Guidance modelbeoordeling voor Nederland

29-10-2018 04:40
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 18 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot dinsdag 30 oktober 2018 24.00 locale tijd

Opgesteld op maandag 29 oktober 2018 om 05.29 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een (noord)oostelijke stroming voert vrij koude en droge continentaal
polaire lucht aan, vanuit Noord-Duitsland wordt wel een fractie
vochtiger lucht aangevoerd. Een brede hoogtetrog strekt zich uit van
Scandinavie naar het Iberisch schiereiland en heeft twee aparte kernen,
de eerste boven de Noordzee en de tweede boven Zuid-Europa. De eerste
vult langzaam op, het zuid-Europese hoogtelaag echter trekt later op
maandag en dinsdag via Frankrijk noordwaarts over onze omgeving. Op
hoogte (vanaf circa 850 hPa) levert dit bij ons warmteadvectie op en
vandaag trekt een daaraan gerelateerd hoogtewarmtefront over het land.
Het hoogtelaag zorgt voor uitdiepen van een actief grondlaag met
occluderende golf in het polaire front net ten zuiden van de Alpen. In
de nacht naar dinsdag koerst dit laag over de Alpen (orografie en PVA
creëren mogelijk een nieuw laag ten noorden van de Alpen) en
dinsdagochtend pal boven ons land verwacht. Het aanvankelijk
symmetrische laag zou in de loop van dinsdag een wat meer langgerekte
vorm moeten krijgen met een knijpzone en ingedraaide occlusie aan de
zuidflank. De aangevoerde lucht bij het laag blijft aanvankelijk koud,
pas na passage van de ingedraaide occlusie wordt zachtere lucht
aangevoerd.

MODELBEOORDELING:
Een neerslaggebied (te koppelen aan het hoogtefront) zien we
maandagavond in de modellen van zuid naar noord verplaatsen, die
intensiteiten zijn verder afgenomen. De modellen zijn hier qua timing en
intensiteit verre van eenduidig. Belangrijkste aandachtspunt is echter
de ontwikkeling van het diepe laag (minimumdruk 982 hPa boven onze
omgeving). Het laag zit al een tijdje consistent in de deterministische
modellen en het ENS, de vraag is vooral welke koers het gaat volgen.
Omdat orografie boven de Alpen waarschijnlijk een rol speelt in de
aanvankelijke ontwikkeling van het grondlaag neigen we meer waarde te
hechten aan de deterministische uitvoer t.o.v. het ENS (immers lagere
resolutie). Deze laten globaal hetzelfde beeld zien: actieve neerslag
aan de westflank van het laag en nabij de ingedraaide occlusie. De
wind(stoten) bij de knijpzone zijn een nadrukkelijk aandachtspunt. Ook
daar zitten de modellen redelijk op een lijn: 7-8 Bft langs de kust met
zware windstoten (40-50 kn). ENS komt met 50-60% kans op > 75 km/u langs
de kust. Neerslagsoort lijkt nauwelijks een aandachtspunt, enkel Hirlam
NESO geeft nog indicatie voor natte sneeuw. FZL ligt vrij laag (1200
vt), hangt een beetje van de intensiteiten af. Een vlok natte sneeuw in
Zuid-Limburg is niet ondenkbaar.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Aan de noord/westflank van het naderende laag komt maandagavond al 7 Bft
langs de noordkust te staan, volgens Hirlam en Ha36 zelfs 8 Bft
buitengaats. Aandachtspunt is dus de wind bij de knijpzone aan de
zuidflank van het laag. In de verwachtingen 7-8 Bft langs de kust met
uitschieters 75-90 km/u, overigens wellicht ook uitschieters rond 75
km/u boven het Limburgse heuvelland (nog niet genoemd).

BEWOLKING:
Boven zee en het noordelijk kustgebied enkele geïsoleerde CB's, toppen
actueel FL150 en geleidelijk verder dalend (opwarmende bovenluchten).
Modellen varieren per run en t.o.v. elkaar sterk qua lage bewolking.
Vanuit het noordoosten is een fractie vochtiger lucht binnengelopen en
turbulentiestratus ontstaan (die indicatie gaven de modellen wel).
Modellen hebben hier zoals gewoonlijk moeite mee, nowcasten met TRAJ is
het devies. Nabij het laag/occluderende golf vrijwel zeker op grote
schaal stratus, waarschijnlijk ook onder 500 vt. Na passage van de
ingedraaide occlusie stijgt de basis naar Sc-niveau.

NEERSLAG:
Aanhoudend enkele buien, onweerskans steeds kleiner
(onstabiliteitsdiepte daalt), boven het noorden van de Noordzee.
Vanavond mogelijk wat (mot)regen nabij het hoogtewarmtefront.
Neerslagstructuur bij de occluderende golf ziet er in de modellen
hetzelfde uit. Ha40 produceert ook nog neerslag in het laag. Lijkt
buiig, maar is het niet. Accumulaties grootschalig 10-20 mm (minst in
Noordoosten), zuiden/zuidwesten krijgt mogelijk 20-40 mm (buigpunt
neerslagzone).

ZICHT:
Bij het laag waarschijnlijk slechte zichten. Alle modellen (Ha40 veruit
het sterkst) geven signaal voor mist, maar op geheel andere plekken.
Niet ondenkbaar, bij het laag weinig gradient, veel vocht en koude
lucht. Lijkt advectief vanuit Duitsland/Belgie binnen te komen. Als
kleine kans benoemd.

TEMPERATUUR:
Wat onzekere Tx-verwachting voor dinsdag a.g.v. onzekerheid in de koers
van het laag. De warme lucht aan de grond bevindt zich (ver) in
Duitsland, mogelijk krijgt het uiterste noordoosten hier iets van mee
(Tx 10°C). Achter de ingedraaide occlusie zachtere lucht van circa
10°C.



Paraaf meteoroloog: aberson
Bron: KNMI