Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 12 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot woensdag 30 januari 2019 24.00 locale tijd

Opgesteld op dinsdag 29 januari 2019 om 17.29 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een laag boven Bretagne trekt oostwaarts waarna het komende nacht
opvullend in de richting van de Ardennen trekt waar het morgenochtend
aankomt. Een NO-ZW georienteerde occlusie ligt aanvankelijk net
noordwest van ons land en zal door de geleidelijk meer naar zuid tot
zuidoost draaiende stroming verder de Noordzee op bewegen. Een trog
boven Engeland loopt op deze occlusie in waarna het gecombineerde
systeem later vannacht het zuidwesten van ons land bereikt. Woensdag
overdag trekt het Ardense laag, met daaromheen een occlusie gedraaid,
langs onze oostgrens noordwaarts en vormt dan tezamen met de
Noordzeetrog een lagedrukgebied dat in de nacht naar donderdag ten
noorden van ons land boven de Noordzee aankomt. Op de zuidflank van dit
laag bevindt zich dan de oorspronkelijke Noordezee-occlusie die met het
laag mee noordwaarts trekt.

MODELBEOORDELING:
Een behoorlijk complexe situatie met daarin nog wel enkele onzekerheden.
Timing en locatie van de neerslag loopt soms wat uiteen. Grote gemene
deler op dit moment in de modellen is dat het zuiden/zuidoosten de
meeste sneeuw lijkt te gaan krijgen en het noordwesten het minst.
Accumulatie: op veel plaatsen 1-3 cm, in het zuiden en zuidoosten
waarschijnlijk wat meer. De "Noordzee-occlusie" blijft daar mogelijk wat
langer aanwezig. HAR36 komt daar met 5-10 cm en zeer lokaal nog iets
meer. Waarschijnlijk aan de forse kant omdat we ook zien dat wanneer de
neerslag er overgaat in natte sneeuw en de temperatuur enkele graden
boven nul is, het sneeuwdek nog steeds groeit. Met het noordwaarts
trekken van het uiteindelijke laag is Hirlam duidelijk trager dan de
andere modellen. Dat heeft ook gevolgen voor de snelheid waarmee de
sneeuw noordwaarts trekt. We houden vooralsnog vanaf woensdagmiddag de
lijn EC/Harmonie aan.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Op woensdag aan de westflank van de scherpe trog (sterke windruiming op
de windsprong) zien we wel verschillen doordat er op verschillende
plekken kleine laagjes ontstaan, maar alle modellen laten wel 5,
mogelijk 6 Bft zien.

BEWOLKING:
In de sneeuw een tamelijk dik, stabiel gelaagd pakket, met vooral rondom
de windsprong een sterk signaal voor ST. West van de trog, met het
binnenkomen van koudere bovenlucht gaan de toppen van de Cb's tot
FL150-200. Verder zuidwest van de trog breed opklarend en mogelijk
vorming van turbulentie ST later in de nacht naar donderdag en
donderdagochtend.

NEERSLAG:
Er is enige onduidelijkheid in de timing van de eerste neerslag boven
het zuidwesten. Vooralsnog gaan we er vanuit dat de neerslag bij het
front het zuidwesten in de loop van de nacht Zeeland bereikt en dat er
dan (stratiforme) sneeuw gaat vallen met gladheid tot gevolg. Deze meest
lichte sneeuw trekt woensdag langzaam noordoostwaarts, achter de
windsprong overgaand in natte sneeuw of regen maar tevens in activiteit
afnemend. We gaan voorlopig uit van 1-3 cm, mogelijk iets meer in het
zuiden en zuidoosten, waarvan een deel (enige tijd) zal kunnen blijven
liggen, in de Zuid-Limburgse heuvels is het niet ondenkbaar dat er over
de hele periode lokaal 5-10 cm valt. Boven de Noordzee is er bij en
vooral achter de trog/occlusie ook een convectieve component aanwezig
met daarbij (ingebedde) (winterse) buien, met een kleine kans op onweer.


ZICHT:
In sneeuw de gebruikelijke zichtverslechteringen. In de nacht naar
donderdag mogelijk nevelig, in de trog is ook mist niet uitgesloten.

TEMPERATUUR:
Komende nacht iets onder nul. Kans op gladheid is gering omdat de wegen
meest droog zijn. Woensdag overdag in de sneeuwzone nul of iets
daarboven, achter de windsprong geleidelijk oplopend tot enkele graden
boven nul. In de nacht naar donderdag weer op veel plaatsen lichte vorst
en dan gladheidskansen als gevolg van bevriezing van natte
weggedeelten.



Paraaf meteoroloog: nolet
Bron: KNMI