Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 00 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot vrijdag 28 september 2018 24.00 locale tijd

Opgesteld op donderdag 27 september 2018 om 05.28 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Aan de noordflank van een O-W georienteerde rug met de as boven België,
bevindt ons land zich in een zuidwestelijke stroming waarmee van
oorsprong maritiem polaire lucht wordt aangevoerd. Aan de grond ligt een
zwak ONO-WZW georienteerd warmtefront nagenoeg stationair boven het
noordwesten en noorden van ons land. Ten noorden van dit zwakke
warmtefront is de lucht zachter en vochtiger. Een frontale golf boven
Vikingbank trekt oostwaarts, het bijbehorende koufront bereikt in de
loop van de middag als een dubbelconstructie het noordwesten van de FIR.
Het eerste grondkoufront bereikt dan in de loop van de avond het
noordwesten, het tweede pas in de loop van de nacht naar vrijdag. Beide
fronten trekken zuidoostwaarts en aan het begin van vrijdagmiddag
verlaat het achterste koufront het zuidoosten van het land. Een nieuw
hogedrukgebied ligt op vrijdag met het centrum net west van Ierland en
heeft een uitloper tot over onze omgeving. Met een anticyclonale
noordelijke stroming wordt dat polaire lucht aangevoerd.

MODELBEOORDELING:
Synoptisch gezien zijn er geen grote verschillen, wat betreft het weer
in de grenslaag zijn deze er wel en dan vooral voor vannacht en in de
eerste helft van de ochtend. Duidelijk is dat in het noorden en westen
van het land bij en achter het warmtefront de meeste vocht aanwezig is
en dat door uitstraling de zichten kunnen teruglopen. Daarnaast is er
door de ontkoppeling ook enige kustconvergentie aanwezig. Deze
combinatie resulteert in HIR tot een duidelijk signaal voor lage stratus
en zelfs mist in het westen en noorden, actueel is daar nog echter
weinig van te bespeuren, derhalve houden we voor de vroege ochtend toch
nog een hele kleine kans aan. De Harmonies hebben dit niet maar hebben
wel een duidelijk signaal voor nevel, de nevel is nu wel zichtbaar in de
waarnemingen. Verder hebben wel de modellen (op HARM40 na) een duidelijk
signaal voor stratus noord van het Waddengebied en in de Duitse Bocht,
schampend aan het uiterste noorden.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Vanaf vanmiddag 6 Bft in de noordelijke kustdistricten mogelijk af en
toe een 6 Bft, vrijdagochtend mogelijk ook even in het zuidwestelijk
kustgebied.

BEWOLKING:
In het oosten en midden enkele Sc-velden behorend bij het warmtefront,
zat overigens in geen enkele model.Voor het westen en oosten dus nog de
eerdergenoemde hele kleine kans op stratus/mist. Ten noordoosten van de
Wadden eveneens kans op stratus, waarschijnlijk tussen 500-1000 vt. In
de loop van de ochtend geen noemenswaardige bewolking in de FIR totdat
de frontale bewolking bij het koufront binnentrekt, veelal Sc-bewolking.
Aan het einde van de nacht zien we in het zuidoosten ook de ontwikkeling
van stratus, in Zuid-Limburg speelt ook stuw hierbij een rol. In de
polaire lucht veelal ondiepe convectieve bewolking, Cu/TCu met toppen
tot max. 8000 vt.

NEERSLAG:
Tot het koufront zo goed als droog; de neerslag in Hirlam bij het
warmtefront boven het noordwesten is zeer licht en met een droge
grenslaag niet noemenswaardig. Verder pas weer op het koufront later
morgenavond en in de nacht naar vrijdag vooral in het noorden mogelijk
wat lichte (mot)regen, coalescentieneerslag. Vrijdag zien we in alle
modellen een signaal voor zwak TCu-buien.

ZICHT:
In de vroege ochtend in het westen en noorden plaatselijk nevel, actueel
in de waarnemingen zichtbaar. Hirlam komt dus ook met mist maar die kans
achten we vrij klein. Verder overdag goede zichtcondities, bij motregen
op het koufront mogelijk matig/slecht. Vrijdag in de polaire lucht
uitstekende zichtcondities, de lichte buitjes zullen amper invloed
hebben.

TEMPERATUUR:
Geen bijzonderheden.



Paraaf meteoroloog: homan
Bron: KNMI