Guidance middellange en lange termijn

Opgesteld door het KNMI op zondag 10 januari 2016 om 09.51 uur

Geldig van dinsdag 12 januari tot zondag 24 januari

Synoptische ontwikkeling:
Een groot sturend hoogtelaag ligt aan het begin van de periode (dinsdag)
boven het westen van Scandinavie en de Noordzee. Het centrum van dit
hoogtelaag verplaatst zich naar Rusland, waarna bij ons op woensdag een
hoogterug passeert, waarna op donderdag een volgende hoogtetrog
passeert, waarin boven onze omgeving een afsnoering plaats vindt. Op
zondag/maandag gebeurt dit nogmaals, waarna zich een hoogterug ten
westen van ons opbouwt, met de as vanaf de Atlantische Oceaan via de
Britse Eilanden naar Scandinavie. Gedurende deze hele periode ligt de
straalstroom ten zuiden van ons land en bevinden we ons in de polaire
lucht.
In het grondpatroon uit dit zich in lagedruk boven onze omgeving. Op
dinsdag ligt een lagedrukkern boven de Noordzee, welke opvult en over
het noorden van ons land trekt. Op donderdag ontstaat een nieuw laag
boven de Britse Eilanden. Deze trekt in de operationele run over het
zuidwesten van ons land naar het zuidoosten. Op zaterdag bevinden we ons
dan onder invloed van een rug, die met de rugas te zuiden van ons land
ligt, waarna op zondag/maandag ee volgend laag over ons land naar het
zuidoosten trekt. Daarna bouwt zich een rug op boven de Britse Eilanden.
Dit alles betekent dat we, afgaande op de operationele run aanvankelijk
nog een wisselvallig, buiig weertype hebben bij temperaturen ruim boven
nul, maar vanaf het einde van de week krijgt het weer winterse kenmerken
met dalende temperaturen en in de nacht naar vrijdag wellicht sneeuw of
ijzel. Het weekend is koud met op zondag/maandag opnieuw sneeuw of
ijzel.


Een sturend hoogtelaag boven de Atlantische Oceaan en een hoogterug ten
zorgen voor een zuidwestelijke bovenstroming. Dit hoogtelaag komt op
maandag (aan het begin van de verwachtingsperiode) boven de Britse
Eilanden aan en wordt vervolgens opgenomen in een hoogtelaag boven
Scandinavie, waarna boven onze omgeving een westelijke bovenstroming
komt te staan, waarna op vrijdag een volgend hoogtelaag over Denemarken
zuidoostwaarts beweegt. In het volgende weekend komt een hoogterug boven
de Britse Eilanden te liggen, waardoor bij ons de bovenstroming
noordelijk wordt.
In het grondpatroon is in de operationele run op maandag een laag boven
de Britse Eilanden te zien, wat op dinsdag opvullend over ons heen
trekt. Daarachter op woensdag en ook donderdag kleine laagjes boven de
Noordzee, waarna op vrijdag een uitdiepend laag over het zuiden van het
land trekt. De gehele periode zitten we dan in de polaire lucht. Daarna
bouwt zich in de operationele run een hoog op boven onze omgeving, wat
vervolgens naar Scandinavie trekt.



Modelbeoordeling en onzekerheden:
Bovenstaand grootschaling stromingspatroon wordt voor de eerste dagen
door het overgrote deel van de EPS-leden ondersteund. De hoogtetrog voor
donderdag zit ook in het overgrote deel van de EPS-leden, maar de
afsnoering van het hoogtelaag maar in een beperkt deel. Ditzelfde geldt
voor de afsnoering van het hoogtelaag op maandag. Een groot deel van de
EPS leden toont voor begin volgende week de hoogterug ten westen van
ons.
In het grondpatroon zien we voor de eerste dagen in vrijwel het gehele
ensemble de lagedruk in onze omgeving. De helft van de leden toont een
een laagje wat op donderdag over onze omgeving naar het zuidoosten
loopt. Het volgende laag, volgende week maandag is in de operationele
run prominenter aanwezig dan in de andere EPS-leden.
Dit alles geeft een wisselvallig weertype, de eerste dagen bij
temperaturen rond een graad of 6. In de nachten kan het in opklaringen
dicht bij nul komen. Geleidelijk neemt de kans op een kouder weertype
toe. Op de langere termijn (vanaf het volgende weekend) neemt de
spreiding in temperatuur flink toe;


Samenvatting meerdaagse-periode:
Wisselvallig en bewolkt weertype. Aan het eind van de week een
toenemende kans op een kouder weertype met winterse neerslag.

Samenvatting EPS-periode:
Aanvankelijk grote kans op een koud weertype, maar in de loop van de
periode toenemende onzekerheid. De kans op een droog weertype (60%) is
groter dan de kans op wisselvallig weer (40%).



Paraaf meteoroloog: zwagers
Bron: KNMI