Guidance modelbeoordeling voor Nederland

29-07-2019 18:00
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 12 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot dinsdag 30 juli 2019 24.00 locale tijd

Opgesteld op maandag 29 juli 2019 om 19.42 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een vlak hoog ten noorden van de Wadden trekt langzaam noordoostwaarts.
Een golvende frontale zone blijft boven het uiterste noordwesten van
Duitsland slepen, net ten noordoosten van ons aandachtsgebied. Aan de
zuidflank van dit hoog is de stroming aanvankelijk west- tot
noordwestelijk waarmee maritiem polaire lucht wordt aangevoerd. Met het
wegtrekken van het hoog wordt de stroming in de loop van de nacht
oostelijk. Een langzaam opvullend laag bij Bretagne trekt de komende 48u
langzaam noordoostwaarts en bereikt in de nacht naar woensdag de
westelijke Noordzee. Op nadering van dit laag wordt de stroming morgen
geleidelijk cyclonaal en zuidelijk. Een bijbehorende occlusie trekt in
de middag en begin van de avond van zuidwest naar noordoost over het
land. Vlak voor passage van het occlusie beweegt nog een west-oost
georienteerde vore mee. Na passage van de occlusie wordt de stroming
zuidwestelijk en koelt de bovenlucht verder af waardoor de
onstabiliteitsdiepte groter wordt.

MODELBEOORDELING:
Synoptisch gezien zijn de modellen goed bruikbaar. Op de vore (zie
weerkaarten) is in geen van de modellen neerslag zichtbaar. In eerdere
runs was hierop nog wel een kans aanwezig, maar in de progtemps is goed
te zien dat een inversie tussen 5000-7000 vt dit verhindert. Uiteraard
is dit wel een aandachtspunt. Op de doorkomst van de occlusie berekenen
Ha36 en Ha40 (in mindere mate) enkele buien die boven het noorden (waar
de warmste lucht zich bevindt) iets beter georganiseerd kunnen worden.
Hirlam en EC laten veel minder gebeuren op de occlusie, maar we
honoreren de kans op buien uit de Harmonies. Achter de occlusie zijn
modellen meer eenduidig (m.u.v. EC); met het binnenstromen van de
koudere bovenlucht is de activiteit op de ingedraaide occlusie groter,
dit lijkt realistisch. In de nacht naar woensdag treedt in alle modellen
kustconvergentie op en is convectie te zien in met name het westen, dit
nemen we over.


AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
In de loop van dinsdagavond in de zuidelijke districten toenemende kans
op 6 Bft, in de nacht naar woensdag tegen de 7 Bft. Bij buien
dinsdagmiddag en -avond kans op uitschieters rond 30 kn (met name in het
Ha36-scenario).

BEWOLKING:
Boven het noordoosten nog oplossende CU en velden SC. Dinsdag op de vore
ontwikkeling van CU/CB, toppen rond FL150, bij doorschieten evt. rond
FL250. Op passage van de occlusie CU/CB, toppen rond FL250. Achter de
occlusie CU/CB, toppen rond FL300. In de nacht naar woensdag toppen tot
FL350.

NEERSLAG:
Een evt. (onweers)bui op de vore (waar we dus niet vanuit gaan) bevindt
zich in een regime met 500 J/kg CAPE en ca. 15-20 kn effectieve
schering, convectie-modus dus single cell, indien het onstabiele pakket
voorbij de inversie kan schieten nemen zowel CAPE en effectieve schering
toe (1000 J/Kg / 25-30 kn) waardoor de buien beter georganiseerde
multicell-modi kunnen bereiken. Onweersbuien op en achter de occlusie
bevinden zich in een regime met 500-1000 J/kg CAPE, achter de occlusie
verder oplopend naar 1000-1500 J/kg CAPE en een effectieve schering rond
25 kn. Convectie-modus dus in het beter georganiseerde multicell
spectrum. Bij buien in de nacht naar woensdag speelt ook de
zeewatertemperatur mee (boven zee nog iets meer bij Tz bij de kust rond
19°C). Met name in de nacht naar woensdag kan in het westen vrij veel
neerslag vallen, totalen komen uit tussen 5-10 mm.


ZICHT:
Goed. In het noordoosten komende nacht mogelijk een enkele ondiepe
mistbank, daar evt. matig zicht. In buien tevens kans op matig zicht.

TEMPERATUUR:
Geen bijzonderheden.



Paraaf meteoroloog: boonstra
Bron: KNMI