Guidance modelbeoordeling voor Nederland

11-02-2019 04:00
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 00 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot dinsdag 12 februari 2019 24.00 locale tijd

Opgesteld op maandag 11 februari 2019 om 04.11 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een lagedrukgebied boven de Oostzee trekt vandaag langzaam opvullend
richting de Baltische Staten om morgen boven Rusland verder op te
vullen. Een hoog boven het Iberisch schiereiland bouwt zich vandaag
verder uit. Tussen deze twee systemen in wordt boven ons aandachtsgebied
met een noordwestelijke stroming maritiem polaire lucht aangevoerd. Een
occlusie (W-O georienteerd), bereikt het noorden van het land
vanochtend, trekt in de ochtend zuidwaarts over het land om rond 12 UTC
de zuidgrens te bereiken en het land te verlaten. Het eerder genoemde
hoog trekt gedurende de nacht naar dinsdag noordoostwaarts en komt
dinsdag boven Frankrijk terecht. Aan de noordflank van dit hoog bouwt
zich dinsdag geleidelijk een rug op, waarvan de as (N-Z georienteerd)
dinsdag rond 12 UTC het westen van het land bereikt. Na de rugpassage
draait de stroming naar het zuidwesten.

MODELBEOORDELING:
In grote lijnen zijn de modellen consistent. In de doorkomst van de
occlusie zijn een paar kleine verschillen waarneembaar. H36 laat het
front iets sneller zuidwaarts laat trekken, honoreren we niet. In EC is
een klein secundair laag in de occlusie boven de westelijke Noordzee
aanwezig, wat gevolgen heeft voor het windveld en de neerslag aan de
zuidflank van dit potentiele laagje. Vooralsnog verwerpen we deze
oplossing, we houden ons aan de lijn van de overige modellen, maar
blijft aandachtspunt.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
In de noordelijke Noordzee-districten vandaag overdag 7 Bft, langs de
kust vannacht 6 Bft, geleidelijk alleen nog langs de noordkust. Aan de
zuidflank van het potentiele secundaire laagje zou tijdelijk even een 7
Bft kunnen komen te staan. Voorlopig gaan we voor het HIR/H40 scenario,
waarin er geen laagje ontstaat maar dit is wel een aandachtspunt.

BEWOLKING:
Cumuliforme bewolking, in het oosten eerst nog een enkele Cb. In het
zuidoosten kans op ST door stuw, wat door beide HARM modellen wordt
weergegeven, maar in HIR niet zichtbaar is. De kans op ST in het
zuidoosten honoreren we. Nabij de occlusie SC, mogelijk met een
convectief karakter wat zich dan uit in Cu/TCu. Indien zich boven zee
een secundair laagje vormt zou de neerslag een wat meer convectief
karakter kunnen krijgen, gaan we vooralsnog niet vanuit. Naarmate de
occlusie overdag zuidwaarts trekt bestaat er bij een afnemende
windsnelheid boven het zuid(oost)en een kans op ST, dit is zichtbaar in
beide HARMs, hoewel kansen wel lijken af te nemen, aandachtspunt. In de
nacht naar dinsdag zijn er verschillen in de Sc-bewolking zien zien. H40
heeft vrij veel opklaringen, H36/HIRL/EC juist meer bewolking. Kijkende
naar progtemps en de dikke vochtige laag die daarin aanwezig is
(2000-3000 vt dik), is de kans inderdaad vrij groot dat boven er
Sc-velden aanwezig zijn onder een subsidentie-inversie 4000 vt. In het
zuidoosten in de nacht naar dinsdag een grotere kans op opklaringen.

NEERSLAG:
Bij de occlusie Cu/Sc velden met stratiforme neerslag, mogelijk licht
convectief. Na de occlusiepassage Cu/Sc. Maandagavond in vrijwel alle
modellen een licht signaal op neerslag waarneembaar is. Gezien de dikte
van de Sc-bewolking zou er inderdaad wat lichte coalescentie-neerslag of
een ondiepe TCu kunnen ontstaan vanaf maandagavond. Op dinsdag wanneer
de rug passeert zien laat H40 als enige model een opleving in de
neerslag zien, dit is in de rug niet logisch en wordt verworpen.

ZICHT:
In neerslag matig.

TEMPERATUUR:
Vandaag geen bijzonderheden. In de nacht naar dinsdag in opklaringen
kans op temperaturen rond het vriespunt, met name in het zuid(oost)en.
Daar waar opklaringen landurig genoeg zijn zou dit lokaal tot gladheid
kunnen leiden, de kans hierop is het grootste in het zuidoosten.



Paraaf meteoroloog: boonstra
Bron: KNMI