Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 18 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot donderdag 24 januari 2019 24.00 locale tijd

Opgesteld op woensdag 23 januari 2019 om 23.45 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Het aandachtsgebied bevindt vrijwel in een zadelgebied met weinig
stroming. In deze stroming ligt nog een zwakke noord-zuid georienteerde
occlusie boven het westen, die vrijwel stationair ligt. Oost van de
occlusie wordt de lucht geleidelijk iets droger. Het zadelgebied beweegt
in de loop van donderdag oostwaarts, waardoor de stroming op hoogte zwak
noordwestelijk wordt. Boven de Noordzee ligt een noord-zuid
georienteerde trog. De trog komt langzaam dichter bij de kust, maar komt
pas vrijdagochtend echt het land op als de stroming op nadering van een
warmtefront iets in kracht toeneemt. Het warmtefront wordt vrijdagmiddag
tegen het westen verwacht.

MODELBEOORDELING:
Qua bewolking scoren alle modellen slecht in vergelijking met de actuele
situatie. Hirlam komt nog het dichtst bij de realiteit. de overige
modellen zijn veel te voortvarend met opklaringen. Ook voor de komende
nacht laten alle modellen weer brede opklaringen zien, we houden hierin
een slag om de arm. Ten aanzien van de positie en timing van de trog
zijn er niet heel veel verschillen. Alle modellen laten hierop een
duidelijk maar zwak convectief signaal zien, waarbij de hoogte van de
wolkentoppen relevant is voor de neerslagvorm van de buien boven Zeeland
en de eventuele gladheidsperikelen (natte sneeuw of regen die mogelijk
op een koud wegdek valt). De timing van de neerslag op het warmtefront
loopt in de diverse modellen nogal uiteen. EC is duidelijk het vlotst en
Har36 loopt daar ettelijke uren achteraan. Overigens laten alle modellen
aan de voorzijde van het neerslag gebied winterse varianten zien.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Geen bijzonderheden.

BEWOLKING:
Momenteel veel grenslaagbewolking: Sc, lokaal ook net onder de ST grens.
Boven Duitsland zijn enkele opklaringen te zien, deze lijken echter
dicht te lopen. In de trog boven zee Cb's, toppen tot FL120-150,
top-temperaturen gaan dan naar iets onder -20 graden. Onweer is dan niet
uit te sluiten.

NEERSLAG:
Op de occlusie mogelijk lokaal wat lichte motsneeuw. Op de trog zien we
een duidelijk convectief signaal, dat later op donderdag iets lijkt te
activeren als de convergentie iets toeneemt (trog verscherpt iets en
krijgt mogelijk even interactie met een andere trog die vanaf East
Anglia zuidoostwaarts trekt). De neerslagsoort voor met name Zeeland is
morgen voortdurend een aandachtspunt. De buien die in de trog ontstaan
lopen in de zwakke noordwestelijke stroming net wel of niet het land op.
Mogelijk levert dit worst case zeer lokaal regen op een bevroren
ondergrond op (ijzel). Dit zou donderdagochtend en vooral vanaf
donderdagavond het geval kunnen zijn. Als de toppen net koud genoeg zijn
kan het gaan om een enkele lichte (natte) sneeuwbui. Schering is
minimaal, net als CAPE (rode 100 J/kg). De neerslag van het warmtefront
voor vrijdag zal aanvankelijk winters zijn en geleidelijk overgaan naar
"warm" water.

ZICHT:
Vannacht nevelig en in een mogelijke opklaring mogelijk ondiepe
(aanvriezende) mist. Overdag zou het in het overgrote deel van het land
het zicht toch wel langzaam moeten oplopen (ondiepe laag). TAFGuidance
geeft ook overdag nog redelijk hoge kansen voor aanhoudende nevel, maar
gezien de redelijk goede condities iets stroomopwaarts afgelopen dag
gaan we ervan uit dat we niet in de nevel blijven. In winterse neerslag
matig tot slechte zichten.

TEMPERATUUR:
In een opklaring vannacht mogelijk strenge vorst. De ontwikkeling van de
wegdektemperatuur is een aandachtspunt voor eventuele gladheid ten
gevolge van de lichte winterse neerslag in Zeeland.



Paraaf meteoroloog: veeken
Bron: KNMI