Guidance modelbeoordeling voor Nederland

27-01-2019 00:40
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 18 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot zondag 27 januari 2019 24.00 locale tijd

Opgesteld op zaterdag 26 januari 2019 om 23.56 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een lagedrukgebied ligt ten oosten van Schotland. Het bijbehorende
noord-zuid georienteerde koufront ligt om 00 UTC boven het midden van
het land en verlaat spoedig via het oosten ons land. Een trog met daarin
restanten van een back-bent occlusie bereikt halverwege de ochtend de
westkust en verlaat het oosten aan het begin van de middag. Het
lagedrukgebied heeft twee kernen die enigszins om elkaar heen bewegen
terwijl het geheel geleidelijk zuidoostwaarts beweegt. Uiteindelijk
wordt het laag een geheel en bereikt halverwege de avond de
noordwestkust en verlaat maandag in de tweede helft van de nacht het
oosten van het land bij Drenthe/Twente. Om het laag draait een occlusie
in en zal in de eerste helft van de avond de westkust bereiken en verder
over met name de zuidelijke helft van het land trekken. Bovendien bevind
zich aan de zuid- en westflank van het laag een venijnig windveld dat op
de zuidwestkust komt en in de nacht naar maandag en maandagochtend ook
het noordwestelijk en noordelijk kustgebied. De rest van de occlusie aan
de westflank van het laag trekt later in de nacht naar maandag en
maandagochtend van west naar oost over het land. Maandag minder voert
een in in kracht afnemende noordwestelijke stroming maritiem polaire
lucht aan.

MODELBEOORDELING:
HARM40 en Hirlam hebben nagenoeg dezelfde koers van het laag in de nacht
naar maandag, HARM36 en EC volgen een koers die ca. 50 km
noordoostelijker loopt. Hiermee zien we ook dat de sterkste wind in de
laatstgenoemde modellen wat noordelijker op de westkust komen. Voor de
waarschuwingen heeft dit niet zo heel veel consequenties, dit blijven
Zeeland en Zuid-Holland.


AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
belangrijkste aandachtspunt is het venijnige windveld aan de zuid- en
westflank van laag, alle modellen komen met een 9 Bft tot pal op de
Zeeuwse en Zuid-Hollandse kust. De windstoten vlak aan zee zullen rond
90-100 km/uur komen te liggen, landinwaarts in deze provincies 75-90
km/uur. Gezien de windrichting kan ook het westen van Noord-Brabant
hiermee te maken krijgen. In de nacht naar maandag breidt het windveld
zich aan de westflank van het laag naar het noorden uit en neemt daarbij
heel langzaam wat af, langs de kust naar 8 Bft. Wellicht krijgen ook
Noord-Holland en het westelijke Waddengebied nog te maken met zware wind
stoten, alleen niet meer zo sterk als in het zuidwesten. Maandagochtend
breidt het windveld zich uit naar het oosten maar neemt daarbij af naar
7 Bft, van zware windstoten is dan geen sprake meer. De 7 Bft in de
kustdistricten verdwijnt in de middag, de 6 Bft in de avond.

BEWOLKING:
Achter het koufront convectieve bewolking met toppen FL150-200. In de
valse warme sector zijn de dauwpunten nog relatief hoog en kan er bij de
wat meer geclusterde buien stratus ontstaan, dit zien we met name boven
land gebeuren. Er is weinig ruimte voor opklaringen. Ook bij de
ingedraaide occlusie een massief pakket gelaagde frontale bewolking.
Maandag overdag in de polaire lucht boven de Noordzee aanmaak van Cb's,
progtemps geven laten toppen toe tot ca. FL160.

NEERSLAG:
Op het koufront stratiforme regen, achter het koufront geregeld buien.
Met een MUCAPE van 200-400 J/kg en een schering van 10-15 kn gaat het
veelal om single cells soms wat geclusterd. Na trogpassage neemt van het
westen uit neemt de buienkans in de middag flink af. Bij de buien is
onweer mogelijk, vooral in de kustprovincies, buien worden voor de kust
gevoed door het relatief warme zeewater en mogelijk speelt ook
kustconvergentie ook nog een rol. Op de ingedraaide occlusie perioden
met regen. Maandag overdag geïsoleerde buien, MUCAPE 100-200 J.kg en
effectieve schering ca. 15 kn, ook nu dus single cells.

ZICHT:
Goede zichten, in neerslag matige tot slechte zichtwaarden.

TEMPERATUUR:
Geen bijzonderheden.



Paraaf meteoroloog: homan
Bron: KNMI