Guidance modelbeoordeling voor Nederland

12-06-2016 23:40
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 18 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot dinsdag 14 juni 2016 24.00 locale tijd

Opgesteld op maandag 13 juni 2016 om 01.11 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Vanuit een lagedrukgebied ten zuiden van Groenland strekt zich een
langgerekte gordel van lage druk uit in oostzuidoostelijke richting. Een
secundaire kern boven East Anglia steekt de Noordzee over richting ons
land en trekt dan vrij snel naar het noorden van het land, waar het de
rest van de maandag voor anker gaat. In de nacht naar dinsdag trekt de
kern heel langzaam noordwaarts. Bij dit laag hoort een geoccludeerd
frontaal systeem dat vannacht langzaam noordoostwaarts over het land
trekt, maar tegelijkertijd ook om het laag heen krult. Een kortgolvige
hoogtetrog ligt 00 UTC van Zeeland naar Limburg, trekt langzaam
oostwaarts en verlaat in de middag het oosten. Zodra het laag dinsdag
noordwaarts trekt wordt de weg vrijgemaakt voor een volgende occlusie
die nu nog boven Ierland ligt. Deze occlusie bereikt dinsdagochtend het
zuidwesten en trekt dinsdagmiddag langzaam noordoostwaarts.

MODELBEOORDELING:
Het synoptische beeld verschilt niet veel tussen de modellen. De
grootschalige neerslag aan de voorzijde van de occlusie wordt door
Hirlam en EC aanmerkelijk beter weergegeven dan Harmonie36. Wat alle
modellen overduidelijk laten zien is de activering van de neerslag op
dagelijkse gang, waarbij de focus wat betreft de convectie in alle
modellen op het oosten en noordoosten ligt. De complicerende factor is
de stratus. De uitgebreidheid van de stratus gaat mede bepalen hoe snel
de temperatuur oploopt en de convectietemperatuur wordt bereikt.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Indicatie voor windstoten bij de buien rond 25 knopen. Meestal echter
veel minder. Dominante proces is precipitation loading, er staat
namelijk weinig wind in de bovenlucht en de profielen zijn erg vochtig,
dus weinig afkoeling door verdamping.

BEWOLKING:
Toenemende St bij het indraaiende occluderende systeem. Overdag zien we
de St dieper landinwaarts weer oplossen. Laagste bases nabij het laag
boven zee en in de kustgebieden aanhoudende kans op St. In de loop van
de ochtend en -middag Cb's. Toppen op basis van de progtemps zouden
zomaar weer kunnen doorschieten naar FL300-350. Dinsdag idem dito voor
de tweede occlusie uit. Dan eveneens enkele Cb's met toppen tot FL320.

NEERSLAG:
Belangrijkste aandachtspunt is de convectieve neerslag vooral in de
middag en avond, vooral de intensiteit. PW-waarden bedragen ruim 30,
niet extreem maar toch behoorlijk veel en lokaal kan best weer 10-20 mm,
lokaal rond 30 mm vallen. Accent ligt op het uiterste oosten en
noordoosten, waar de treksnelheid van de buien waarschijnlijk het laagst
is. Vanmiddag in het (uiterste) oosten MUCAPE rond 1000 J/kg bij een
verticale windschering 5-10 knopen. Dinsdag vergelijkbare waarden.
Losse, lokaal geclusterde buien. Verder bij barocliene band af en toe
regen. Bij de occlusies wordt de neerslag gedurende de middagen steeds
convectiever. Met dit soort hoge toppen altijd rekening houden met
lokaal kleine hagel, zie Harmonie graupel column plaatjes.

ZICHT:
Op veel plaatsen nevelig, in het westen van de FIR (boven zee) matig tot
lokaal slecht zicht en kans op mist. Dit blijft voorlopig het verhaal
met de occlusies die nog komen. In buien plaatselijk slecht. Boven land
in de nachten lokaal kans op nevel/grondmist/mistbanken. TAFG vooral
kansen in de zuidelijke helft, Harmonie van run tot run vooral in het
noorden. Voorgeschiedenis is in het zuiden het vochtigst.

TEMPERATUUR:
Geen noemenswaardigheden.



Paraaf meteoroloog: buscher
Bron: KNMI