Guidance modelbeoordeling voor Nederland

01-02-2019 01:20
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 18 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot zaterdag 02 februari 2019 24.00 locale tijd

Opgesteld op vrijdag 01 februari 2019 om 00.45 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Aan de noordoostflank van een complex laag ten westen van Frankrijk tot
aan boven het Kanaal, voert een oostelijke stroming onder een inversie
vochtige lucht aan. Een bijbehorend occluderend front
(warmtefront-occlusie) bereikt momenteel het uiterste zuiden, met
daarbij een vrij smalle zone met overwegend lichte sneeuw. Deze zone
trekt in de loop van de nacht en overdag in activiteit afnemend van zuid
naar noord over het land. Via Frankrijk verplaatst het zwaartepunt van
het laag zich ondertussen geleidelijk richting Midden-Europa, waardoor
de stroming geleidelijk naar noord tot noordwest draait. De frontale
zone komt hierdoor net noordwest van ons land tot stilstand, neemt sterk
in activiteit af en kantelt gedurende de periode tegen de wijzers van de
klok in van een west-oost naar een noord-zuid oriƫntatie. Een
warmtefront op hoogte bereikt in de loop van de avond en nacht naar
zaterdag West-Duitsland om daarna weer oostwaarts te trekken, en lijkt
daarmee net buiten onze landsgrenzen te blijven.

MODELBEOORDELING:
Wat betreft de grenslaag zagen we woensdagavond dat geen enkel model de
St goed berekende. H36, het meest negatieve model zat uiteindelijk het
dichtst in de buurt. Mogelijk dat de invloed van het (smeltende)
sneeuwdek te weinig naar voren komt in de modellen. Inmiddels is de
stratus vrijwel overal opgelost of weggetrokken. In (sneeuw) en achter
de occlusie lijkt de vorming van nieuwe St echter realistisch en vooral
dichter bij de frontale vore mogelijk mist boven de smeltende sneeuw
goed mogelijk, hetgeen ook in wisselende mate zichtbaar is in de
modellen. We gaan ervan uit dat de modellen de St achter de occlusie
wederom onderschatten, waarbij H36 wellicht het meest realistisch is met
op uitgebreide schaal stratus.
Synoptisch gezien is de timing aanvankelijk consistent, maar in de loop
van de avond en nacht naar zaterdag gaan de modellen wel meer
uiteenlopen. Waarbij in HIR en de Harmonies de occlusie tegen het
noordwesten van ons land komt te liggen, terwijl deze in EC verder
doorloopt waarna het warmtefront op hoogte in de nacht het (zuid)oosten
weet te bereiken. HIR lijkt momenteel het meest realistisch, maar we
houden een slag om de arm voor wat betreft het EC-scenario.
De neerslagsoort bij de occlusie is in alle modellen (droge) sneeuw. Aan
de achterzijde van de sneeuwzone zien we eveneens in alle modellen een
duidelijk signaal voor natte sneeuw en regen en met name in H36 en HIR
de beperkte mogelijkheid van zeer lokaal onderkoelde motregen door
coalescentie, voordat het droog wordt. Een ander aandachtspunt is de
neerslagsoort bij het hoogte warmtefront in het EC-scenario, hetgeen
zowel natte sneeuw als (onderkoelde) regen zou kunnen zijn, op een
moment dat de ondergrond rond of onder het vriespunt ligt. Voorlopig
doen we hier nog niets meer.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
In de loop van de avond en nacht van het zuiden uit 6 Bft in de
kustdistricten buitengaats. Geleidelijk, maar vooral op passage van de
occlusie duidelijk afnemend.

BEWOLKING:
Zie ook de modelbeoordeling. Momenteel alleen nog boven de Noordzee
lokaal stratus. Verder bij de frontale zone stratus in sneeuwval.
Aandachtspunt is de vorming van nieuwe St en vooral dichter bij de
frontale vore mogelijk mist boven de smeltende sneeuw achter de
occlusie. We gaan ervan uit dat de modellen de St achter de occlusie
onderschatten, net als woensdag.

NEERSLAG:
Bij de occlusie sneeuw, mogelijk korte tijd overgaand in natte sneeuw of
regen alvorens het droog wordt. Accumulatie van 2-3 cm in het zuiden,
tot ca. 1 cm in het noorden. Zie verder de aandachtspunten zoals genoemd
in de modelbeoordeling, vooral m.b.t. een kans op zeer lokaal
onderkoelde motregen gedurende korte tijd aan de achterzijde van de
sneeuwzone. Ook vraagt een hoogte(warmte)front boven Duitsland in de
nacht naar zaterdag de aandacht. Vanaf later in de middag gedurende de
hele periode bij de kantelende occlusie vooral in het westen af en toe
lichte regen of motregen, vooral eerst mogelijk ook natte sneeuw.

ZICHT:
Door de aantrekkende wind en de toenemende bewolking zijn de zichten
overwegend goed. In sneeuwval teruglopen naar matig tot slecht zicht en
ook boven de smeltende sneeuw achter de occlusie zal het zicht
waarschijnlijk matig tot slecht blijven met vooral in de nachtperiode
kans op mist. Zaterdag in de loop van de dag verbeterende condities.


TEMPERATUUR:
Vanwege de smeltende sneeuw waarschijnlijk voortdurend onderschatting
van de bewolking, met als gevolg dat de dagelijkse gang in de
temperatuur in werkelijkheid minder zal zijn. In de nachtperioden rond
of net onder het vriespunt met kans op gladheid door bevriezing van
natte weggedeelten en sneeuwresten. Overdag vooral door de sneeuwval en
het sneeuwdek.



Paraaf meteoroloog: wijs
Bron: KNMI