Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 18 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot dinsdag 28 augustus 2018 24.00 locale tijd

Opgesteld op maandag 27 augustus 2018 om 01.11 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
In een westelijke stroming passeren een aantal fronten kort naar elkaar
ons aandachtsgebied. De warmtefront-occlusie ligt boven het uiterste
oosten en verlaat spoedig het land, een volgende occlusie ligt boven het
westen van de FIR (te zien aan de windsprong en op de radar) en trekt
gedurende de nacht en vroege ochtend oostwaarts over ons land. De
neerslag van beide fronten is nauwelijks meer van elkaar te
onderscheiden, wel zijn de condities duidelijk slechter bij en op
nadering van de occlusie. In de ochtend passeert er dan nog een zwak
koufront van west naar oost over ons land, waarna er met een westelijke
stroming getransformeerde vochtige polaire lucht wordt aangevoerd. In de
bovenlucht passeert er ondertussen een vlakke trog van west naar oost en
blijft de stroming cyclonaal en bovendien draaien er nog enkele
occlusie-restanten mee over het noorden van de FIR. In de nacht naar
dinsdag komen we zowel in de bovenlucht als aan de grond geleidelijk
onder invloed van een rug die dinsdag overdag van west naar oost over de
FIR beweegt. De stroming draait geleidelijk naar zuid- tot zuidwest
waardoor de aangevoerde lucht geleidelijk warmer en vochtiger wordt.

MODELBEOORDELING:
Het synoptisch beeld wijkt in alle modellen weinig af van elkaar en
lijkt derhalve betrouwbaar. Wel zijn er enige verschillen met betrekking
tot het weerbeeld in de grenslaag vannacht en vanochtend bij de
passerende fronten. Alle modellen hebben de laagste wolkenbasis met ook
een duidelijk signaal voor stratus op nadering van en bij de occlusie,
waarachter het sterk verbetert. Dit beeld klopt aardig, al is de band
met stratus in werkelijkheid aanzienlijk breder aan de voorzijde en
bevindt de voorste begrenzing zich al boven de westelijke helft i.p.v.
tegen de westkust. Ook wat betreft de timing van het passeren van de
achtergrens zijn er verschillen, waarbij het traagste scenario in H36
momenteel het dichtst bij de werkelijkheid lijkt te liggen; boven het
uiterste westen van de FIR. HIR is iets sneller, H40 een stuk sneller.
EC volgt min of meer H36. Dit betekent dat we er voorlopig van uit gaan
dat de stratus het uiterste (noord)oosten pas in de tweede helft van de
ochtend zal verlaten. Voor de nacht naar dinsdag in alle progtemps een
duidelijk signaal voor grondmist landinwaarts, in de wolkenplaatjes
alleen in H36 en HIR te zien omdat deze modellen daar brede opklaringen
hebben. H40 en EC hebben meer bewolking. We gaan uit van lokaal
grondmist of een mistbank in opklaringen.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Eerst nog een 7 Bft boven zee, langs de kust en boven het IJsselmeer,
waar ook seinen voor uitstaan. Gedurende de periode geleidelijk
afnemend.

BEWOLKING:
Bij de occlusie een steeds minder dik wordend pak gelaagde frontale
bewolking maar tevens ook dalende wolkenbasis met een brede band met
stratus. We gaan voorlopig uit van een achtergrens rond 03/04 UTC op de
westkust en ongeveer rond 08 UTC boven het uiterste (noord)oosten.
Achter de occlusie overwegend SC en CU boven de 2000 vt, met bij en
achter het koufront vandaag ook enkele TCu'tjes met toppen tot maximaal
7000 vt. Vannacht meer opklaringen, dinsdag zonnig.

NEERSLAG:
Bij en oost van de occlusie perioden met meest lichte, in het oosten nog
matige, regen en motregen. Aan de achterzijde lokaal nog wat lichte
(mot)regen en bij en achter het koufront ook een enkele lichte regenbui
(TCu). In de loop van de nacht naar dinsdag onder invloed van de rug op
de meeste plaatsen droog.

ZICHT:
In de (getransformeerde) polaire lucht goed. In de (frontale) neerslag
en met name bij en voorafgaand aan de occlusie ook matig en in motregen
soms slecht. In de nacht naar dinsdag in opklaringen kans op grondmist
of een mistbank, vooral verder landinwaarts.

TEMPERATUUR:
Geen bijzonderheden.



Paraaf meteoroloog: wijs
Bron: KNMI