Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 00 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot woensdag 31 juli 2019 24.00 locale tijd

Opgesteld op dinsdag 30 juli 2019 om 05.25 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een rug van hogedruk boven Duitsland en de oostelijke Noordzee trekt
noordoostwaarts weg. Een actief lagedrukgebied, momenteel gesitueerd
nabij zuidwest Engeland trekt de komende 48 uur noordoostwaarts en ligt
woensdagavond ten noordwesten van Nederland. Op nadering van dit
lagedrukgebied wordt de stroming zuidoostelijk waarmee warme lucht onze
kant op wordt gestuwd. Een vore trekt vandaag noordoostwaarts over het
land en verlaat het noorden in de avond, na passage wordt de stroming
zuidwestelijk. Kort na passage van de vore volgt een zwakke occlusie.
Een hoogtelaag komt daarna boven de Noordzee te liggen waarmee koudere
bovenlucht ons land bereikt, leidend tot een beduidend grotere
onstabiliteitsdiepte. Occlusierestanten, circulerend rondom het naderbij
komende laag, bereiken of schampen ons land vanaf dat moment. Deze
setting blijft voortbestaan tot en met woensdag in combinatie met de dan
ook nog aanwezige koude bovenlucht.

MODELBEOORDELING:
De passage van de vore lijkt redelijk geruisloos te verlopen, alleen
Ha36 laat een enkele bui tot ontwikkeling komen. Dat is wel een
aandachtspunt aangezien er dan meteen windstoten kunnen optreden (droge
laag onder de bui). Van buienontwikkeling aldaar gaan we voorlopig
echter niet uit. Op de daaropvolgende occlusie kan er een enkele bui tot
ontwikkeling komen, al laten de meeste modellen pas ontwikkeling zien
ten noordoosten van ons land. Na passage van de occlusie neemt de
buienkans toe wegens de koudere bovenlucht en de daarmee gepaard gaande
onstabielere opbouw. Verschillen bestaan nog steeds in de mate waarin
deze buien zich moeten gaan voordoen vanavond. In de nacht naar woensdag
treedt in alle modellen kustconvergentie op en is convectie te zien in
met name het westen.
Woensdag overdag berekent Hirlam een duidelijk oostelijkere positie van
het lagedrukgebied in vergelijking met de andere modellen. Ook is de
kerndruk daar lager. Dat Hirlam een uitbijter kan zijn in dit soort
situaties is bekend, voorlopig gaan we van het Hirlam scenario niet uit.


AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
In de loop van dinsdagavond in de zuidelijke districten toenemende kans
op 6 Bft, in de nacht naar woensdag tegen de 7 Bft. Bij buien
dinsdagmiddag en -avond kans op uitschieters rond 30 kn (met name in het
Ha36-scenario).

BEWOLKING:
Momenteel weinig bewolking. Dinsdag op de vore ontwikkeling van CU, de
kans op ontwikkeling van een CB is klein. Op passage van de occlusie CU
en een enkele TCU/CB, toppen rond FL150. Na passage een toenemende kans
op enkele CB's, toppen rond FL300. In de nacht naar woensdag toppen tot
FL350.

NEERSLAG:
Een evt. bui op de vore (waar we dus niet vanuit gaan) bevindt zich in
een regime met 500 J/kg CAPE en ca. 15-20 kn effectieve schering,
convectie-modus dus single cell, indien het onstabiele pakket voorbij de
inversie kan schieten nemen zowel CAPE en effectieve schering toe (1000
J/Kg / 25-30 kn) waardoor de buien beter georganiseerde multicell-modi
kunnen bereiken. Onweersbuien op en achter de occlusie bevinden zich in
een regime met 500-1000 J/kg CAPE, achter de occlusie verder oplopend
naar 1000-1500 J/kg CAPE en een effectieve schering rond 25 kn.
Convectie-modus dus in het beter georganiseerde multicell spectrum. Bij
buien in de nacht naar woensdag speelt ook de zeewatertemperatuur mee
(boven zee nog iets meer bij Tz bij de kust rond 19°C). Met name in de
nacht naar woensdag kan in het westen vrij veel neerslag vallen, totalen
komen uit tussen 5-10 mm, in het noordwesten mogelijk 10-20 mm.


ZICHT:
Goed. In het oosten aanvankelijk nog een enkele ondiepe mistbank, daar
lokaal matig tot slecht zicht. In buien tevens kans op matig zicht.

TEMPERATUUR:
Geen bijzonderheden.



Paraaf meteoroloog: schaikm
Bron: KNMI