Guidance modelbeoordeling voor Nederland

13-06-2016 03:40
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 00 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot dinsdag 14 juni 2016 24.00 locale tijd

Opgesteld op maandag 13 juni 2016 om 05.21 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Vanuit een lagedrukgebied ten zuiden van Groenland strekt zich een
langgerekte gordel van lage druk uit in oost tot zuidoostelijke
richting. Een secundaire kern, om 03 UTC net ten oosten van East Anglia,
steekt de Noordzee over richting ons land en trekt dan vrij snel naar
het noorden van het land, waar het de rest van de maandag voor anker
gaat. In de nacht naar dinsdag trekt de kern heel langzaam noordwaarts.
Bij dit laag hoort een occlusie, 03 UTC van Amsterdam naar Arnhem, die
verder om het laag heen krult en heel langzaam noordoostwaarts trekt.
Een kortgolvige hoogtetrog ligt 03 UTC boven het zuidwesten, trekt
langzaam oostwaarts en verlaat in de middag het oosten. Zodra het laag
dinsdag noordwaarts trekt wordt de weg vrijgemaakt voor een volgende
occlusie die nu nog boven Ierland ligt. Deze occlusie bereikt
dinsdagochtend het zuidwesten en trekt dinsdagmiddag langzaam
noordoostwaarts.

MODELBEOORDELING:
Het synoptische beeld verschilt niet veel tussen de modellen. De
grootschalige neerslag aan de voorzijde van de occlusie wordt door
Hirlam en EC aanmerkelijk beter weergegeven dan Harmonie36. Wat alle
modellen overduidelijk laten zien is de activering van de neerslag op
dagelijkse gang, waarbij de focus wat betreft de convectie in alle
modellen op het oosten en noordoosten ligt. De complicerende factor is
de stratus. De uitgebreidheid van de stratus gaat mede bepalen hoe snel
de temperatuur oploopt en de convectietemperatuur wordt bereikt.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Indicatie voor windstoten bij de buien rond 25 knopen. Meestal echter
veel minder. Dominante proces is precipitation loading, er staat
namelijk weinig wind in de bovenlucht en de profielen zijn erg vochtig,
dus weinig afkoeling door verdamping.

BEWOLKING:
Veel St bij het indraaiende occluderende systeem. Harmonie geeft een
redelijke indicatie, maar ook de Hirlam 3/8-plaatjes. Overdag zien we de
St dieper landinwaarts weer oplossen. Laagste bases nabij het laag boven
zee en in de kustgebieden aanhoudende kans op St. Bij de
500hPa-hoogtetrog in het zuidwesten momenteel enkele Cb's, in de loop
van de ochtend en -middag op steeds meer plaatsen Cb's. Toppen op basis
van de progtemps zouden zomaar weer kunnen doorschieten naar FL300-350.
Dinsdag idem dito voor de tweede occlusie uit. Dan eveneens enkele Cb's
met toppen tot FL320.

NEERSLAG:
Belangrijkste aandachtspunt is de convectieve neerslag vooral in de
middag en avond, vooral de intensiteit. PW-waarden bedragen ruim 30,
niet extreem maar toch behoorlijk veel en lokaal kan best weer 10-20 mm,
lokaal rond 30 mm vallen. Accent ligt op het uiterste oosten en
noordoosten, waar de treksnelheid van de buien waarschijnlijk het laagst
is. Vanmiddag in het (uiterste) oosten MUCAPE rond 1000 J/kg bij een
verticale windschering 5-10 knopen. Dinsdag vergelijkbare waarden.
Losse, lokaal geclusterde buien. Verder bij de barocliene band af en toe
regen. Bij de occlusies wordt de neerslag gedurende de middagen steeds
convectiever. Met dit soort hoge toppen altijd rekening houden met
lokaal kleine hagel, zie Harmonie graupel column plaatjes.

ZICHT:
Op veel plaatsen nevelig, in het westen van de FIR (boven zee) matig tot
lokaal slecht zicht en vooral in de vore ook mist. Dit blijft voorlopig
het verhaal met de occlusies die nog komen. In buien plaatselijk slecht.
Boven land in de nachten lokaal kans op nevel/grondmist/mistbanken. TAFG
vooral kansen in de zuidelijke helft, Harmonie van run tot run vooral in
het noorden. Voorgeschiedenis is in het zuiden het vochtigst.

TEMPERATUUR:
Geen noemenswaardigheden.



Paraaf meteoroloog: buscher
Bron: KNMI