Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 06 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot maandag 24 december 2018 24.00 locale tijd

Opgesteld op zondag 23 december 2018 om 11.22 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
In ons aandachtsgebied staat een westelijke stroming. De aangevoerde
lucht is polaire van oorsprong. Overdag komt ons aandachtsgebied
tijdelijk onder de invloed van een zwakke rug. Een warmtefrontafloper
(van oorsprong zijn er twee warmtefronten) trekt vanmiddag tezamen met
een afgesloten laagje over de Nederlands-Belgische grens OZO-waarts.
Doordat zich tegelijkertijd een hoog boven de Britse Eilanden vormt zal
het front vervolgens met een naar noord draaiende stroming zuidwaarts
gaan verplaatsen. Een zwak koufront trekt in de nacht naar maandag nog
over Denemarken en het oostelijk deel van de Noordzee zuidwaarts en kan
wellicht nog het noordoosten en oosten beïnvloeden. Maandag overdag
verplaatst het centrum van het hoog zich geleidelijk richting het
noordoosten van Frankrijk maar houdt wel een rug richting de Britse
Eilanden.

MODELBEOORDELING:
De passage van de warmtefrontafloper met het bijbehorende laagje over
België wordt door bijna alle modellen eensluidend berekend, zowel in
timing als positie. Aan de oostflank van het hoog kunnen vanavond en
komende nacht enkele kleine buien zuidwaarts over de Noordzee trekken en
ons land bereiken , hetgeen in de Harmonies beter tot uitdrukking komt
dan in Hirlam en EC.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Geen bijzonderheden.

BEWOLKING:
Verspreid over het land komt nog St voor. Door de neerslag zien we wel
langzaam minder slecht wordende condities. Verder zien we een dik pakket
frontale bewolking, met nabij het warmtefront en in de warme sector ook
St. Het zuiden van Zeeland en Limburg komen waarschijnlijk tijdelijk in
de zachte lucht. In de avond en in de nacht naar maandag zien we op de
Noordzee en het noorden van ons land nog enkele TCu met toppen tot ca.
FL100. Verder zien we in de nacht naar maandag boven het noorden van
Duitsland bij het zwakke koufront nog stratus ontstaan, mogelijk kan
deze het uiterste oosten nog schampen. In het zuidoosten kan
maandagochtend ook nog stratus ontstaan, in de Limburgse Heuvels ook
a.g.v. stuw in de zwakke noordelijke stroming. Maandag overdag zien we
door het opbouwende hoog een subsidentie inversie ontstaan waardoor er
uitspreidende Sc-bewolking ontstaat.

NEERSLAG:
Regen en motregen. Vanavond naar het zuiden wegtrekkend en dan tot in de
(vroege) ochtend met name in het noorden nog een enkele bui vanaf de
Noordzee. Maandag overdag lijkt de bewolking toch echt te ondiep te
worden om nog neerslag te produceren.

ZICHT:
In de frontale neerslag meest matig zicht. Nabij het warmtefront in het
zuiden mogelijk tijdelijk slecht. Maandag goede zichten, alleen in de
ochtend lokaal nevel. In de nacht naar dinsdag kans op mist mits het
voldoende opklaart. Dat zal zeker niet over gebeuren.

TEMPERATUUR:
Tot maandag overdag geen bijzonderheden. Maandagavond in
opklaringsgebieden kans op minima onder het vriespunt. Vraag is echter
of het voldoende opklaart en of er niet eerst mist ontstaat zodat
temperatuurdaling stagneert. Meeste modellen komen met lokaal met lichte
vorst in het oosten en/of zuidoosten. Alleen Hirlam blijft boven nul.
Wegdektemperaturen blijven waarschijnlijk boven nul.



Paraaf meteoroloog: nolet
Bron: KNMI