Guidance modelbeoordeling voor Nederland

23-01-2019 18:00
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 12 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot donderdag 24 januari 2019 24.00 locale tijd

Opgesteld op woensdag 23 januari 2019 om 18.34 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Het aandachtsgebied bevindt zich net aan de oostzijde van een
zadelgebied met weinig stroming. In deze stroming ligt nog een zwakke
noord-zuid georienteerde occlusie boven het midden, die langzaam nog
iets westwaarts trekt in een zeer zwakke noordoostelijke stroming. Boven
het uiterste westen komt dit inactieve systeem min of meer tot
stilstand. Dat geldt ook voor het bijbehorende vocht. Oost van de
occlusie wordt de lucht geleidelijk iets droger. Geleidelijk beweegt het
zadelgebied in de loop van donderdag oostwaarts, waardoor de stroming op
hoogte zwak noordwestelijk wordt. Boven de Noordzee ligt een noord-zuid
georienteerde trog. De trog komt langzaam dichter bij de kust, maar komt
pas vrijdagochtend echt het land op als de stroming op nadering van een
warmtefront iets in kracht toeneemt.

MODELBEOORDELING:
We zien dat H36 en in mindere mate Ha40 het veel te snel laten opklaren.
Hirlam en EC geven wat dat betreft als we naar de actualiteit kijken een
realistischer beeld. Ten aanzien van de positie en timing van de trog
zijn er niet heel veel verschillen. Alle modellen laten hierop een
duidelijk convectief signaal zien, waarbij de hoogte van de wolkentoppen
relevant is voor de neerslagvorm van de buien boven Zeeland en de
eventuele gladheidsperikelen (natte sneeuw of regen die mogelijk op een
koud wegdek valt).

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Geen aandachtspunten.

BEWOLKING:
Momenteel veel grenslaagbewolking: Sc en vooral in het noordwesten ST,
die maar heel langzaam westwaarts beweegt. Het uiterste
westen/kuststrook blijft gevoelig voor ST. Vochtvelden lijken daarvoor
een goede indicatie te geven. In de trog boven zee Cb's, toppen tot
FL120-150, top-temperaturen gaan dan naar iets onder -20 graden. Onweer
is dan niet uit te sluiten. Schering is minimaal, net als CAPE (rode 100
J/kg).

NEERSLAG:
Op de occlusie mogelijk lokaal wat lichte motsneeuw. Op de trog zien we
een duidelijk convectief signaal, dat later op donderdag nog iets lijkt
te activeren als de convergentie iets toeneemt (trog verscherpt iets en
krijgt mogelijk even interactie met een andere trog die vanaf East
Anglia zuidoostwaarts trekt). De neerslagsoort voor met name Zeeland is
morgen voortdurend een aandachtspunt. De buien die in de trog ontstaan
lopen in de zwakke noordwestelijke stroming net wel of niet het land
op. Mogelijk levert dit worst case zeer lokaal regen op een bevroren
ondergrond op (ijzel). Dit zou donderdagochtend en vooral vanaf
donderdagavond het geval kunnen zijn. Als de toppen net koud genoeg zijn
kan het gaan om een enkele lichte (natte) sneeuwbui.

ZICHT:
Met name in het westen mogelijk nevel in de loop van de avond of nacht.
In de opklaringen die van het oosten uit binnenkomen mogelijk ondiepe
(aanvriezende) mist. Morgen overdag zou het in het overgrote deel van
het land het zicht toch wel langzaam moeten oplopen (ondiepe laag).
TAFGuidance geeft ook overdag nog redelijk hoge kansen voor aanhoudende
nevel, maar gezien de redelijk goede condities iets stroomopwaarts
afgelopen dag gaan we ervan uit dat we niet in de nevel blijven.

TEMPERATUUR:
In langdurige opklaringen vannacht lokaal strenge vorst. De ontwikkeling
van de wegdektemperatuur is een aandachtspunt voor eventuele gladheid
ten gevolge van de lichte winterse neerslag in Zeeland.



Paraaf meteoroloog: buscher
Bron: KNMI