Guidance middellange en lange termijn

Opgesteld door het KNMI op woensdag 13 februari 2019 om 04.00 uur

Geldig van vrijdag 15 februari tot woensdag 27 februari

Synoptische ontwikkeling:
Een hoog boven Centraal-Europa blijft tot het weekeinde vrijwel
stationair om vervolgens in het weekeinde en begin volgende week
richting Oost-Europa te trekken. Aan de noordwestflank van dit hoog
bevinden we ons in een overwegend zuidelijke stroming waarmee vrij droge
en zachte lucht wordt aangevoerd. Met het wegtrekken van het hoog neemt
in de loop van de eerste helft van volgende week de kans op
randstoringen van het noordwesten uit tijdelijk toe. Toch zien we in de
loop van volgende week in veruit de meeste ENS leden opnieuw de vorming
van een hogedrukgebied in onze omgeving, waarbij het zwaartepunt
waarschijnlijk ergens in of net ten noorden van onze omgeving zal komen
te liggen. Als gevolg zien we in het merendeel van de leden een zwakke
oostelijke stroming op gang komen, terwijl een minderheid de hogedruk
ten oosten houdt met bij ons een zuidelijke stroming tot gevolg. Tegen
het einde van volgende week zien we de hogedruk nog altijd in onze
omgeving maar op verschillende plaatsen. Een klein deel van de ENS leden
komt vanaf dat moment met een zonale stroming wanneer de
hogedrukgebieden zich terugtrekken tot in Zuidoost-Europa.

Modelbeoordeling en onzekerheden:
Tot en met het oostwaarts wegtrekken van het hoog aan het begin van
volgende week is de onzekerheid vrij klein en tonen all clusters een
hogedrukgebied boven Centraal-Europa met sterke invloed op het weer in
onze omgeving. Doordat de met een zuidelijke stroming aangevoerde lucht
vrij droog is resulteert dit in een droog weertype met veel zon en een
sterke dagelijkse gang. De temperaturen liggen daarbij duidelijk boven
normaal. In de loop van de eerste helft van volgende week zien we de
onzekerheid toenemen wanneer we in een zuidwestelijke stroming tussen
het wegtrekkende hoog en de toenemende invloed van Atlantische
depressies terecht komen. De vraag is of storingen vanaf de Oceaan ons
dan tijdelijk wel kunnen gaan bereiken, een kans die momenteel niet
groter lijkt dan 20-30%. Vanaf de tweede helft van volgende week zien we
dat ongeveer 60% van het ENS een oostelijke stroming laat zien in onze
omgeving, met daarbij een kouder, stabiel en droog weerbeeld. De
resterende 40% houden een zuidelijke stroming onder invloed van hogedruk
ten (zuid)oosten van ons met een voortzetting van het zachte lenteweer.
Tegen het einde van volgende week neemt de onzekerheid verder toe en
zien we in ongeveer 10-20% van de leden een zonale stroming op gang
komen met een zacht en wisselvallig weerbeeld. In de resterende clusters
zien we verschillende oplossingen waarbij de hogedruk veel invloed houdt
in onze omgeving.

Samenvatting meerdaagse-periode:
Zonnige perioden en droog. Overdag temperaturen rond of ruim boven 10,
in de nacht regelmatig kans op lichte vorst.

Samenvatting EPS-periode:
Grote kans (80%) op het aanhouden van het rustige en droge weertype met
temperaturen rond of (ruim) boven normaal en een kleine kans (20%) op
wisselvallig en zacht weer.



Paraaf meteoroloog: wijs
Bron: KNMI