Guidance modelbeoordeling voor Nederland

22-11-2018 04:00
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 18 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot vrijdag 23 november 2018 24.00 locale tijd

Opgesteld op donderdag 22 november 2018 om 04.46 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Aan de zuidflank van een hoog boven Scandinavie is de stroming
zuidoostelijk. De lucht is vrij droog maar vervuild. Een occlusie,
herkenbaar aan een theta-w 850 hPa gradient, ligt van het oosten van
Frankrijk via het zuiden en westen van Nederland naar Schotland. Deze
neemt verder in betekenis af. In de nacht naar vrijdag passeert van het
zuiden uit een hoogtetrog behorende bij een hoogtelaag ten zuidwesten
van de Britse Eilanden.

MODELBEOORDELING:
Harmonie36 heeft nog steeds veel te weinig bewolking boven Duitsland en
bovendien te veel St boven Nederland. Harmonie40, Hirlam en EC zitten er
veel beter op, al is de basis in Harmonie40 aan de hoge kant. In de
nacht naar vrijdag klaart het op en met name in Harmonie36/40 en Hirlam
ontstaat er op uitgebreide schaal mist, met name in het noorden.
Aanvriezend zal deze mist niet zijn, de mistlaag is dun en nauwelijks
onder nul voor voldoende onderkoelde druppeltjes. EC berekent helemaal
geen mist (wel lokaal St<100 vt), maar dat is te positief. De zichten
zijn nu al niet riant doordat de lucht langzaam vuiler wordt bij een
oostelijke wind. Dit maakt de vorming van mist makkelijker. We gaan uit
van mistbanken, die in de ochtend weer oplossen. In het geval dat er op
grote schaal mist ontstaat, dan zou het nog best lastig kunnen worden op
enkele plaatsen om op te lossen. Er is weinig stroming en de tijd van
het jaar is ook niet gunstig. Op basis van LIDAR-waarnemingen van
vrijdagochtend kan waarschijnlijk wel een inschatting gemaakt worden van
de dikte van de mist en of het makkelijk kan oplossen. Bij de hoogtetrog
wordt de opbouw onstabiel vanaf 1500 vt tot FL230, maar er is geen
trigger of voldoende vocht aanwezig. Waarschijnlijk uit het zich vooral
in enkele hogere wolkenvelden waar mogelijk lokaal een spatje uit valt.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Geen bijzonderheden.

BEWOLKING:
Als gevolg van de dagelijkse gang, die gering is, zal de basis van de SC
boven de NO helft wel dalen, zeer lokaal tot net onder de 1000 vt.

NEERSLAG:
Bij de occlusie wat neerslag van weinig betekenis, alleen de Hir uitvoer
laat nog wat zien (actueel meldt Eelde lichte regen). Bij de hoogtetrog
idem. Uit de SC-velden boven de Noordzee moet volgens alle uitvoer
lichte coalescentieneerslag vallen, dit is realistisch.

ZICHT:
Afhankelijk van de bewolking de komende nacht nevel in langdurige
opklaringen. In de nacht naar vrijdag bij opklaringen kans op mist of
mistbanken, maar vooralsnog geen grote hardnekkige mistvelden. We gaan
er vanuit dat door de vervuilde lucht de druppeltjes van de mist snel
groeien, waardoor dichte mist niet het meest waarschijnlijke scenario
is.

TEMPERATUUR:
Afhankelijk van opklaringen. Bij langduriger opklaringen iets onder nul,
onder SC-velden iets boven nul. In de nacht naar vrijdag op veel
plaatsen lichte vorst. Zeeland en het zuidwesten lijken warmer te
blijven, door bewolking die zich bij de hoogtetrog bevindt. Kans op
gladheid is met uitzondering van stalen bruggen klein. De wegen zijn
droog en de wegdektemperaturen dalen niet of nauwelijks onder de
dauwpunten. De mist vriest niet aan op de weg. Vrijdag zou het in het
uiterste zuidoosten mogelijk 10°C kunnen worden.



Paraaf meteoroloog: zwagers
Bron: KNMI