Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 12 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot dinsdag 14 juni 2016 24.00 locale tijd

Opgesteld op maandag 13 juni 2016 om 17.46 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een gordel van lage druk strekt zich uit van het zeegebied ten westen
van Schotland tot over het zuidoosten van Europa. In deze gordel
bevinden zich diverse lagedrukkernen waarvan er nu een over het uiterste
noordoosten van ons land ligt. Deze trekt langzaam nog iets noordwaarts
en wordt morgenavond boven de Duitse Bocht verwacht. Tegelijkertijd
trekt een andere kern van de Ierse Zee naar Wales. Een gevolg van deze
verplaatsingen is dat de stroming boven land meer en meer zuidwestelijk
wordt. Restanten van een occlusie trekken vanavond en vannacht langzaam
vanuit het zuidwesten over ons land zuiden tezamen met een kleinschalige
trog in de bovenlucht. Een volgende occlusie ligt nu over het westen van
Frankrijk en deze wordt morgenmiddag midden over ons land verwacht.

MODELBEOORDELING:
Het synoptische beeld verschilt niet veel tussen de modellen. Slechts
kleine verschillen in de positie van de diverse lagedrukkernen en de as
van de lagedrukgordel. Alle modellen geven vanavond een sterk afnemende
buiigheid te zien maar laten wel een signaal over als de
occlusie/bovenluchttrog vannacht overtrekt. De volgende occlusie is
morgen in de neerslagpatronen nauwelijks herkenbaar omdat dan de
convectie de patronen verstoort. Qua grenslaag blijft het nowcasten.
Slechtste condities veelal in de vore van ;age druk. Daar de minste wind
en dus de minste menging. Zuid van de vore (lagedrukgordel), in de
zuidweststroming in het algemeen betere zicht en wolkencondities.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Indicatie voor windstoten bij de buien rond 25 knopen, zeer lokaal 30
kn. Meestal echter veel minder. Dominante proces is precipitation
loading, er staat namelijk weinig wind in de bovenlucht en de profielen
zijn erg vochtig, dus weinig afkoeling door verdamping.

BEWOLKING:
Veel St in de lagedrukvore. Zuid van de vore veelal (iets) betere
condities. Modellen lopen behoorlijk uiteen wat betreft de lage
bewolking. Voorlopig gaan we er vanuit dat met name de (noord_westelijke
kustgebieden kans op St blijven houden die vanavond en vannacht vanaf
zee kan binnenkomen. Verder met name boven land Cb's, vanavond
grotendeels inzakkend. Vannacht nabij de zwakke occlusie/bovenluchtrog
veel gelaagde bewolking met enkele verscholen Cb's. Morgen overdag boven
land optrekkende St en de vorming van Cb's. Toppen i.h.a. (iets) lager
dan vandaag.

NEERSLAG:
Met name in het oosten eerst nog enekele onweersbuien, vanavond
geleidelijk afnemend in intensiteit en aantal. Nabij de occlusie
vannacht soms lichte regen, af en toe wat buiig van karakter. Dinsdag
overdag opnieuw oplevende buienactiviteit. Capewaardes veelal tussen
700-1000 J/kg. Daarbij zeer weinig windschering (rond 15 kt).
Organisatie: veelal single cel/pulse storm. Onweerskansen zijn groot
volgens INDECS. Op veel plaatsen landinwaarts tussen de 70 en 80%.

ZICHT:
Overwegend matig tot goed, boven zee en in buien lokaal slecht. Nabij de
as van de lagedrukgordel mist boven zee. Komende nacht vooral in het
midden en noorden, wat dichter bij het laag, hier en daar nevel, de kans
op mist lijkt klein door de St en hogere bewolking. TAFG komt ook niet
met een duidelijk mistsignaal.

TEMPERATUUR:
Geen noemenswaardigheden.



Paraaf meteoroloog: nolet
Bron: KNMI