Guidance modelbeoordeling voor Nederland

05-09-2018 11:40
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 06 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot donderdag 06 september 2018 24.00 locale tijd

Opgesteld op woensdag 05 september 2018 om 11.29 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een vore ligt boven het zuidoosten en verandert vandaag nauwelijks van
plaats. Wel breidt de vore zich geleidelijk uit in noordwestwaartse
richting als gevolg van drukdalingen. Vanaf vanavond begint de as van de
vore geleidelijk noordoostwaarts te verplaatsen, donderdagmiddag wordt
de noordoostgrens gepasseerd. Hierdoor kan aan de zuidwestflank van de
vore in een noordwestelijke stroming een koufront (met daarachter flink
lagere dauwpunten) doorkomen. Het zuidwesten wordt donderdagmiddag
bereikt, de oostgrens in de avond. Voor passage is de lucht vochtig en
warm. Een occluderend systeem (actueel nabij Ierland) bereikt
donderdagavond het westen van het luchtruim en ligt vrijdagochtend langs
de westkust. Van origine bevindt zich voor dit systeem uit nog een oude
occlusie. Op 300 hPa ligt de uitgang van een cyclonaal gekromde jet
vrijdagochtend boven het zuidwesten.

MODELBEOORDELING:
Actueel zit Harmonie40 er het beste op. De grote gemene deler van de
modellen is ruwweg gelijk. Bij en zuidwest van de vore ontstaan
vanmiddag nieuwe (onweers)buien. Aanvankelijk zorgen dagelijkse gang,
convergentie bij de as van de vore en warmteadvectie voor initiatie,
later zullen PVA en mogelijk outflow het moeten doen. De opwarming als
gevolg van dagelijkse gang is door de onweersbuien van vanochtend
duidelijk vertraagd, waardoor ook de vore zich vooralsnog minder in
noordwestwaartse richting uitbreidt. Wel zien we dat de beoogde
convectietemperatuur (circa 24/25 °C) in het oosten en zuidoosten al
min of meer gehaald is. Net buiten de landsgrenzen ontstaan al
stapelwolken. Als het koufront (met hoogtetrog) naderbijkomt neemt de
buienactiviteit toe. Verschillen zijn er in dit soort situaties altijd.
Het occluderende systeem van vrijdag zit qua timing vrijwel gelijk in de
modellen. De oude occlusie er vooruit is alleen in Hirlam actief. Het
gaat om lichte regen uit middelbare bewolking. De laag eronder is droog
en daardoor zal de regen de grond niet halen.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Vanochtend is er bij een zware onweersbui een keer 55 km/u waargenomen,
voor vanmiddag berekent Harmonie voor het zuidoosten lokaal nog iets
meer. Het zal van waterloading moeten komen om dat te halen. Er staat
weinig wind in de vertikaal en ook NAPE zal weinig tot geen bijdrage
leveren (te vochtig, te lage bases). In de nacht naar vrijdag komt er op
de noordelijke Noordzee (nabij Noorwegen) O 7-8 Bft te staan volgens
Harmonie en Hirlam.

BEWOLKING:
Nabij het koufront St, aanvankelijk ook nog lokaal boven land door de
eerder gevallen regen en convergentie die het gevolg zijn van
verstoringen door het buiencomplex van vanochtend. Dit buiencomplex zelf
is inmiddels verworden tot Sc/Ns 4000 voet en aan de zuidrand nog enkele
Cb's met toppen tot FL300. Vanmiddag ontstaan er nabij de vore en ten
zuidwesten ervan opnieuw Cb's, met toppen tot FL360. De bases liggen
vandaag rond 3000 voet, morgen een stuk lager. Bij het occluderende
systeem Sc, langs de kust ook St, meer naar de westrand ook TCu/Cb met
toppen FL100.

NEERSLAG:
Van het noordwesten van het luchtruim naar Utrecht is nog een groot
regengebied aanwezig dat langzaam noordwaarts trekt. Aan de zuidflank
zijn nog enkele onweersbuien aanwezig, waar lokaal veel regen uit kan
vallen. De activiteit neemt wel af, doordat de hoogtetrogforcering
vlakker wordt. De neerslaghoeveelheden zijn dan ook niet zo groot als
vanochtend (volgens radaraccumulaties nabij Woerden meer dan 75 mm, een
WOW-station aldaar mat tegen de 90 mm). Op standaargebiedsgrootte viel
er orde 30-40 mm in Zuid-Holland. Met een Hirlam-CAPE van 2000-2500 J/kg
(maar te weinig schering voor goede organisatie) en nog steeds dezelfde
vochtige luchtsoort en geringe bovenstroming (~10 knopen op 700 hPa)
blijft overvloedige regen het voornaamste randfenomeen voor buien die
later vanmiddag nog ontstaan. Doordat de organisatie matig is zullen de
buien aanvankelijk ook weer uitsterven en regeneren, maar zodra het
koufront het land op komt en de bovenstroming aantrekt neemt ook de
organisatiegraad toe. Morgen overdag kunnen de onweersbuien zich dus
langer handhaven. Wel is de CAPE dan flink afgenomen en lijken de
randfenomenen zelf minder zwaar te worden. Na passage van het koufront
wordt het tijdelijk droog, maar nabij het occluderende systeem valt
lichte tot matige regen, aan de westkant mogelijk een ingebedde bui.

ZICHT:
In deze luchtsoort op veel plekken matig. In zware onweersbuien slecht.
Komende nacht in het noordoosten de meeste opklaringen en dan ook kans
op mistbanken. Als het elders even wat langer opklaart zal het zicht
snel teruglopen.

TEMPERATUUR:
In de opklaringen (noordoosten) zijn de modellen allen te koud
vanmiddag.Waar vanochtend flinke buien waren met kort geleden nog St
loopt de modeltemperatuur flink achter bij de werkelijkheid. Ook in het
zuidoosten van het land is dit het geval en dat heeft natuurlijk ook
weer gevolgen voor het ontstaan van buien.



Paraaf meteoroloog: zwagers
Bron: KNMI