Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 12 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot zaterdag 29 december 2018 24.00 locale tijd

Opgesteld op vrijdag 28 december 2018 om 17.09 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een omvangrijk hogedrukgebied strekt zich uit over het zuidwesten van
Europa. In de grenslaag is boven het zuidoosten van het land nog vrij
koude droge continentale lucht aanwezig. De zachtere en vochtigere
maritieme lucht in het noordwesten kan de koude lucht slechts langzaam
verdrijven en glijdt daarbij ook deels over de koude lucht heen. Een
zwakke occlusie trekt vanavond van noordwest naar zuidoost over ons
land, deze glijdt echter over de koude plaklaag in het zuidoosten heen.
Een actief lagedrukgebied trekt zaterdag overdag van Schotland via de
noordelijke Noordzee richting Denemarken. Het bijbehorende occluderende
frontale systeem trekt in de middag over ons land zuidoostwaarts en
verlaat het zuidoosten in de avond. Tegelijkertijd trekt dan het
ingedraaide deel van de occlusie nog over het noordoosten van het land.
De sterke gradient verdrijft de koude plaklaag definitief, achter de
occlusie komt het aandachtsgebied in de polaire lucht (Td 4-5°C)

MODELBEOORDELING:
Modellen hebben moeite met grenslaagbewolking, nowcasten is het devies.
Lage bewolking in het zuiden is nog afkomstig van een mistveld dat
afgelopen ochtend is ontstaan, deze zal advectief het zuidoosten nog
gaan bereiken. Volgende aandachtspunt wordt de passage van de zwakke
occlusie vanavond en de condities na passage ervan. Nabij de occlusie
kan a.g.v. het opglijden over de koude plaklaag vooral in het zuidoosten
lage stratus of mist ontstaan, dit scenario laten alle modellen min of
meer zien. Na passage van de occlusie breekt vooral in Hirlam en Ec de
Sc-bewolking, hierdoor kan de grenslaag weer afkoelen en kan er opnieuw
lage stratus of mist ontstaan. De vraag is of dat realistisch is, a.g.v.
kustconvergentie lijkt het aannemelijk dat er steeds Sc-bewolking wordt
aangemaakt, al lijkt die Sc wel vrij dun afgaande op satellietbeelden
van de afgelopen uren.
Ander aandachtspunt is de wind bij het actieve laag. In principe zitten
alle modellen redelijk op een lijn, alleen de Hirlam06 was een
duidelijke uitschieter met een dikke 8 Bft in het NW-kustgebied en
windstoten van 90 km/u. Voorlopig gaan we uit van 7 Bft, mogelijk 8 Bft,
langs de kust en uitschieters rond 75 km/u in het noordelijk kustgebied.
In de timing van het occluderende frontaal systeem nog kleine
timingsverschillen, kans op St-bewolking groot. De vraag is of deze in
het zuidoosten ook onder 500 vt gaat komen.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Zaterdag wegens het naderende lagedrukgebied geleidelijk meer wind; 6
Bft in alle kustdistricten, in het noordelijk kustgebied 7, mogelijk 8
Bft. Vooral in het noordelijk kustgebied windstoten rond 75 km/u.
Waarschuwingscriterium voor geel (90 km/u) lijkt waarschijnlijk net niet
gehaald te worden.

BEWOLKING:
Zie modelbeoordeling.

NEERSLAG:
Tot en met zaterdagochtend blijft het op lokaal heel lichte
coalescentieneerslag na overal droog. Bij het occluderende frontaal
systeem vooral in het noorden en oosten enige tijd regen. Nabij het
ingedraaide deel van de occlusie is een enkele TCu (top FL070/-5°C)
mogelijk.

ZICHT:
Boven zee meest goede zichten. Boven land matige zichten, lokaal ook
slecht. Later vanavond en komende nacht bij de occlusie in het
zuidoosten, na passage in een opklaringen mogelijk ook elders, kans op
vorming van mist. Zaterdag na passage van het occluderende frontaal
systeem in de polaire lucht pas overal goede zichten.

TEMPERATUUR:
EC ruimt de koude plaklaag te snel op, overige modellen geven een beter
beeld.



Paraaf meteoroloog: aberson
Bron: KNMI