Guidance modelbeoordeling voor Nederland

15-12-2018 18:20
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 12 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot zondag 16 december 2018 24.00 locale tijd

Opgesteld op zaterdag 15 december 2018 om 19.00 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een complexe, brede frontale zone boven de Britse Eilanden en het westen
van Frankrijk bereikt vanavond het zuidwesten en verlaat zondagmiddag
het noordoosten. Aanvankelijk is er op enige hoogte een warmere
luchtlaag aanwezig, maar door het samenknijpen van de frontale zone
verdwijnt deze laag. Bovendien wordt de zone minder actief door het
opbreken van de jet, met een toenemend diffluente stroming op 500 hPa.
In de polaire lucht achter de zone verscherpt aan de zuidflank van een
hoogtetrog de temperatuurgradiënt (Cold Air Development). Onder invloed
van de hoogtetrog ontwikkelt ook aan de grond een trog. Deze bereikt in
de nacht naar maandag het zuidwesten en ligt maandagochtend van
noordwest naar zuidoost.

MODELBEOORDELING:
Hirlam is in de 12Z-run 2 uur eerder met de neerslag in het uiterste
zuidwesten, maar dit verschil neemt in de loop van komende nacht steeds
verder af. Het belangrijkste aandachtspunt is de neerslagsoort vanavond
in het zuidwesten en aan de achterzijde van de frontale zone, plus de
dikte van het sneeuwdek. Voorlopig gaan we er niet vanuit dat de kans op
grootschalige gladheid door ijzel danwel 5 cm sneeuw binnen 6 uur op SGG
groot genoeg is voor code oranje (ook het ENS laat het bij maximaal 5 cm
sneeuwdek). Actueel zit er veel Sc-bewolking, met vooral in het zuiden
een zone met opklaringen die langzaam naar het noorden trekt. EC heeft
dit het beste maar nog steeds te weinig Sc. Harmonie36 zit er het
slechtste op (heeft zelfs niets van doen met de werkelijkheid). EC laat
voortdurend bewolking zien ten noorden van de lijn Den Helder -
Nijmegen, met af en toe opklaringen. Dit lijkt momenteel het beste
scenario. In de avond laten alle modellen de bewolking oplossen en dit
zorgt ervoor dat de temperaturen nog een paar uur flink dalen. De vraag
is alleen of dit zo makkelijk gaat.Ook in de temperatuur zien we de
gebrekkige wolkenbedekking in de modellen terug: De modellen zijn te
koud en laten een te grote dagelijkse gang zien. Dit alles maakt met
name het maken van een deterministische gladheidsverwachting lastig. De
modellen laten op deze termijn nog vrij grote verschillen zien in timing
en vorm (wel of niet aparte lagedrukkern) van de CAD.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Er komt een omvangrijk windveld te staan, met Z 8 Bft in de
kustdistricten, maar waarschijnlijk wel alleen aan de rand van de
districten en Z 7 in de binnengaatse districten. De waarschuwingen
zullen in de loop van de nacht/vroege ochtend verdwijnen en maandag bij
de CAD weer terugkomen. Boven de noordelijke Noordzeedistricten neemt de
wind vannacht toe naar 10 Bft. Bij de CAD boven zee bij buien mogelijk
windstoten van 60-80 km/u.

BEWOLKING:
Veel Sc, enkele opklaringen, met name in het zuiden, zie ook
modelbeoordeling. Vanavond komen alle modellen met brede opklaringen,
maar de vraag is of dat in het noordoosten gaat lukken. In de frontale
zone Sc, in langdurige sneeuw St (modellen geven een lichte indicatie,
waarschijnlijk is het wat meer). Achter de sneeuwzone tevens St.
Harmonie laat de bases steeds verder zakken. Nu wordt de grenslaag
steeds vochtiger a.g.v. smeltende sneeuw, dus met een afnemende wind is
dit ook een realistische mogelijkheid. Boven zee kunnen enkele Cb's
ontwikkelen tot FL090/-10°C. De wolkenbasis bij de CAD ligt in de
meeste berekeningen wederom op St-niveau. Boven zee zijn hier Cb's
aanwezig met toppen die mogelijk FL300 halen.

NEERSLAG:
Aanvankelijk is er op hoogte nog een smeltlaag aanwezig als de frontale
zone het zuidwesten bereikt, met daaronder een laag van circa 2000 vt
waarin het afkoelt naar circa -3°C. Omdat de smeltlaag niet warm genoeg
is (Tx van laag kleiner dan +3°C) smelt niet alle sneeuw/ijs. Daarom is
dit toch een situatie voor ijsregen, ondanks dat de koude laag eigenlijk
niet dik en koud genoeg is (idealiter Tn <-10°C of een laag van 2500 vt
dik met Tn van ongeveer -6°C). Door het samenknijpen van de zone
tijdens de noordoostwaartse verplaatsing verdwijnt de smeltlaag (niet
het gevolg van doorvallende neerslag, aangezien de natteboltemperatuur
in de smeltlaag eveneens boven nul ligt) en valt er alleen nog droge
sneeuw. De totale hoeveelheden die de modellen berekenen liggen tussen 1
en 3 cm, Ha36 geeft in het zuidwesten waardes rond 6 cm. Kijken we naar
de totale equivalente hoeveelheid water die zondag valt, dan varieert
die van 3-5 mm tot meer dan 10 mm in het uiterste zuidwesten. Een
verhouding tussen deze hoeveelheid en de accumulatie van sneeuw wordt
vaak verondersteld circa 10:1 (10 mm sneeuw = 1 mm water) te zijn, maar
deze verhouding hangt vooral af van de temperatuur (hoe lager, hoe
luchtiger de sneeuw). Nu lijkt de temperatuur rond het vriespunt te
liggen, waardoor de dichtheid groter is dan 10:1 doordat steeds meer
vloeibaar water de ruimtes binnen de sneeuwvlokken gaat innemen. In deze
situatie kan er dus beter naar de sneeuwdekplaatjes gekeken worden dan
naar de cumulatieve neerslag in waterequivalent (d.w.z. de reguliere
cumulatieve neerslagplaatjes). Aan de achterkant van de frontale zone
wordt het frontale wolkenpakket dunner, de top van de verzadigde laag
heeft dan een temperatuur van -10°C. Dat betekent dat er veel
onderkoelde waterdruppeltjes aanwezig zijn in de wolk. Daarboven is de
lucht droog en vindt er ook geen inzaaiing plaats
(seeder/feeder-effect). Hierdoor bestaat er nog een (kleine) kans op
onderkoelde motregen.
Boven het relatief warme zeewater zouden aan de achterkant enkele
regenbuien aanwezig kunnen zijn, misschien dat een enkele het
noordwesten schampt. Op sneeuw zal dit niet voor extra gladheid zorgen.
Op plekken waar geen sneeuw (meer) ligt zou dit nog lokaal voor gladheid
kunnen zorgen. Bij de CAD van maandag is er sprake van regen uit een
stabiel gelaagd pakket bewolking (van origine was het ooit convectief).
Hirlam komt hier met een sterk ijzelsignaal in het zuidoosten, maar de
progtemp van EHEH laat zien dat dit zou moeten komen door warm water dat
valt bij een T2m die enkele tienden onder nul ligt. Het ijzelsignaal
verwerpen we. Boven zee kunnen wederom enkele buien tot ontwikkeling
komen (FL300), mogelijk met hagel en onweer. Met een lage CAPE en
schering is er sprake van matige organisatie.

ZICHT:
In sneeuw slecht en achter de frontale zone wordt de grenslaag zo
vochtig dat de mistkansen toenemen, met name in het westen waar het
opklaart. Overigens gaat EC hier totaal niet in mee, waarschijnlijk door
(teveel) bewolking. Ook in het ENS zien we geen enkel signaal. We houden
er echter wel rekening mee dat het mistig gaat worden boven (smeltende)
sneeuw.

TEMPERATUUR:
Alle modellen zijn te koud. EC en Harmonie40 zijn het minst slecht.
Blijft het wolkenpakket zich handhaven, dan koelt het vanavond minder af
en zullen de wegdektemperaturen door sneeuwval afkoelen tot circa 0°C.
De temperatuurverschillen voor de nacht naar maandag zijn groot per
model en relevant. Hirlam berekent lichte vorst in het zuidoosten, EC
+5°C.



Paraaf meteoroloog: tuenter
Bron: KNMI