Guidance middellange en lange termijn

28-01-2019 04:20
Guidance middellange en lange termijn

Opgesteld door het KNMI op maandag 28 januari 2019 om 03.51 uur

Geldig van woensdag 30 januari tot maandag 11 februari

Synoptische ontwikkeling:
Komende week is de WNW-OZO gerichte straalstroom op Zuidwest-Europa
gericht. Aan de noordflank hiervan bevindt ons aandachtsgebied zich tot
en met het weekeinde in steeds maritiem polaire lucht. Een kleinschalig
actief laagje boven Frankrijk vult woensdag geleidelijk op en wordt
daarbij opgenomen in een grootschaliger maar vlakker laag boven de
Noordzee. Frontale restanten trekken daarbij deels over ons land terwijl
ze in activiteit afnemen. Het zwakke front boven ons land lijkt
donderdag soms nog even te activeren en neerslag te produceren. Op
donderdag en vrijdag trekt een omvangrijk lagedrukgebied net ten
zuidwesten van de Britse Eilanden richting Frankrijk, alwaar het
vrijdagavond aankomt. Zaterdag ontstaat er boven Noord-Frankrijk weer
een aparte kern welke in de loop van de dag boven Nederland komt te
liggen met daarbij ook frontale activiteit. Zondag vult het laag op
boven de Noordzee. Vanaf zondag zien we dat we geleidelijk onder invloed
komen van hogedruk. Het hoog west van het Iberisch Schiereiland krijgt
mogelijk een uitloper richting het Europese vasteland.

Modelbeoordeling en onzekerheden:
Tot en met zaterdag is de onzekerheid in de evolutie van de
grootschalige synoptische setting vrij gering. Echter, de kleinschalige
laagjes en de zwakke frontale structuren maken een gedetailleerde
verwachting voor onze omgeving vanaf woensdag bijzonder lastig. Ook of
de neerslag in de vorm van regen of (natte) sneeuw valt hangt van de
precieze configuratie en timing van lagedrukgebiedjes en fronten af. In
de nachten vriest het meest licht, afhankelijk van een eventueel
sneeuwdek, opklaringen en wind zou het soms ook matig kunnen vriezen. De
maxima liggen meest enkele graden boven nul. De kans op sneeuw neerslag
ligt woensdag rond 70%, donderdag rond 50%. Vrijdag en zaterdag ligt de
neerslagkans rond 60%, maar daar zitten dan ook EPS-leden met gewoon
regen tussen. De Oper geeft op zaterdag lokaal meer dat 5 cm sneeuw, het
is daarmee wel een uitschieter. Op de langere termijn zien we in een
meerderheid van het ensemble de mogelijke vorming van een
hoogterug/hogedrukuitloper richting het Europese vasteland. Waar deze
dan precies komt te liggen is nog erg onzeker, de windrichtingpluim
geeft op deze termijn een grote variatie. De meerderheid van de leden
houdt de temperatuur rond of iets onder het langjarig gemiddelde, de
kans op (meest lichte) vorst in de nacht en vroege ochtend blijft
ongeveer 60%. Het aantal minder koude, of later zelfs zachte leden neemt
geleidelijk wel wat toe. De neerslagkans neemt af naar ca. 30%.

Samenvatting meerdaagse-periode:
Wisselvallig en vrij koud weertype met elke dag wel kans op (natte)
sneeuw, vrijdag en zaterdag mogelijk ook regen.

Samenvatting EPS-periode:
Geleidelijke overgang naar een droger weertype, de neerslagkans neemt af
naar ca. 30%. De temperaturen liggen meest rond of iets beneden het
langjarig gemiddelde met in de nachten soms lichte vorst.



Paraaf meteoroloog: homan
Bron: KNMI