Guidance modelbeoordeling voor Nederland

15-06-2016 23:40
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 18 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot donderdag 16 juni 2016 24.00 locale tijd

Opgesteld op woensdag 15 juni 2016 om 23.38 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Onze omgeving bevindt zich overwegend in een langgerekte vore. De as van
de vore loopt van Zuid-Engeland via Denemarken naar de Baltische Staten.
Restanten van een occlusie liggen in en net noord van deze vore. De
drukverschillen boven het aandachtsgebied zijn klein. In de loop van
deze nacht bouwt zich ons land een zwakke rug van hoge druk op, die een
uitloper vormt van een hoog boven de Balkan. Hierdoor wordt het
gronddrukpatroon in de oostelijke helft van het aandachtsgebied de
komende 12-18 uur tijdelijk meest anticyclonaal. Komende middag vormt
zich boven Noord-Frankrijk een ondiep (thermisch) laag. In de avond
koerst dit naar Sauerland terwijl een laag boven Beieren sterk uitdiept.
In de nacht naar vrijdag wordt laatstgenoemd laag boven
Zuidoost-Duitsland dominant, met vanuit dit laag een verscherpende vore
boven de zuidelijke helft van ons land. Pas tegen vrijdagavond lijkt
deze vore nabij de grens met België in betekenis af te nemen.
In de bovenlucht zien we een uitgestrekt laag boven Zuid-Engeland en het
Kanaal. Een trog, actueel boven ons land, trekt vannacht noordwaarts de
Noordzee op, met daarachter NVA tot gevolg. Komende avond zien we een
volgende trog naderen vanuit Noord-Frankrijk. Deze komt vrijdagochtend
tot stilstand boven ons land als apart ondiep hoogtelaag, waarna de
primaire hoogtelaag op vrijdagmiddag en -avond noord van ons land komt
te liggen.

MODELBEOORDELING:
Subtiele verschillen in het gronddrukpatroon kunnen de convectie overdag
al behoorlijk beïnvloeden. In grote lijnen zien we de zwake rug van
hoge druk deze nacht en komende ochtend in alle modellen terug. Het
echter de vraag in hoeverre de resulterende subsidentie de ontwikkeling
van buien in de middag en avond kan onderdrukken. Temeer vanwege
thermische effecten overdag, die een zwakke zeewindcomponent en
bijbehorende convergentie kunnen veroorzaken. Opvallend is dat alle
modellen wel een (vrij zwak) convectief signaal voor het westen laten
zien in de loop van komende middag. Hetzelfde geldt al iets eerder op de
dag voor het uiterste noord(oost)en. Het uiterste zuiden kan in de
middag en avond te maken krijgen met stevigere buien onder invloed van
het thermische laag net ten zuiden van ons land. Vooral later op de
avond gaat de hoogtetrog ook een rol spelen en dan is het te vraag hoe
zwaar de convectie in de nacht naar vrijdag uitpakt. De modellen lopen
behoorlijk uiteen wat de neerslaghoeveelheden betreft, maar
waarschijnlijk gaan het zuiden, midden, oosten van het land vrijdag
plaatselijk forse etmaalsommen te verwerken krijgen.
De grenslaag is ook een aandachtspunt. Actueel St bij de
occlusierestanten op de Noordzee, vooral het noordwesten van het
aandachtsgebied. Mist is niet geheel uit te sluiten met flarden beneden
200 voet. Modellen geven dit ook aan. Deze nacht opklaringen van het
zuiden uit, met boven land een toenemende kans op mistbanken, mogelijk
zelfs mist. Harm36, Harm38 en Hirlam geven een mistindicatie voor met
name het oosten, EC laat geen mist zien. Het is de vraag in hoeverre
zich echt mist gaat vormen, aangezien er maar zeer weinig stroming staat
en het vocht waarschijnlijk vrij ondiep zal blijven. In de nacht naar
vrijdag lijkt de mistkans wat kleiner door meer bewolking. Bij de vore
waarschijnlijk wel nevel en St.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Lokaal zijn gistermiddag convectieve uitschieters van 30-35 kn gemeten.
Dergelijke waarden zien we komende avond boven het zuiden ook in
Harmonie verschijnen (met name Harm38). Het dominante proces is
precipitation loading, er staat namelijk weinig wind in de bovenlucht en
de profielen zijn vrij vochtig, dus weinig afkoeling door verdamping.

BEWOLKING:
Op meerdere platsen St nabij de vore en occlusie boven zee. Verder boven
land convectieve bewolking met CU en vooral in de middag en avond ook
enkele CB's, toppen FL310-320. Vrijdag in de nanacht en ochtend in het
midden en zuiden van het land bij de vore St-kansen.

NEERSLAG:
Deze nacht uitstervende buien. Overdag opnieuw ontwikkeling van buien.
MUCAPE in het zuiden, midden en westen rond 1000 J/kg bij 0-6 km
windschering 20-25 kn. Modus dus multicel, vooral in het noorden ook
single cel. Maximale CAPE*SHEAR/1000 van 30-35 regionaal in het
zuidwesten en zuiden. In de nacht naar vrijdag aanhoudend MUCAPE
700-1000 J/kg in het midden en zuiden van het land. Neerslag
waarschijnlijk nog behoorlijk convectief met aanhoudende onweerskansen.
Hirlam laat de actieve buien lang boven het midden van het land stil
hangen, waardoor een band over het midden volgens Hirlam etmaalsommen
van 20-40 mm te verwerken krijgt. EC legt de nadruk meer op het
zuidoosten en oosten van het land, met grootschalig etmaalsommen 10-20,
lokaal 20-30 mm. GLAMEPS geeft boven Nederland nog geen signaal voor
24-uurssommen van meer dan 20 mm, uiteraard ook door het uitvlakkende
effect van verschillen in plaatsing van de convectieve neerslag.

ZICHT:
In buien lokaal slecht. Deze nacht boven land enkele mistbanken,
mogelijk lokaal mist. De wind wordt dusdanig zwak dat het vocht
waarschijnlijk in het algemeen ondiep blijft. Geowind < 10 kn. Grootste
kansen in het noordoosten en oosten. Boven zee is mist in de vore niet
geheel uit te sluiten, vooral in het uiterste noordwesten van het
aandachtsgebied.

TEMPERATUUR:
Geen noemenswaardigheden.



Paraaf meteoroloog: haklande
Bron: KNMI