Guidance middellange en lange termijn

Opgesteld door het KNMI op woensdag 17 juli 2019 om 01.46 uur

Geldig van vrijdag 19 juli tot woensdag 31 juli

Synoptische ontwikkeling:
De stroming is zuidwestelijk. Een lagedrukgebied op de Atlantische
Oceaan tussen Schotland en IJsland trekt opvullend naar Scandinavi?.
Zaterdag trekt een randstoring over Schotland noordoostwaarts, bij ons
passeert een frontaal systeem. Na het weekeinde vormt zich een hoog
boven Midden-Europa dat in veel leden naar de Baltische staten trekt.
Wij komen dan in zeer warme continentaal tropische lucht. Aan het einde
van de volgende week worden de verschillen groter en komt er in een
toenemend aantal leden een uitloper van het Azorenhoog boven
West-Europa, in de rest (In het midden van de week van 29 juli ongeveer
1/3 van de leden) blijft er een hoog boven Scandinavi? of het
Oostzeegebied.

Modelbeoordeling en onzekerheden:
Zaterdag is er een duidelijk signaal voor neerslag (ca 60% kans op 3-10
mm), de convectieve activiteit lijkt gering. In de Oper uitvoer is het
neerslagsignaal gering, circa 1 mm.
Ten opzichte van de vorige uitvoer is na het weekeinde het aandeel zeer
warme leden opnieuw toegenomen. In circa 70% van de leden ligt zowel de
maximum- als minimumtemperatuur 3 graden of meer boven de normaal.
Hierbij is nog niet meegenomen dat de maximumtemperatuur in
vergelijkbare omstandigheden (droog, zonnig hogedrukweer) 1-2 graden
hoger uitkomt dan in de EC uitvoer. De oper uitvoer hoort bij de warmste
leden met extreem hoge temperaturen (Maxima boven 35 ?C en minima boven
20?C). Op basis van T850 (23 ?C) in de Oper uitvoer zouden
landinwaarts temperaturen van rond 38?C mogelijk zijn. Doordat vanaf
het einde van de volgende week er een toenemend aantal leden een
uitloper van het Azorenhoog boven West-Europa komt te liggen en de
stroming (zwak) westelijk wordt, neemt de kans op hitte dan wel af naar
ongeveer 30%. In de ongeveer 1/3 van de leden waarin een hoog boven
Scandinavi? of het Oostzeegebied blijft liggen blijft het zeer warm. De
spreiding in de temperatuur wordt dan groot. Tijdens de zeer warme
periode is de kans op neerslag klein, 10-20%. De neerslag wordt dan
veroorzaakt door noordwaarts uitbreidende convectieve activiteit boven
Midden-Europa.

Samenvatting meerdaagse-periode:
Eerst wisselvallig met temperaturen rond normaal. Na het weekeinde grote
(80%) kans op overgang naar zonnig en zeer warm weer.

Samenvatting EPS-periode:
Eerst grote (80%) kans op warm tot zeer warm weer. Geleidelijk neemt de
kans op normale of iets benedennormale temperaturen toe naar ongeveer
40%. De neerslagkans blijft klein.



Paraaf meteoroloog: Huiskamp
Bron: KNMI