Guidance modelbeoordeling voor Nederland

22-11-2018 11:20
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 06 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot vrijdag 23 november 2018 24.00 locale tijd

Opgesteld op donderdag 22 november 2018 om 11.41 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Tussen een hoog boven Scandinavie en een groot laag ten zuidwesten van
Ierland is de stroming uit oost tot zuidoost. Een occlusie, herkenbaar
aan een theta-w 850 hPa tong, ligt van het zuiden van Duitsland via het
midden van Nederland naar Schotland. Deze neemt verder in betekenis af.
Een andere, oude frontale structuur ligt aanvankelijk vrijwel stationair
van de Duitse Bocht richting Tsjechië. In de nacht naar vrijdag
passeert van het zuiden uit een hoogtetrog behorende bij een hoogtelaag
ten zuidwesten van de Britse Eilanden. De zwakke occlusie beweegt door
het ruimen van de stroming langzaam noordwaarts en verlaat komende nacht
het noordoosten. Hierachter draait de stroming naar zuidoost tot zuid en
wordt op geringe hoogte drogere en iets warmere lucht aangevoerd. In de
grenslaag blijft de lucht echter tamelijk vochtig.

MODELBEOORDELING:
Harmonie36 heeft veel te weinig frontale bewolking en daardoor te veel
opklaringen boven het noorden van Duitsland en Polen. In werkelijkheid
zit vrijwel dit hele gebied vol met ST/SC. Eigenlijk berekenen alleen
Hirlam en EC bewolking boven Polen en het noordoosten van Duitsland, wat
voor het noorden van het land relevant is vanwege de aanvoerrichting. De
frontale zone boven Duitsland geeft nog op redelijk wat plaatsen lichte
motregen of motsneeuw, die niet of nauwelijks in de modellen zit.
Waarschijnlijk zijn mede daardoor de condities vwb wolkenbasis in de
aanvoerrichting aanmerkelijk slechter dan de meeste modellen laten zien.
We gaan er bovendien van uit dat het van het zuiden uit langzamer
opklaart dan in de modellen, omdat er meer SC boven het zuiden aanwezig
is.
De zichten zijn nu al niet riant doordat de lucht langzaam vuiler wordt
bij een oostelijke wind. Dit maakt de vorming van mist makkelijker. We
gaan komende nacht uit van mistbanken, die in de ochtend weer oplossen.
In het geval dat er op grote schaal mist ontstaat, dan zou het nog best
lastig kunnen worden op enkele plaatsen om op te lossen. Er is weinig
stroming en de tijd van het jaar is ook niet gunstig. Vrijdagochtend kan
waarschijnlijk wel een inschatting gemaakt worden van de dikte van de
mist en of het makkelijk kan oplossen. Bij de hoogtetrog wordt de opbouw
onstabiel vanaf 1500 vt tot FL230, maar er is geen trigger of voldoende
vocht aanwezig. Waarschijnlijk uit het zich vooral in enkele hogere
wolkenvelden waar mogelijk lokaal een spatje uit valt.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Geen bijzonderheden.

BEWOLKING:
Op uitgebreide schaal Sc, maar in het noorden nog veel St, die
waarschijnlijk ook nog wel aangevoerd blijft worden. De vraag is hoe
snel de opklaringen noordwaarts bewegen. Het lijkt dat Hirlam de
achtergrens indicatief het beste weergeeft. We gaan er dan ook van uit
dat het uiterste noorden ook in (een groot deel van) de nacht nog
bewolkt blijft. Op passage van de hoogtetroggen enkele velden middelbare
bewolking, die wat onstabiel van opbouw is.

NEERSLAG:
Bij de occlusie boven Duitsland valt lokaal nog wat zeer lichte
neerslag, alleen de Hirlam-uitvoer laat dat nog zien. Bij de hoogtetrog
idem. Uit de SC-velden boven de Noordzee moet volgens alle uitvoer
lichte coalescentieneerslag vallen, dit is realistisch. Vrijdagochtend
zien we ook zwakke signalen boven het westen (koudste bovenlucht). Het
valt uit een hoge basis en is mogelijk wat te zwaar aangezet.

ZICHT:
Wat heiig vanwege luchtvervuiling. In de nacht naar vrijdag bij
opklaringen kans op mist of mistbanken, maar vooralsnog geen grote
hardnekkige mistvelden. We gaan er vanuit dat door de vervuilde lucht de
druppeltjes van de mist snel groeien, waardoor dichte mist niet het
meest waarschijnlijke scenario is. In het zuidwesten lijkt de kans op
stralingsmist beduidend kleiner omdat daar teveel wind blijft staan.
Advectieve mist vanuit België is daar nog wel een klein aandachtspunt.

TEMPERATUUR:
In de nacht naar vrijdag op veel plaatsen lichte vorst. Zeeland en het
zuidwesten lijken warmer te blijven, door bewolking die zich bij de
hoogtetrog bevindt. Kans op gladheid is met uitzondering van stalen
bruggen klein. De meeste wegen zijn droog en de wegdektemperaturen dalen
niet of nauwelijks onder de dauwpunten. Vrijdag zou het in het uiterste
zuidoosten mogelijk 10°C kunnen worden, door lijwerking van de Ardennen
en het doormengen met de iets warmere bovenlucht.



Paraaf meteoroloog: buscher
Bron: KNMI