Guidance modelbeoordeling voor Nederland

27-12-2018 17:00
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 18 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot vrijdag 28 december 2018 24.00 locale tijd

Opgesteld op donderdag 27 december 2018 om 17.19 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Gedurende de periode strekt een omvangrijk hogedrukgebied zich uit over
het zuidwesten van Europa. Aan de noordflank ervan trekken in een
(noord)weststroming enkele lastig te analyseren fronten over onze
omgeving. Een restant van een vermoedelijk warmtefront lag om 16 UTC
boven het noorden van het land (Td 6-7 C), ten zuiden hiervan is
aanmerkelijk drogere lucht aanwezig (Td rond 0). Deze voorste begrenzing
van vochtige lucht beweegt komende nacht en vrijdag overdag slechts
langzaam zuidwaarts over het land. Ondertussen nadert een eveneens zwak
koufront komende nacht het noorden van het land, maar deze buigt boven
het noorden van de FIR onder invloed van de passage van een rug van
hogedrukgebied vrijdag overdag als warmtefront terug. Inmiddels bevindt
het gehele land zich dan in de vochtige lucht. Vrijdagavond bereikt een
occluderend front het westen van de FIR om in de nacht naar zaterdag
boven land te arriveren. De occlusie wordt voorafgegaan door een
kortgolvige hoogtetrog. Achter de occlusie wordt nauwelijks drogere
lucht aangevoerd, mede doordat vanaf de Britse Eilanden al weer spoedig
een warmtefront nadert.


en het Alpengebied neemt in betekenis af. Boven de Noordzee en het
noorden van Nederland bevindt zich vochtige lucht met boven
Noord-Nederland een oud warmtefront. In de nacht naar vrijdag trekt een
zwak koufront bij Schotland over de Noordzee zuidoostwaarts. Het front
bereikt het Waddengebied net niet. Een volgend zwak occluderend systeem
nadert vrijdagavond het land. Ook dit systeem zal inactief zijn
aangezien zich vrijdag een nieuw hoog opbouwt ten zuidwesten van de
Britse Eilanden en er dus sprake is van drukstijgingen over het front
heen. Het weer speelt zich, ook bij de fronten, geheel in de grenslaag
af.

MODELBEOORDELING:
Aandacht gaat uit naar grenslaagcondities. Nabij het langzaam naar het
zuiden bewegende warmtefront (vochtige, zachte lucht over een koud
oppervlak) komen alle modellen (behalve Ha40) met vorming van (lage)
stratus. Lijkt realistisch. Tevens komen Hirlam en Ec ook met mistbanken
en/of lage stratus (kustconvergentie) in het zuidwesten net voor het
binnenkomen van de Sc-bewolking in de warme sector. Ook dit valt niet
uit te sluiten. Verder vooral lage bewolking bij het koufront, in de
warme sector lijkt het eigenlijk vooral bij Sc-bewolking te blijven.
Vrijdag overdag zien we in alle modellen het warmtefront boven het
noorden van de FIR weer terugbuigen in de vorm van een band met (lage)
stratus, voordat het wordt bijgehaald door de occlusie. Daar zit
waarschijnlijk wederom stratus op.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Geen bijzonderheden.

BEWOLKING:
Zie modelbeoordeling.

NEERSLAG:
Vannacht zien we a.g.v. coalescentie (circa 3000-4000 vt dikke vochtige
laag) geleidelijk op steeds meer plaatsen wat lichte regen of motregen
verschijnen. Dit signaal op lichte neerslag blijft er ook vrijdag de
gehele dag in zitten. Bij de occlusie, of wellicht juist bij het
terugbuigende warmtefront i.c.m. kortgolvige hoogtetrog een wat sterker
neerslagsignaal boven het noorden van de FIR.

ZICHT:
In de warme sector soms nevelige condities, boven zee is het gevaar voor
mist nog niet geweken. Boven land in toenemende mate nevel,
waarschijnlijk ook omdat de grenslaag verontreinigd is. In de
opklaringen in de zuidoostelijke helft is een mistbank niet geheel
uitgesloten (zie ook modelbeoordeling).

TEMPERATUUR:
Komende nacht in opklaringen in het zuidoosten weer temperaturen onder
nul (ca. -3°C). De precieze grens van de opklaringen is wat onzeker, en
daarmee bestaat er ook enige onzekerheid over de begrenzing van het
gebied dat onder nul gaat komen. De kans op gladheid is zeer gering, de
wegen zijn droog. Klein risico op condensatiegladheid op bruggen.



Paraaf meteoroloog: aberson
Bron: KNMI