Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 06 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot donderdag 10 januari 2019 24.00 locale tijd

Opgesteld op woensdag 09 januari 2019 om 09.46 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Aan de oostflank van een hogedrukgebied ten westen van Ierland voert een
geleidelijk in kracht afnemende noordelijke stroming vrij droge maritiem
polaire lucht aan. Een ZW-NO georienteerde rug boven de Noorse Zee trekt
zuidwaarts en kantelt naar een meer W-O orientatie voordat deze later
vanavond het noorden van de FIR bereikt. Donderdag overdag passeert deze
vlakke rug heel geleidelijk zuidwaarts het land, waarbij de stroming
geleidelijk naar west draait. Aan de noordflank van de rug komt een
eveneens ZW-NO georienteerd warmtefront in de tweede helft van
donderdagmiddag van het noordwesten uit onze FIR binnen en bereikt aan
het einde van de avond de noordwestkust. Op hoogte bereikt de voorste
begrenzing van de warme lucht het noordwesten van het land al in de loop
van donderdagmiddag. Pas in de loop van vrijdrachtochtend bereikt het
grondfront ook het zuidoosten.

MODELBEOORDELING:
Synoptisch zijn er weinig verschillen tussen de modellen. Aandachtspunt
is de neerslag bij het warmtefront op donderdag. Door opglijding bevindt
zich ruim voor het grondfront al de eerste neerslagzone, deze voorste
zone wordt door HARM36 vrijwel gemist. De eerste lichte (mot)regen
bereikt het noordwesten al in de loop van donderdagmiddag en het
uiterste zuidoosten tegen het einde van de avond. Vervolgens is er een
duidelijke kans op winterse neerslag later in de avond en in de nacht
naar vrijdag in het (uiterste) zuidoosten, te zien in de NESO-plaatjes
van H40, HIR en EC. Gezien de profielen die vrijwel geheel onder nul
komen in het zuiden van Limburg lijkt natte en zelfs droge sneeuw daar
wel waarschijnlijk. Elders in het uiterste zuidoosten bij doorvallende
neerslag mogelijk tijdelijk natte sneeuw. Het signaal voor ijzel dat de
Harmonies laten zien lijkt niet realistisch en komt voort uit een dun
laagje nabij de grond waar de temperatuur in het model dan onder nul zou
kunnen zijn (uitstraling), wanneer de eerste waarschijnlijk nog niet
significante neerslag gaat vallen. Deze laag is echter niet dik genoeg
voor onderkoeling en daarnaast zijn de wegdektemperaturen onder de
bewolking al boven nul gekomen.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Aan de kust nog lange tijd 6-7 Bft, boven zee bij buien eerst nog kans
op uitschieters tot 75 km/uur. De 7 Bft verdwijnt tegen de avond en de 6
Bft tegen middernacht.

BEWOLKING:
Vooral in het westen van de FIR convectieve bewolking met Cb's, van het
noorden geleidelijk meer TCu's, met toppen tot rond FL100. Van het
noorden uit verdwijnen de TCU's/CB's geleidelijk in de loop van de
middag. Door stuw zien we in de nacht naar donderdag tegen de Ardennen
wat stratus ontstaan aan de noordkant van de Ardennen, deze lijkt net
niet binnen Zuid-Limburg te komen. Donderdag overdag van het noordwesten
uit toenemende frontale bewolking op nadering van het warmtefront, de
stratus is pas zichtbaar bij het grondfront. In de avond zien we de
grenslaag wel vochtiger worden door de neerslag die door een koude
grenslaag valt, de kans op stratus neemt hierdoor ook voor het
warmtefront geleidelijk toe. In het uiterste zuidoosten waar er later in
de avond (natte)sneeuw berekend wordt wordt lage stratus berekend.

NEERSLAG:
Zie de modelbeoordeling.

ZICHT:
In de polaire lucht buiten buien uitstekende zichtcondities.

TEMPERATUUR:
In de nacht naar donderdag landinwaarts op veel plaatsen temperaturen
onder het vriespunt door de combinatie van windafname en brede
opklaringen. Waarschijnlijk zijn de wegen dan droog en is de kans op
gladheid klein. In de nacht naar vrijdag zou het wegdek net boven nul
moeten zijn gekomen voordat ook in het zuidoosten de eerste neerslag
valt. Wel kans op gladheid door sneeuwval (en in de Limburgse heuvels
ook door de mogelijke vorming van een tijdelijk sneeuwdek).



Paraaf meteoroloog: wijs
Bron: KNMI