Guidance modelbeoordeling voor Nederland

08-06-2019 23:40
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 18 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot maandag 10 juni 2019 24.00 locale tijd

Opgesteld op zondag 09 juni 2019 om 01.28 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Aan de noordwestflank van een hoog boven het zuiden van Polen wordt met
een zuidwestelijke stroming maritiem polaire lucht aangevoerd. Dit hoog
trekt gedurende de dag richting de Baltische Staten en blijft daar
morgen vrijwel stationair liggen. Bijbehorende rugas bereikt in de
ochtend het zuiden, trekt noordwaarts en verlaat in de avond het noorden
van de FIR. Vanaf morgenmiddag wordt de stroming van het zuiden uit weer
cyclonaal op nadering van een (thermisch) laag boven Centraal Frankrijk.
Dit laag trekt in de nacht naar maandag noordwaarts en bereikt in de
ochtend het zuiden en ligt aan het einde van de middag boven het westen.
Op nadering van dit laag draait de stroming naar oost tot noordoost,
treedt warmte-advectie op en wordt op geringe hoogte continentaal
tropische lucht aangevoerd waarvan de opbouw (in elk geval op hoogte)
potentieel onstabiel. Na passage van het laag wordt de stroming van het
zuiden uit weer zuidwestelijk en wordt maritiem polaire lucht
aangevoerd.

MODELBEOORDELING:
V.w.b. de ligging van het hoog en de doorkomst van de rug-as zijn
modellen consistent en bruikbaar. Zondag overdag is in HIR neerslag te
zien, dit valt uit hoge bewolking en verdampt in het model niet in de
droge luchtlaag onder de bewolking. Dit is dus niet realistisch en
verwerpen we. In de nacht naar zondag wordt de bovenlucht op nadering
van het laag potentieel onstabiel en wordt door EC en door de Ha's in
mindere mate buiiigheid berekend. Boven de grondinversie is met name
boven het westen convergentie te zien, van het oosten uit versterkt door
een geleidelijk opbouwend nachtelijk windmaximum, dat hierbij (elevated)
convectie op kan treden is dus realistisch, al gaan de toppen dan nog
niet heel hoog, dus dit heeft vooral een buiig karakter. De ligging van
het laag maandag overdag wordt door alle modellen op een andere manier
opgelost (de Ha's laten het laag boven het noordwesten uitkomen, HIR/EC
laten het laag boven het zuidwesten uitkomen). De ligging van het laag
gaat van belang worden voor het optreden en de zwaarte van de convectie
in de middag. We zien in de loop van de dag in alle modellen op een
andere manier buiigheid ontstaan, dit op dagelijkse gang (vanaf de
grond) in de warme lucht. Dit scenario is realistisch, maar is sterk
afhankelijk van de ligging van het laag. Voorlopig gaan we er vanuit dat
met name het oosten en noordoosten maandag kans hebben op onweersbuien
en elders wordt het buiig en regenachtig.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Actueel boven het noorden van de FIR nog 6 Bft, spoedig afnemend. Zondag
overdag in de loop van de middag kans op een zeewind-component met het
afnemen van de wind nabij en na passage van de rugas. Maandag middag
boven de westelijke Noordzee wederom kans op 6 Bft ten noorden van het
laag. Bij buien op maandag overdag kans op windstoten, in HA40 tot ca.
35 kn, dit ziet er realistisch uit (primair door afkoeling door
verdamping, en precip. loading).

BEWOLKING:
Aanvankelijk boven de noordelijke FIR wegtrekkende ST/SC bewolking, met
nog een kleine kans op een TCu/CB. Boven het westen van het land
vannacht kans op vorming van SC-bewolking. Maandag overdag ontwikkeling
van Cu. In de nacht naar maandag Ac en kans op Cb, toppen tot ca. FL150.
Maandag overdag Cu/Ac en in de middag ook Cb's, toppen dan tot boven
FL300.

NEERSLAG:
Neerslag uit HIR zondagmiddag verwerpen we (zie modelbeoordeling). De
buien op hoogte in de nacht naar maandag bevinden zich in een regime met
15-20 kn effectieve schering en 100-150 J/Kg CAPE, single/onderkant
multicell. Maandag overdag kunnen de buien zich potentieel ontwikkelen
in een regime met 35 kn effectieve schering en 1000-1500 J/Kg CAPE, dit
levert beter georganiseerde updrafts op in het multicell regime. De aan-
of afwezigheid van bewolking kan op maandag bepalend zijn voor de
hoeveelheid opwarming en aanspreekbare CAPE, dit in combinatie met de
springerigheid in de locatie van het laag maakt het verwachten van de
buien en de zwaarte hiervan nog onzeker.

ZICHT:
Goede zichten, in neerslag mogelijk matig.

TEMPERATUUR:
Maandag overdag grote verschillen afhankelijk van de positie van het
laag. Ten noordoosten van het laag in opklaringen temperaturen tot ca.
25 C mogelijk, ten zuidwesten ervan 20-22 graden, onder bewolking en in
de zuidwestelijke aanvoer mogelijk nog iets lager .



Paraaf meteoroloog: boonstra
Bron: KNMI