Guidance modelbeoordeling voor Nederland

21-08-2018 04:00
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 00 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot woensdag 22 augustus 2018 24.00 locale tijd

Opgesteld op dinsdag 21 augustus 2018 om 05.26 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een uitloper van het Azorenhoog strekt zich uit tot over het oosten van
het aandachtsgebied, de rug-as ligt boven Nederland en hierdoor is de
stroming zwak, de rug-as trekt langzaam verder ostwaarts en uiteindelijk
wordt de stroming zuidelijk. Het (zwakke) polaire front bevindt zich
momenteel boven het noorden van ons land (dauwpunten aan de zuidzijde
rond 16°C, aan de noordzijde rond 11°C). Met het oostwaarts trekken
van de rug beweegt het polaire front enigszins activerend noordwaarts en
verlaat komend middag het FIR gebied. Na rugpassage bereikt een zwak
occluderend front, gekoppeld aan een kleinschalig laag boven Engeland,
het zuidwestelijke deel van onze FIR. De warme sector is alleen nog
herkenbaar aan dauwpunten die daarin oplopen naar 18 a 19°C. Het
lagedrukgebied trekt, samen met het occluderende front, noordoostwaarts
over het noorden van de FIR. Hierdoor krijgt het gehele aandachtsgebied
vanaf het einde van de middag met deze vochtigere lucht te maken. Ook
woensdag bevinden we ons (hoewel vrij diep) nog in de warme sector

MODELBEOORDELING:
Het belangrijkste aandachtspunt de komende uren, is de grenslaag. In
opklaringen kan mist ontstaan, dit is wel afhankelijk van de mate waarin
er opklaringen voorkomen. Dit verschilt per model. In het zuiden lijkt
de kans het kleinst omdat daar de bewolking overheerst in alle
modeloplossingen. Na passage van het occluderende front neemt de kans op
lage bewolking boven zee weer toe. Vooral Ha36 geeft dit in ruime mate
weer, overige modellen ook maar met een hogere basis. Overdag
verschillen de modellen ook in de mate waarin er nog bewolking aanwezig
is. Wegens het wegtrekken van de rug verdwijnt de subsidentie inversie
waardoor Cu bewolking zich niet meer uit kan spreiden, dit maakt de kans
op opklaringen groter.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Geen bijzonderheden.

BEWOLKING:
Boven land Sc bewolking, met aanvankelijk nog een enkele opklaring.
Boven zee gebieden met St/Sc bewolking. Zeker boven land is de laag
bewolking vrij dun wegens de subsidentie inversie rond 5000 vt. Na
passage van het warmtefront neemt de St kans boven zee duidelijk toe.
Overdag wederom Sc/Cu bewolking, met het wegtrekken van de subsidentie
inversie kan dit zich verticaal ook verder ontwikkelen. Er is een kleine
onstabiele component aanwezig waarbij een enkele cumuluswolk kan
doorgroeien tot een TCu met toppen rond FL080.

NEERSLAG:
Zowel boven zee als boven land kan er zeer lokaal wat motregen
voorkomen. Ook overdag blijft dit mogelijk, al zal dit met de dagelijkse
gang een wat meer convectief karakter krijgen. Het polaire front zal
gaan activeren wegens het naderende laagje en de advectie van warmere
lucht.

ZICHT:
Goed, boven land in opklaringen kans op een mistbank. Boven zee achter
het front mogelijk ook teruglopende zichten wegens de hogere
dauwpunten.

TEMPERATUUR:
Overdag in het zuidoosten mogelijk 26°C. In de nacht naar woensdag
minima rond 15°C.



Paraaf meteoroloog: veeken
Bron: KNMI