lucht en meer bewolking in het
uiterste zuidwesten hoge minima, rond 18 graden.



Paraaf meteoroloog: buscher
Bron: KNMI