Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 00 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot vrijdag 25 januari 2019 24.00 locale tijd

Opgesteld op donderdag 24 januari 2019 om 04.58 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Het aandachtsgebied bevindt vrijwel in een zadelgebied met weinig
stroming. In deze stroming ligt nog een zwakke noord-zuid georienteerde,
vrijwel stationaire occlusie boven het westen. Oost van de occlusie
wordt de lucht geleidelijk iets droger. Het zadelgebied beweegt in de
loop van vandaag oostwaarts, waardoor de stroming op hoogte zwak
noordwestelijk wordt. Boven de Noordzee ligt een noord-zuid
georienteerde trog. De trog komt langzaam dichter bij de kust, maar komt
pas vrijdagochtend echt het land op als de stroming op nadering van een
warmtefront iets in kracht toeneemt. Het warmtefront wordt vrijdagmiddag
tegen het westen verwacht.

MODELBEOORDELING:
Qua bewolking scoren alle modellen slecht in vergelijking met de actuele
situatie. Hirlam komt nog het dichtst bij de realiteit maar heeft ook te
weinig bewolking. Ook voor de komende nacht laten alle modellen weer
brede opklaringen zien en zijn de verschillen groot, we houden hierin
een slag om de arm. Ten aanzien van de positie en timing van de trog
zijn er niet heel veel verschillen. Alle modellen laten hierop een
duidelijk maar zwak convectief signaal zien, waarbij de hoogte van de
wolkentoppen relevant is voor de neerslagvorm van de buien boven Zeeland
en de Zuid-Hollandse eilanden. Eventuele gladheidsperikelen (natte
sneeuw of regen die mogelijk op een koud wegdek valt) zijn niet
ondenkbaar. De timing van de neerslag op het warmtefront loopt in de
diverse modellen nogal uiteen. EC is duidelijk het vlotst en Har36 loopt
daar ettelijke uren achteraan. Overigens laten alle modellen aan de
voorzijde van het neerslag gebied winterse varianten zien. Hirlam is erg
gericht op ijsregen/ijzel, echter de hierbij berekende hoeveelheden zijn
dermate gering dat we dit niet te zwaar aanzetten. Deze run is in alle
modellen de sneeuwkans verder landinwaarts geschoven.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Geen bijzonderheden.

BEWOLKING:
Momenteel veel grenslaagbewolking: Sc, lokaal ook net onder de ST grens.
Boven Duitsland zijn enkele opklaringen te zien, deze lopen tot nog toe
allemaal dicht. Op de trog boven zee Cb's, toppen tot FL120-150,
top-temperaturen gaan dan naar iets onder -20 graden.

NEERSLAG:
Op de occlusie mogelijk lokaal nog wat motsneeuw. Op de trog zien we een
duidelijk convectief signaal, dat later op donderdag iets lijkt te
activeren als de convergentie iets toeneemt (trog verscherpt iets en
krijgt mogelijk even interactie met een andere trog die vanaf East
Anglia zuidoostwaarts trekt). De neerslagsoort voor met name Zeeland en
Zuid-Holland is een voortdurend aandachtspunt. De buien die in de trog
ontstaan lopen in de zwakke noordwestelijke stroming net wel of niet het
land op. Mogelijk levert dit worst case zeer lokaal regen op een
bevroren ondergrond op (ijzel). Als de toppen net koud genoeg zijn kan
het gaan om een enkele lichte (natte) sneeuwbui. Schering is minimaal,
net als CAPE (rode 100 J/kg). De neerslag van het warmtefront voor
vrijdag zal aanvankelijk winters zijn en geleidelijk overgaan naar
"warm" water.

ZICHT:
Vannacht nevelig en in een mogelijke opklaring mogelijk ondiepe
(aanvriezende) mist. Overdag moet in het overgrote deel van het land het
zicht langzaam oplopen (ondiepe laag). In winterse neerslag matig tot
slechte zichten.

TEMPERATUUR:
De ontwikkeling van de wegdektemperatuur is een aandachtspunt voor
eventuele gladheid ten gevolge van de lichte winterse neerslag in
Zeeland en Zuid-Holland.



Paraaf meteoroloog: veeken
Bron: KNMI