Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 12 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot woensdag 05 juni 2019 24.00 locale tijd

Opgesteld op dinsdag 04 juni 2019 om 17.52 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een complex lagedrukgebied boven de Britse Eilanden trekt noordwaarts.
Een thermisch laag boven het noordwesten van Frankrijk trekt vanavond
noordnoordoostwaarts over het westen van Nederland. Bij het thermisch
laag bevindt zich een NNW-ZZO georienteerde convergentielijn. Ten westen
van dit laag ligt een (inactief) koufront (ongeveer theta-w 850 hPa 15
C) dat vannacht Nederland passeert. Woensdagavond trekt het polaire
front westwaarts over Nederland, in de nacht naar donderdag trekt een
thermisch laag over het westen van Duitsland noordwaarts. Aan de
zuidwestflank van dit laag activeert als gevolg van de PVA bij een
hoogtetrog het polaire front boven Nederland. Donderdag overdag is de
stroming westelijk.

MODELBEOORDELING:
Ten aanzien van de convectie bij de convergentielijn van vanavond is de
uitvoer consistent, met kleine nuanceverschillen inherent aan de
verschillende modellen. Ten opzichte van de waarnemingen (12-16 UTC)
lijkt de Harmonie36 uitvoer het beste, ook vwb windstoten. Ook ten
aanzien van de frontale activiteit aan de zuidwestflank van het
thermisch laag van donderdagnacht is de uitvoer min of meer of meer
consistent, al zijn er nog wel ruimtelijke verschillen.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Uitschieters in de Harmonie uitvoer tot ongeveer 60 kn. Deze
uitschieters zijn realistisch wanneer de convectie zich organiseert in
een squalline (zoals in de Harmonie uitvoer), wat gezien de sterke
(richtings)schering wel realistisch is. We gaan nu uit van 75-100
km/uur. Ook bij het neerslagsysteem aan de zuidwestflank van het
thermisch laag donderdagnacht in sommige (vooral Harmonie40, Hir)
uitvoer uitschieters, tot 35-40 kn. Lijkt vooral veroorzaakt te worden
door gradient (uitdiepen van het laag). (6 Bft langs de kust) convectie
is vanaf ca 850 hPa en het lijkt niet waarschijnlijk dat convectieve
downdraughts de grond halen gezien de stabiele grenslaag.

BEWOLKING:
Relatief hoge basis bij buien, toppen bij de convergentielijn tot
FL350-400, Zwak signaal voor ST woensdagochtend in het N en boven de
Noordzee. Aan de zuidwestflank van het thermisch laag in de nacht naar
donderdag een duidelijk signaal voor ST. Gezien de flinke
neerslagintensiteit en kou-advectie in de grenslaag (stabiele opbouw)
realistisch,

NEERSLAG:
CAPE 1000-2000 J/kg, alleen in het (zuid)oosten convectie vanaf de
grond. De convergentie is de belangrijkste trigger. Schering 35-45 kn,
sterke richtingsschering. Convectiemodus multicelllijn, mogeljk
ontwikkelend tot een squalline. Zeer lokaal supercel. Neerslagsom
meestal 10-20 mm, zeer lokaal 30-40 mm. De frontale neerslag van het
polaire front bevindt zich ruim ten W van het front. Bij het thermisch
laag van donderdagnacht nog duidelijke verschillen in locatie van de
zwaarste neerslag. In het westen valt ongeveer 20 mm, lokaal tot 30 mm,
maar de uitvoer schuift nog in de locatie. Dit systeem lijkt vooral
convectie vanaf enige hoogte (800-700 hPa) te zijn. CAPE rond 700 J/kg,
de trigger is PVA op nadering van een kortgolvige hoogtetrog.

ZICHT:
Komende nacht nevel, te veel gradient voor mist.

TEMPERATUUR:
Modeluitvoer bruikbaar.



Paraaf meteoroloog: Huiskamp
Bron: KNMI