Guidance modelbeoordeling voor Nederland

16-12-2018 00:00
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 18 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot maandag 17 december 2018 24.00 locale tijd

Opgesteld op zondag 16 december 2018 om 00.32 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een complexe, brede frontale zone boven de Britse Eilanden en het westen
van Frankrijk trekt vannacht over het land en verlaat zondagmiddag het
noordoosten. Aanvankelijk is er op enige hoogte een warmere luchtlaag
aanwezig, maar door het samenknijpen van de frontale zone verdwijnt deze
laag. Bovendien wordt de zone minder actief door het opbreken van de
jet, met een toenemend diffluente stroming op 500 hPa. In de polaire
lucht achter de zone verscherpt aan de zuidflank van een hoogtetrog de
temperatuurgradiënt (Cold Air Development). Onder invloed van de
hoogtetrog ontwikkelt ook aan de grond een trog. Deze bereikt in de
nacht naar maandag het zuidwesten en ligt maandagochtend van noordwest
naar zuidoost.

MODELBEOORDELING:
Het belangrijkste aandachtspunt is de neerslagsoort in en vooral aan de
achterzijde van de frontale zone, plus de dikte van het sneeuwdek. De
modellen laten mengvormen neerslag zien, maar naar het noordoosten
steeds meer sneeuw. Aan de achterzijde van de frontale zone tonen ze
weer wat onderkoelde neerslag; dit past bij de smeltlaag die daar in de
progtemps te zien is plus de lagere wolkentoppen (>--10 graden.
Actualiteit laat ook mengvormen zien. Ander aandachtspunt is de ST/mist
achter de frontale zone.
Een ander punt is dat Hirlam voor de komende nacht erg koud is t.o.v. de
andere modellen en bij de CAD ook weer onderkoelde neerslag laat zien.
Dit lijkt niet reëel.
De modellen laten op deze termijn nog vrij grote verschillen zien in
timing en vorm (wel of niet aparte lagedrukkern en koers daarvan) van de
CAD.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Er staat een omvangrijk windveld met ZO 8 Bft in de kustdistricten, maar
waarschijnlijk wel alleen aan de rand van de districten en Z 7 in de
binnengaatse districten. De waarschuwingen zullen in de loop van de
nacht/vroege ochtend verdwijnen en maandag bij de CAD weer terugkomen.
Boven de noordelijke Noordzeedistricten neemt de wind vannacht toe naar
10 Bft. Bij de CAD boven zee bij buien mogelijk windstoten van 60-80
km/u.

BEWOLKING:
In de frontale zone Sc, in langdurige sneeuw St (modellen geven een
lichte indicatie, waarschijnlijk is het wat meer). Achter de sneeuwzone
tevens St. Harmonie laat de bases steeds verder zakken. Nu wordt de
grenslaag steeds vochtiger a.g.v. smeltende sneeuw, dus met een
afnemende wind is dit ook een realistische mogelijkheid. Boven zee
kunnen enkele Cb's ontwikkelen tot FL090/-10°C. De wolkenbasis bij de
CAD ligt in de meeste berekeningen wederom op St-niveau. Boven zee zijn
hier Cb's aanwezig met toppen die mogelijk FL300 halen.

NEERSLAG:
Aanvankelijk is er op hoogte nog een smeltlaag aanwezig als de frontale
zone het zuidwesten bereikt, met daaronder een laag van circa 2000 vt
waarin het afkoelt naar circa -3°C. Omdat de smeltlaag niet warm genoeg
is (Tx van laag kleiner dan +3°C) smelt niet alle sneeuw/ijs. Daarom is
dit toch een situatie voor ijsregen, ondanks dat de koude laag eigenlijk
niet dik en koud genoeg is (idealiter Tn <-10°C of een laag van 2500 vt
dik met Tn van ongeveer -6°C). Door het samenknijpen van de zone
tijdens de noordoostwaartse verplaatsing verdwijnt de smeltlaag (niet
het gevolg van doorvallende neerslag, aangezien de natteboltemperatuur
in de smeltlaag eveneens boven nul ligt) en valt er alleen nog droge
sneeuw. De totale hoeveelheden die de modellen berekenen liggen tussen 1
en 3 cm, Ha36 geeft in het zuidwesten waardes rond 6 cm. Aan de
achterkant van de frontale zone wordt het frontale wolkenpakket dunner,
de top van de verzadigde laag heeft dan een temperatuur van -10°C. Dat
betekent dat er veel onderkoelde waterdruppeltjes aanwezig zijn in de
wolk. Daarboven is de lucht droog en vindt er ook geen inzaaiing plaats
(seeder/feeder-effect). Hierdoor bestaat er nog een (kleine) kans op
onderkoelde motregen.
Boven het relatief warme zeewater zouden aan de achterkant enkele
regenbuien aanwezig kunnen zijn, misschien dat een enkele het
noordwesten schampt. Op sneeuw zal dit niet voor extra gladheid zorgen.
Op plekken waar geen sneeuw (meer) ligt zou dit nog lokaal voor gladheid
kunnen zorgen. Bij de CAD van maandag is er sprake van regen uit een
stabiel gelaagd pakket bewolking (van origine was het ooit convectief).
Hirlam komt hier met een sterk ijzelsignaal in het zuidoosten, maar de
progtemp van EHEH laat zien dat dit zou moeten komen door warm water dat
valt bij een T2m die enkele tienden onder nul ligt. Het ijzelsignaal
verwerpen we. Boven zee kunnen wederom enkele buien tot ontwikkeling
komen (FL300), mogelijk met hagel en onweer. Met een lage CAPE en
schering is er sprake van matige organisatie.

ZICHT:
In sneeuw slecht en achter de frontale zone wordt de grenslaag zo
vochtig dat de mistkansen toenemen, met name in het westen waar het
opklaart. Overigens gaat EC hier totaal niet in mee, waarschijnlijk door
(teveel) bewolking. Ook in het ENS zien we geen enkel signaal. We houden
er echter wel rekening mee dat het mistig gaat worden boven (smeltende)
sneeuw.

TEMPERATUUR:
Alle modellen zijn te koud. EC en Harmonie40 zijn het minst slecht.
Blijft het wolkenpakket zich handhaven, dan koelt het vanavond minder af
en zullen de wegdektemperaturen door sneeuwval afkoelen tot circa 0°C.
De temperatuurverschillen voor de nacht naar maandag zijn groot per
model en relevant. Hirlam berekent lichte vorst in het zuidoosten, EC
+5°C. We gaan er van uit dat het bewolkt is niet vriest.



Paraaf meteoroloog: tuenter
Bron: KNMI