Guidance modelbeoordeling voor Nederland

04-12-2018 20:40
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 12 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot woensdag 05 december 2018 24.00 locale tijd

Opgesteld op dinsdag 04 december 2018 om 21.21 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een hoog boven Duitsland trekt oostwaarts. Wij bevinden ons in maritiem
polaire lucht. Een ZO-NW georienteerd warmtefront bij het ZW van de
Britse Eilanden trekt NO-waarts en passeert woensdagmiddag en -avond het
aandachtsgebied. Het front is goed herkenbaar aan een sterke Td-gradient
en frontale vore. Na passage van het front komen we in een brede warme
sector in een westelijke stroming waarin woensdagavond/donderdagnacht
een koufront in warmteadvectie (herkenbaar aan een theta-w 850 hPa max-
en neerslagband, maar hogere Td na passage) passeert. Een cyclonale
afsnoering die ten westen van het koufront over N-Frankrijk
zuidoostwaarts trekt zorgt ervoor dat de activiteit bij ons afneemt.
Donderdagmiddag trekt een nieuw warmtefront met ten westen ervan lucht
met hogere theta-w/natteboltemperatuur dan ten oosten ervan in de "valse
warme sector" over de Britse Eilanden oostwaarts.

MODELBEOORDELING:
Er zijn wat verschillen in de grenslaag, vooral in de Hir- en Harmonie36
uitvoer ontstaat er in het noordoosten mist. Ten W van het warmtefront
de meeste ST in de Harmonie40 uitvoer. Actueel is de ontkoppeling van de
grenslaag veel sterker dan in de uitvoer met veel lagere temperaturen
dan in de uitvoer. Dit is gebruikelijk in polaire lucht met weinig
gradient, waardoor zich eerder mist vormt dan in de uitvoer.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Aanvankelijk boven land minder wind dan in de uitvoer als gevolg van
sterkere ontkoppeling.

BEWOLKING:
Mist signaal in Hir- en Harmonie36 uitvoer lijkt realistisch. Mist/ST
die in sommige uitvoer vanuit het O van Engeland over het westen van de
FIR drijft is niet realistisch. Er zit actueel wel wat in Norfolk, maar
veel minder uitgebreid dan in de uitvoer, boven zee lost dit snel op. ST
in de warme sector is een onzekerheid, we zien vaak dat in vochtige
maritiem tropische lucht als gevolg van convergentie ST blijft worden
aangemaakt boven land.

NEERSLAG:
In alle uitvoer zit als gevolg van convergentie en inzaaiing nog een
lijn met een buiig signaal (toppen niet meer dan 8000 vt) boven de
Noordzee. Realistisch. Patronen bij het koufront komen in hoofdlijnen
overeen, dit is vrijwel allemaal coalescentie-neerslag (motregen met
zichtvermindering).

ZICHT:
Mist(banken) in het noorden en oosten, elders lokaal totdat hogere
bewolking de temperatuur laat oplopen. Pas bij het warmtefront en in de
warme sector bij het "koufront" zichtverslechtering.

TEMPERATUUR:
Temperatuurdaling gaat als gevolg van sterkere ontkoppeling sneller dan
in de uitvoer. In het zuiden en later midden stopt de temperatuurdaling
als gevolg van hogere bewolking. Tmin in het NO rond -1°C. Tmax wordt
woensdag pas laat in de avond bereikt na passage van het warmtefront, in
de nacht naar vrijdag loopt de temperatuur verder op naar ongeveer
11°C.



Paraaf meteoroloog: Huiskamp
Bron: KNMI