Guidance modelbeoordeling voor Nederland

28-06-2019 04:00
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 00 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot zaterdag 29 juni 2019 24.00 locale tijd

Opgesteld op vrijdag 28 juni 2019 om 05.21 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een hogedrukgebied ten oosten van Schotland met een uitloper richting
ons land zorgt voor een noordoostelijke stroming die maritiem polaire
lucht aanvoert. Geleidelijk verplaatst het centrum van het hoog zich
oostwaarts over de Noordzee, waarbij de uitloper nog boven het noorden
van het land blijft liggen. Op zaterdag verplaatst het hoog zich
langzaam naar Duitsland waardoor de stroming in onze omgeving via oost
naar zuidoost draait. Het hoog heeft dan een uitloper tot boven de
Duitse Bocht, die via het noorden zuidwestwaarts afbuigt. Op 500 hPa
staat actueel nog een noordwestelijke stroming aan de noordoostflank van
een hoogterug van Frankrijk naar de Ierse Zee. Deze hoogterug zwaait met
de klok mee naar ons land. Zaterdagmiddag ligt de as van Frankrijk naar
het westen van ons luchtruim. Hierdoor zien we dat zaterdag alleen onder
de subsidentie-inversie (die beneden het 850 hPa-vlak ligt!) aanvoer van
continentaal tropische lucht plaatsvindt. De barocliene band op 850hPa,
die normaliter de scheidslijn op die hoogte aangeeft tussen de polaire
en tropische lucht, bereikt ons land tot de nacht naar zondag nog niet.

MODELBEOORDELING:
De SC-velden die vanaf de Noordzee inmiddels tot boven het noorden en
midden van het land zijn gevorderd zitten het beste in EC en H36, al
liggen de bases in EC een klasse te hoog. De vraag is hoe verder
zuidwaarts deze bewolking nog komt, alvorens de dagelijkse gang en de
toenemende subsidentie de laag zullen laten oplossen, en ook hoe snel
dit zal gaan. In alle modellen behalve EC gebeurt dit al in de ochtend,
in EC pas in de loop van de middag. Boven de Noordzee duurt het langer
maar ook daar zien we verschillen in de timing.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Noordoostelijk, zaterdag via oost draaiend naar zuidoost. In het noorden
bij de rug de minste wind.

BEWOLKING:
De SC-velden bevinden zich onder een subsidentie-inversie rond 2500-3000
vt, die door verdere subsidentie geleidelijk lager komt te liggen. In de
vroege ochtend loopt de bewolking nog verder het land op, in de loop van
de dag wordt de subsidentie (in combinatie met de dagelijkse gang) zo
sterk dat de bewolking geleidelijk overal (later ook boven de Noordzee)
geleidelijk oplost.

NEERSLAG:
Geen.

ZICHT:
Goed, in de nacht naar zaterdag in het noorden bij de rug lokaal
nevel/grondmist.

TEMPERATUUR:
De helft van het ECEPS komt voor zaterdag met een Tx die ligt tussen
31/32 en 33/34°C in het oosten en zuidoosten. Gezien de bias van EC in
de orde 1-2°C (dat is weleens meer geweest), is een 35'er in de
droogste gebieden (Achterhoek en Twente) weer mogelijk. H36 lijkt aan de
warme kant met lokaal 36°C in het zuidoosten en oosten. H40 lijkt
realistischer. De tropische grens komt zaterdag van zuidwest naar
noordoost te liggen. Hierbij speelt de zeewind in Noord-Friesland en
Groningen een verkoelende rol. Doordat de subsidentie-inversie zich
zaterdag om 12Z nog beneden 850 hPa bevindt heeft het geen zin om naar
de temperatuur op dat drukvlak te kijken. De temperatuur onder deze
inversie varieert zaterdag 12Z van circa 22°C in het zuidwesten tot
18°C in het noordoosten. Doordat de hoogte van de inversie eveneens
varieert (600-700 m nabij de uitloper, 1100 m in het zuidoosten) als
gevolg van de uitloper die het noorden en westen domineert (lagere
subsidentie-inversie) wordt het in het zuidoosten en oosten warmer dan
in het zuidwesten, ondanks dat daar de temperatuur onder de inversie met
20°C lager is.



Paraaf meteoroloog: wijs
Bron: KNMI