Guidance modelbeoordeling voor Nederland

23-06-2019 16:40
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 12 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot maandag 24 juni 2019 24.00 locale tijd

Opgesteld op zondag 23 juni 2019 om 17.51 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een gordel van hoge druk ligt van de Faroer richting het zuiden van de
Oostzee en beweegt langzaam noordwaarts. Maandag ontstaan er diverse
centra, voor de Noorse kust en boven de Oostzee. Tussen het hoog en een
laag ten zuidwesten van Ierland staat er in ons aandachtsgebied een
oost- tot zuidoostelijke stroming waarmee zeer warme lucht wordt
aangevoerd. Op hoogte ontwikkelt zich, ten gevolge van sterke
warmte-advectie aan de oostflank van een Atlantisch hoogtelaag, een
hoogterug boven het westen van Duitsland. Hierdoor wordt de
hoogtestroming zuid tot zuidwest en wordt ook op hoogte steeds warmere
lucht aangevoerd. Een (vrijwel inactieve) frontale zone (thetaw850
ongeveer 15 graden) die de begrenzing vormt tussen de relatief droge en
gematigd warme lucht boven onze omgeving en zeer warme lucht boven
Zuid-Europa, ligt van het midden van Duitsland naar België. Met het
verder naar zuidoost draaien van de stroming dringt deze zone langzaam
verder naar het noorden op. Maandag komt het gehele land in nog warmere
en ook vochtigere lucht. We zien dan in het zuidwesten van de FIR de
drukgradiënt afnemen, waarna er geleidelijk een ZZW-NNO georiënteerde
vore boven het westelijk kustgebied ontstaat.

MODELBEOORDELING:
Hirlam komt voortdurend met kleine neerslaghoeveelheden uit middelbare
bewolking. Progtemps laten zien dat het zou moeten gaan om Cu/Ac tussen
5000 en 7000 voet met toppen tot uiterlijk FL100. Wolkentoptemperaturen
zijn nauwelijks onder nul, dus waterwolken. Daaronder is er een vrij
droge laag. Dit neerslagsignaal honoreren we niet. Ook het signaal in
Hirlam voor vanavond laat en de nacht naar maandag, vooral boven zee een
(convectief) neerslagsignaal, lijkt wat zwaar aangezet. Het is wel
duidelijk te koppelen aan een warmte-advectie maximum dat over de
Noordzee noordwaarts trekt, in feite op het binnenstromen van de
tropisch luchtsoort. Mogelijk dat vannacht in het uiterste noorden van
de FIR een bui kan voorkomen. Een ander aandachtspunt is de ontwikkeling
van een potentieel diep onstabiele atmosfeer in de loop van maandag in
de vore die boven het westelijk kustgebied ontstaat. CAPE-waarden, zelfs
MLCAPE in ECMWF, 1000-2000 J/kg. Alleen Hirlam heeft een zwak
neerslagsignaal hierop, de andere modellen houden het droog, incl. het
gehele HarmonieEPS. De progtemps ogen te droog op middelbaar niveau
boven de grenslaag, maar Cu lijkt er wel te gaan ontstaan. Met wat meer
convergentie in de vore is een enkele regen- of onweersbui niet
uitgesloten, De kans hierop is dermate klein dat deze ontwikkeling (nog)
niet in de verwachtingen wordt meegenomen.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Aanvankelijk nog een zeewind-effect in de kustgebieden. In het noorden
betekent dit een kleine krimping en een toename naar een dikke 5 Bft.
Aan de westkust wordt de wind noordelijk en komt de zeewind nauwelijks
het land op. Ook rond het IJsselmeer is de land/water invloed merkbaar.
Komende nacht naar maandag 30-35, lokaal 35-40 knopen, maar dan mede ook
door een toename van de thermische wind. Ook maandagmiddag aan de
westkust geleidelijk zeewind, gekoppeld aan de vore. Overigens zal er
boven het koude zeewater (14-16°C) een loskoppeling plaatsvinden en
gaan we op de (hoge) platformen meetwaardes zien die in de 6, mogelijk 7
Bft reiken. De vertaling naar 10m wind gaat in deze situatie niet
helemaal goed en zal te hoge 10 meter winden berekenen. Goed te zien aan
de reactie van het water (golven)

BEWOLKING:
Aanvankelijk nog wat Cu verder sluierbewolking en mogelijk ook wat Ac
die te koppelen lijkt aan een dikterug. Aandachtspunt is de mogelijke
ontwikkeling van enkele CB's vanaf enige hoogte in de thetaw-rug in het
Hirlam scenario vanavond laat en in de nacht naar maandag boven de
(westelijke) Noordzee. MUCAPE 400-700 J/kg boven Zeeland. CB-toppen
zouden boven zee misschien nog FL150-200 kunnen halen. MLCAPE in EC
stelt vrijwel niets voor, een serieus signaal begint pas boven Engeland.
Volgend aandachtspunt is een eventuele CB in de vore later op maandag,
zie de modelbeoordeling. CB-toppen zouden zelfs richting FL350-400
kunnen gaan, eventueel, bij 25-30 kn effectieve windschering.

NEERSLAG:
Aandachtspunt is de ontwikkeling in de thetaw-rug in het
Hirlam-scenario. Dat laat met name boven zee zondagavond laat en in de
nacht naar maandag enkele buien toe, evt. onweer waarschijnlijk alleen
boven zee maar waarschijnlijker boven Engeland.
Belangrijker voor het landgedeelte is de zeer kleine kans op een
(onweers)bui in het uiterste westen later op maandag, zie de
modelbeoordeling.

ZICHT:
Goed, in een eventuele bui matig.

TEMPERATUUR:
Vanmiddag 30 graden in het zuidoosten, maandag op meer plaatsen, in het
zuidoosten lokaal 34 graden. De nacht naar maandag verloopt ook al een
stuk warmer dan de afgelopen dagen. Het Nationaal Hitteplan van het RIVM
i.v.m. aanhoudende hitte is vanmiddag om 12 uur geactiveerd voor het
midden, zuiden en oosten van het land.



Paraaf meteoroloog: veeken
Bron: KNMI