Guidance modelbeoordeling voor Nederland

21-06-2016 16:40
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 12 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot woensdag 22 juni 2016 24.00 locale tijd

Opgesteld op dinsdag 21 juni 2016 om 18.25 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
In een zuidwestelijke stroming bevinden zich twee barokliene structuren.
Een golvende barokliene band ligt ZW-NO georiënteerde boven het noorden
van het land. De barokliene band trekt al golvend langzaam naar het
noordoosten en lijkt boven het (zuid)oosten te stagneren, al is de
structuur wel steeds lastiger te herkennen. Zuid ervan bevindt zich
vochtige lucht.
Een andere N-Z georiënteerde zone boven het westen van België trekt
langzaam oostwaarts, hierachter stroomt iets drogere lucht het
zuidwesten van het land binnen. De andere structuur is een frontale zone
Midden-Frankrijk met een koufront karakter. Deze wordt met een
zuidelijke stroming opgetild en komt morgenmiddag als warmtefront aan
boven het zuiden van het land. We komen dan geleidelijk in de warme
sector waarin morgenmiddag een thermische vore boven West-Frankrijk
ontstaat. Hierop zullen naar verwachting morgenavond (forse)
onweerscomplexen op ontstaan welke in een zuid(west)elijk bovenstroming
's nachts naar het westelijk deel van de FIR worden getransporteerd.
Donderdag overdag zou de vore ergens boven het land moeten liggen en
neemt de kans op forse onweersbuien sterk toe. De situatie doet denken
aan een Spaanse Pluim. Het koufront blijft voorlopig ten westen van ons
liggen, de Theta-W 850-waarden lopen op naar 17-18 °C.


MODELBEOORDELING:
Alle modellen hebben ook de neerslag bij het barokliene bandje, dat
langzaam oostwaarts trekt (golf top in de analyse 00 UTC ter hoogte van
Nieuw Beerts, daar wordt ook de meeste neerslag berekend). Op de
barokliene band stratus boven land en mist boven zee (kan gekoppeld
worden aan de occlusie in de analyse). De modellen geven hiervoor
indicatie, maar er is nog steeds geen model dat de actualiteit goed te
pakken heeft. Morgen zien we bij het warmtefront op de westelijke
Noordzee in alle modellen weer stratuskansen, het meest enthousiast in
Harm38. Morgenmiddag nabij het warmtefront of in de warme sector wat
neerslagsignalen uit SC of middelbare bewolking. Morgenavond en in de
nacht naar donderdag komen alle modellen met convectieve complexen boven
het westelijke deel van de FIR. Twee actieve buitengebieden kunnen aan
twee Theta-W tongen gekoppeld worden. De meest oostelijke lijkt op de
?spanish plume?, de tweede lijkt aan het naderend koufront gekoppeld
worden, al is dit (nu) nog niet echt duidelijk. Niet alleen is onweer
een aandachtspunt maar ook de hoeveelheden neerslag.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
In de nacht naar donderdag bij convectie voorlopig geen forse
uitschieters lijkt het. De convectie wordt niet vanaf de grond gevoed en
impuls moet dus eerst de inversie doorbreken. Op zich moet dit lokaal
wel mogelijk zijn bij een downdraft, maar er is voorlopig geen indicatie
dat de convectie donderdagnacht op grote schaal aanleiding geeft tot
zware windstoten. Donderdag overdag is dat wellicht een ander verhaal
als de convectie mogelijk vanaf de grond wordt gevoed en we zien dan ook
vooral in de ochtend in Harmonie uitschieters tot 41 kn boven land.

BEWOLKING:
Komende nacht vooral in het (zuid)oosten bij de barokliene band kansen
op stratus. Morgen in de loop van de ochtend bij het warmtefront weer
kans op stratus in het westelijke deel van de FIR en tevens overal
Sc-bewolking en middelbare bewolking, later weer wat meer cumuliform. In
de nacht naar donderdag geclusterde Cb?s (toppen tot FL400) in het
westen van de FIR.

NEERSLAG:
Bij de barokliene band af en toe (mot)regen, daarnaast ook TCU en kans
op een CB (Toppen FL100-150). Neersla trekt maar langzaam naar het
oosten weg. Morgen vooral bij het warmtefront of in de warme sector wat
lichte regen uit SC-velden of middelbare bewolking. In de nacht naar
donderdag een situatie die doet denken aan een Spaanse Pluim. Vooral in
het westen van de FIR sterk oplopende MUCAPE, tot 2000 J/Kg in het
zuidwesten. Effectieve schering vanaf 1200 m. 20-30 kn. Dit levert
multi-cellen op die redelijk goed georganiseerd zijn, gevoed vanaf circa
5000 vt. Waarschijnlijk ontstaan 's avonds bij de vore in West-Frankrijk
onweersbuien, mogelijk geforceerd door een RI van een jetstreak en
mogelijk een rimpel in het 500-hPa patroon. Deze multi-cellen kunnen
zichzelf dan in de nacht een tijd lang in stand houden tot over onze
omgeving. Aandachtspunten zijn dan vooral veel neerslag en hoge
bliksemintensiteiten. De PW loopt op tot waarden boven 40 mm. Harmonie
berekend tot donderdag 12 uur tot 70 mm in het zuidwesten.

ZICHT:
Op het zuidelijk deel van de Noordzee mist, langzaam naar het noorden
verplaatsend. Boven land in neerslag bij de barokliene band matig tot
zelfs slecht. Komende nacht boven land opnieuw kans op nevel of mist,
morgen bij het warmtefront op zee wederom kans op nevel of mogelijk
zelfs mist.

TEMPERATUUR:
Geen bijzonderheden.



Paraaf meteoroloog: tolvd
Bron: KNMI