Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 12 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot maandag 14 januari 2019 24.00 locale tijd

Opgesteld op zondag 13 januari 2019 om 17.24 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Aan de zuidwestflank van een sturend laag boven Scandinavie staat er in
ons aandachtsgebied een west- tot noordwestelijke stroming. Een
secundair laag nabij de zuidpunt van Zweden trekt richting de Baltische
Staten. Het bijbehorende koufront op hoogte is al gepasseerd, het
grondkoufront ligt actueel oost-west georiënteerd boven het midden van
het land en trekt in de loop van vanavond snel zuidwaarts weg. Het
grondfront is vrij diffuus met zuid ervan dauwpunten van ca. 7°C of
iets hoger, noord ervan dalen de dauwpunten richting 5°C. In de loop
van de avond en de nacht naar maandag trekt de back bent-occlusie van
het laag zuidwaarts over het land. Achter deze occlusie wordt met een
noordwestelijke stroming koudere lucht gevoerd, waarin (winterse) buien
tot ontwikkeling komen. Maandagavond en in het begin van de nacht naar
dinsdag passeert een trekrug, waarna een warmtefront (actueel nog ruim
ten westen van Ierland) in de loop van de nacht naar dinsdag en
dinsdagochtend oostwaarts over de FIR trekt. Boven land gaat dit door
een koude plaklaag wat trager.

MODELBEOORDELING:
De actuele windstoten zitten nog steeds onder wat de modellen berekenen.
Aangezien de buiigheid ook meevalt is code geel inmiddels beperkt in
tijd en plaats. Voor maandag wordt de neerslagsoort bij de buien in het
noordoosten een aandachtspunt. Een winters karakter is dan mogelijk en
dit laten de NESO-berekeningen ook zien.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
In de kustgebieden en op het IJsselmeer is de wind krachtig tot hard,
6-7 Bft, in het noordelijk kustgebied eerst nog af en toe stormachtig, 8
Bft. Bij de buien komen lokaal (zware) windstoten voor van 60-70 km/uur
in het zuiden tot 80-90 km/uur in het noorden. Vanavond beperkt de kans
op zware windstoten tot ca. 80 km/uur zich geleidelijk tot de
noordelijke kustgebieden. Bij de occlusie wat minder wind, daarachter
een 7 tot 8 Bft in het oostelijk deel van de Noordzee (Vissersbank en
Duitse Bocht) met een mogelijke 9 Bft tegen de Deense kust.

BEWOLKING:
Vanavond tijdelijk toenemende onstabiliteit tot FL120-170, met de
grootste onstabiliteitsdiepte in het noordoosten van het luchtruim. Na
passage van de occlusie zien we een tijdelijke afname van de
onstabiliteit. Maar in het noordoosten gaan de toppen maandag overdag
tijdelijk nog even naar FL090. Op nadering van de trekrug steeds lagere
toppen. In de loop van de nacht naar dinsdag neemt de SC en vooral
dinsdagochtend ook ST van het westen uit toe op nadering van en bij het
warmtefront.

NEERSLAG:
Op en na het koufront zien we een duidelijk convectief signaal. De
onweerskans zijn zeer klein, AIL niet helemaal uitgesloten. Op de
occlusie daalt het FZL naar 3000 ft, daarachter nog verder. In het
noordoosten en in de Limburgse heuvels is maandag overdag dieper in de
koudere lucht wat natte sneeuw of korrelhagel mogelijk. NESO geeft een
indicatie en met FZL van 1000-1500 vt is het zeker mogelijk. Bij het
warmtefront van dinsdag loopt het FZL vrij snel op, waardoor winterse
neerslag daarbij onwaarschijnlijk is.

ZICHT:
Buiten neerslag goede zichten, in buien kortdurend matig tot slecht.

TEMPERATUUR:
Maandagavond dieper in de polaire lucht zien we de temperatuur in het
oosten vrij snel dalen tot dicht bij het vriespunt. In de nacht van
maandag op dinsdag is lokale gladheid door bevriezing dan ook niet
uitgesloten. Wel is het zo dat in de loop van de nacht naar dinsdag de
Sc en vooral dinsdagochtend ook St van het westen uit toeneemt op
nadering van en bij het warmtefront. Ook valt de wind, mede door de
bewolking maar vooral ook door een toenemende drukgradiënt, niet
helemaal weg; de geowind neemt in de nacht snel toe naar 30 knopen of
meer. Dit alles zorgt ervoor dat de wegdektemperatuur in de nacht naar
dinsdag alleen in het oosten waarschijnlijk lokaal onder nul komt,
waarbij het de vraag is of het wegdek nog nat is.



Paraaf meteoroloog: haklande
Bron: KNMI