Guidance modelbeoordeling voor Nederland

19-11-2018 05:00
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 00 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot dinsdag 20 november 2018 24.00 locale tijd

Opgesteld op maandag 19 november 2018 om 05.36 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Aan de zuid(west)flank van een hogedrukgebied boven Scandinavië voert
een noordoostelijke stroming continentaal polaire lucht aan. Bij en
achter een NW-ZO georienteerde occlusie boven het noorden van ons land
bevindt zich vochtige lucht. Deze occlusie trekt vannacht verder
zuidwestwaarts over de FIR. In de bovenlucht is de stroming aanvankelijk
sterk anticyclonaal, echter in de loop van de dag wordt deze geleidelijk
cyclonaal op nadering van een hoogtetrog die vanuit het oosten
westwaarts over de FIR gaat trekken. Deze hoogtetrog behoort bij een
hoogtelaag dat ten zuiden van ons land westwaarts trekt. Morgen blijft
de cyclonaliteit boven onze omgeving aanwezig en later op de dag nadert
een volgende trog.

MODELBEOORDELING:
Velden met lage Sc en enkele flarden St. Hirlam lijkt dit het beste weer
te geven, maar de komende uren komen ook de andere modellen richting de
Hirlam oplossing. Overdag berekenen alle modellen alleen nog maar Sc.
Alle modellen komen verder met een zwak neerslagsignaal bij/achter de
occlusie, in de vorm van lichte (mot)regen, de temperatuur is dan weer
redelijk opgelopen dus van gladheid is geen sprake. Overdag wordt op
nadering van de hoogtetrog de neerslag geleidelijk ook enigszins
convectief, vooral boven het relatief warme zeewater. Met de geleidelijk
afkoelende bovenluchten (van ca. -20°C naar ca. -30°C in de loop van
maandag) lijkt de kans op wat winterse mengvormen aanwezig. In de loop
van de avond, maar vooral op dinsdag, met een theta-w die onder 2 graden
komt, dikte 1000-500 hPa in de buurt van 5200m en temperatuur net iets
boven 0°C is de kans op wat lichte sneeuwval, vooral in het
noordoosten, zeker aanwezig. In de HIR-NESO wordt hier een duidelijk
signaal voor gegeven.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Oost- tot noordoost 6 Bft en in de noordelijke kustdistricten 7 Bft.

BEWOLKING:
Bij en achter de occlusie velden Sc en lokaal ook St. Bij de buitjes van
maandag TCu/Cb's, boven zee zitten de toppen rond 9000-10000 vt. Boven
land toppen tot 8000 vt.

NEERSLAG:
Alle modellen berekenen bij en achter de occlusie wat lichte motregen
uit SC- en ST-bewolking. Hirlam laat aanvankelijk boven het uiterste
zuidoosten van land nog ijzel (aanvriezende neerslag) zien. Echter ook
hier is de temperatuur inmiddels tot boven het vriespunt opgelopen en
gaan we hier dus niet van uit. In de loop van de dag krijgt de neerslag
een meer convectief karakter met in de namiddag en avond vooral in het
zuidoosten mogelijk met een vlok natte sneeuw. Dinsdag vooral in het
(noord)oosten wat lichte sneeuw..

ZICHT:
Overwegend goed. Vlak achter de occlusie is het door de aanvoer van
vochtigere lucht iets nevelig geworden. Door de overwegend matige wind
en de daarmee samenhangende mening loopt het zicht wat verder achter de
occlusie weer snel op. Ook in de motregen kan het zicht lokaal terug
lopen. In winterse neerslag af en toe matig en mogelijk slecht.

TEMPERATUUR:
Geen bijzonderheden.



Paraaf meteoroloog: veeken
Bron: KNMI