Guidance modelbeoordeling voor Nederland

09-06-2019 11:40
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 06 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot maandag 10 juni 2019 24.00 locale tijd

Opgesteld op zondag 09 juni 2019 om 13.25 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een hogedrukgebied boven Polen heeft een rug tot over ons land. De rugas
trekt noordwaarts en lagedrukgebieden boven het zuiden van Duitsland en
Midden Frankrijk dringen langzaam op in noordelijke richting. Tussen
beide laagje is een vore aanwezig die morgenochtend het zuidoosten van
ons land bereikt en dan zeer langzaam noordwaarts trekt en
dinsdagochtend pas boven het noorden aankomt. Voor de vore uit wordt de
stroming meer oostelijk en treedt warmte-advectie op en wordt op geringe
hoogte continentaal tropische lucht aangevoerd waarvan de opbouw (in elk
geval op hoogte) potentieel onstabiel is. Zuid van de vore wordt de
stroming zuidwestelijk en stroomt koelere lucht binnen.

MODELBEOORDELING:
V.w.b. de ligging van het hoog en de doorkomst van de rug-as zijn
modellen consistent en bruikbaar.
EC en Hirlam geven nog steeds een neerslagsignaal voor vanavond. Dat is
dan een restant van het buiengebied dat nu boven Midden-Frankrijk ligt.
Blijft niet veel van over maar lever dan zeer lokaal mogelijk een paar
spatten op, zie EC. UItvoer van Hirlam lijkt te overdreven omdat dit
model geen neerslag laat verdampen wat in dit geval wel degelijk een rol
zal spelen gezien de droge laag in de onderste niveaus. In de nacht naar
zondag wordt de bovenlucht op nadering van het laag potentieel onstabiel
en laten enkele modellen enige buiigheid vanaf middelbaar niveau zien.
enige convergentie boven de grondinversie een een ontwikkelend
nachtelijk windmaximum kunnen hieraan bijdragen. Morgen zien we met name
in de vore de buiigheid verder opleven. Convergentie onderin en
dagelijkse gang spelen hierin een rol. De ligging van de vore (cq. laag)
gaat van belang worden voor de locatie en de zwaarte van de convectie in
de middag en avond.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
In de loop van de middag waarschijnlijk en zeewind-component met het
afnemen van de wind nabij en zuid van de rug-as. Maandag middag boven de
westelijke Noordzee wederom kans op 6 Bft ten noorden van de vore. Bij
buien op maandag overdag kans op windstoten, in HA40 tot 30-35 kn, dit
ziet er realistisch uit (primair door afkoeling door verdamping, en
precipitation loading).

BEWOLKING:
Vanmiddag enkele Cu. Verder van het zuiden uit velden hoge bewolking,
later ook middelbare. In de nacht naar maandag Ac en kans op Cb, toppen
tot ca. FL150. Maandag overdag Cu/Ac en in de middag ook Cb's, toppen
dan tot ca.FL300.

NEERSLAG:
De buien op hoogte van komende nacht bevinden zich in een regime met
15-20 kn effectieve schering en 100-150 J/Kg CAPE, single/onderkant
multicell. Maandag overdag kunnen de buien zich potentieel ontwikkelen
in een regime met 35-40 kn effectieve schering en 1000-1500 J/Kg CAPE.
Dit levert beter georganiseerde updrafts op in het multicell regime. De
aan- of afwezigheid van bewolking kan op maandag bepalend zijn voor de
hoeveelheid opwarming en aanspreekbare CAPE.

ZICHT:
Goede zichten, in neerslag mogelijk matig.

TEMPERATUUR:
Maandag overdag grote verschillen afhankelijk van de positie van de
vore/LAAG. Ten noord ervan tot ca. 25 C mogelijk, ten zuidwesten ervan
20-22 graden, onder bewolking en in de zuidwestelijke aanvoer mogelijk
nog iets lager .



Paraaf meteoroloog: nolet
Bron: KNMI