Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 00 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot donderdag 13 juni 2019 24.00 locale tijd

Opgesteld op woensdag 12 juni 2019 om 05.30 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een aanvankelijk stationair hoogtelaag ligt boven Bretagne en trekt
vanaf de komende nacht richting Britse Eilanden. Het noord-zuid
georiënteerde polaire front bevindt zich aan de grond boven het midden
van Duitsland. Een NW-ZO georiënteerde occlusie boven het zuidelijk
deel van Nederland trekt geleidelijk verder noordwest over het land en
zal tegen het eind van de middag het land hebben verlaten. Verder
beweegt een frontale golf (aangeslagen door de linkeruitgang van een jet
en een kortgolvige hoogtetrog behorende bij het Bretonse hoogtelaag)
over het noordoosten van Nederland noordwestwaarts. De neerslag bij deze
beide systemen lijkt onder invloed van genoemde dynamische forceringen
en warmte-advectie tussen 800 en 950 hPa te activeren. Tevens lijkt
cyclogenese plaats te gaan vinden met de vorming van een grondlaag boven
het noordoosten van het land. In de loop van woensdagmiddag trekt de
golf noordwaarts weg en komen we terecht in een gebied met weinig
luchtdrukgradiënt. Een tweede, ZW-NO georiënteerde, kortgolvige
hoogtetrog doet in de avond het zuidwesten aan.

MODELBEOORDELING:
Verschillen in de modellen zijn iets minder groot dan voorgaande runs.
nog steeds verschillen, zowel in drukpatroon, neerslag en ook wind. De
exacte koers van de occlusie is goed te volgen op de actuele beelden
maar wordt door de modellen niet goed weergegeven. De frontale golf en
het ontwikkelende grondlaag boven het midden en noorden zitten in de
modellen ook niet consistent. Dat heeft natuurlijk effect op de
berekende neerslag en het is lastig aan te geven welke neerslagprognose
het meest realistisch lijkt. Gegeven de sterk dynamische situatie en
vergelijking met de waarnemingen heeft de nieuwe run van Hirlan nu de
voorkeur, maar ook daarin bestaan nog steeds onzekerheden. Aandachtspunt
is ook in hoeverre de neerslag buiig van karakter kan zijn. Dat lijkt
zeker het geval voor het noordoosten van het land, maar ook elders is
een ingebedde bui mogelijk.
De modellen zijn tamelijk eenduidig in de berekening van buien bij de
tweede hoogtetrog boven het zuidwesten woensdagavond, dat dan weer wel.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Windrichting is overdag aanvankelijk veranderlijk, morgen geleidelijk
zuidwest

BEWOLKING:
Bij de occlusie wordt af en toe St onder 500 vt gemeld, dit kan echter
ook intensievere neerslag zijn, gezien het omliggende beeld. Boven zee
wel op uitgebreide schaal ST, dit gebied trekt uiterst langzaam
noordwestwaarts weg. Daarnaast met name boven het noordoostelijk deel
van de FIR een enkele ingebedde bui (basis 7000 vt, toppen mogelijk tot
FL250-300) in het frontale pakket. Woensdagavond in het zuidwesten een
enkele geïsoleerde CB, toppen rond FL270. Donderdag vooral in het
westen kans op CB's.

NEERSLAG:
De neerslag bij de frontale golf lijkt voornamelijk stratiform, van Cape
is boven Nederland tot vanavond nauwelijks sprake. Af en toe kan het
behoorlijk doorregenen, met name dus in buiige regen. Cumulatief kan er
dan lokaal 10-20 mm vallen, in het zuidwesten lokaal 20-40 mm. Vanavond
in het zuidwesten enkele buien in een regime van circa 500 J/Kg, boven
zee 700-1000 J/Kg Cape en circa 30 kn 0-6 km schering. Dit zou een
enkele multicellen kunnen opleveren. Onweerskansen zijn vrij groot.

ZICHT:
Lokaal nevel, in het uiterste noorden van de FIR nog mist. Daarnaast
zichtvermindering door neerslag, matig, lokaal slecht. In de nacht naar
donderdag 30-35 kn geowind, geen mistkansen.

TEMPERATUUR:
Overdag onder invloed van bewolking en regen vrij lage maxima, de
warmste lucht bevindt zich in het oosten en noordoosten. Daar is Tx rond
20 mogelijk.



Paraaf meteoroloog: veeken
Bron: KNMI