Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 12 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot zaterdag 12 januari 2019 24.00 locale tijd

Opgesteld op vrijdag 11 januari 2019 om 17.22 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een hoog bij Ierland trekt langzaam zuidwaarts. Een warmtefront ligt net
ten zuidoosten van het land en trekt verder zuidoostwaarts. Ons hele
aandachtsgebied komt dan in een warme sector terecht. Ten noorden van
het hoog ligt bij Ierland een frontaal systeem dat zuidoostwaarts trekt
en waarvan de occlusie aan het eind van de ochtend het noordwesten van
ons land bereikt. Daarvandaan trekt het zuidoostwaarts en verlaat het
zuidoosten aan het eind van de middag. Achter de occlusie wordt polaire
lucht aangevoerd, maar in de loop van de nacht van zaterdag op zondag
nadert bereikt een nieuw warmtefront vanuit het westen ons land.

MODELBEOORDELING:
Het meest in het oog springende verschil zit in de convectieve neerslag
in de polaire lucht achter de occlusie. EC en Hirlam later in het hele
land buien zien met het sterkste buiensignaal in HAR36, direct achter de
occlusie. HAR40 geeft pas veel later buien en ook alleen maar in het
oosten van het land. Alle progtemps laten duidelijk buiigheid toe en
bovendien is dit een bekend verschijnsel van HAR40 (te weinig
buienactiviteit) en we gaan dan ook uit van buien over het land.
Waarschijnlijk zijn de buien boven de noordelijke helft het talrijkst en
meest actief vanwege de koudste bovenlucht.
Qua wind geven de modellen een duidelijke indicatie van 7 Bft achter de
occlusie in de loop van zaterdag, terwijl EC maar tot een 6 Bft komt.
Die onderschatting van de wind in EC zien we vaker en we gaan uit van 7
Bft.
In de warme sector geven alle modellen een duidelijk signaal voor St met
Hirlam duidelijk het minst. Actueel zit er echter meer dan Hirlam
aangeeft en we gaan uit van St in de hele warme sector.
De timing van de stratiforme neerslag bij het warmtefront van zondag
verschilt tussen de modellen, Hirlam is namelijk 2-3 uur eerder dan de
overige modellen. Voorlopig houden we Hirlam aan.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
In de warme sector in de noordelijke kustdistricten seinen voor NW 6
Bft. Op nadering van de occlusie komende nacht toename van de wind naar
W 7 Bft in alle kustdistricten. Deze zullen blijven staan tot
zondagochtend. Qua uitschieters blijven de zware windstoten volgens alle
modellen boven (de noordelijke) Noordzee.

BEWOLKING:
Actueel in de warme sector een vrij dik Sc pakket (4000 vt dik) met
lokaal ST onder 1000 vt. De modellen laten een kans op St zien tot aan
de passage van de occlusie, dat honoreren we ook. Bij het warmtefront
van zondag weer St. Achter de occlusie CB's/TCU's met toppen tot max
FL120. Lage Cape (max 100), single cell.

NEERSLAG:
In de warme sector lichte (mot)regen door een vrij dik Sc pakket (4000
vt) tot aan de occlusie. Op de occlusie stratiforme neerslag. Achter de
occlusie (losse) buien, waarschijnlijk zijn de buien boven de
noordelijke helft het talrijkst en meest actief vanwege de koudste
bovenlucht. Op het warmtefront van zondag weer stratiforme neerslag.

ZICHT:
Vooral in motregen in de warme sector slechte zichtcondities. Daarbuiten
veelal goed. Na passage van de occlusie in de polaire lucht buiten de
buien uitstekend zicht.

TEMPERATUUR:
Geen bijzonderheden.



Paraaf meteoroloog: tuenter
Bron: KNMI