Guidance modelbeoordeling voor Nederland

14-08-2018 17:40
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 12 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot woensdag 15 augustus 2018 24.00 locale tijd

Opgesteld op dinsdag 14 augustus 2018 om 17.56 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een trekrug boven het westen, met daarin nog occlusierestanten, beweegt
vanavond en vannacht snel naar het oosten weg, gevolgd door een zwakke
trog die opvult. Boven het oosten van het land lijkt deze trog in de
middag vanwege opwarming en drukdalingen weer wat uit te diepen. Een
warmtefront boven het oosten van Engeland bereikt vannacht het westen
van het land, trekt oostwaarts en ligt morgenmiddag boven Duitsland
waardoor het gehele luchtruim in de warme sector terechtkomt (dauwpunten
16-18°C). Het golvende koufront zou morgen nog wel het noorden en
noordoosten van de FIR kunnen aandoen. Donderdag komen we nog wat dieper
in de warme sector en voert een zuidelijke stroming warme lucht aan. Het
eerdergenoemde koufront (dubbelstructuur) komt dan boven het westen van
de FIR te liggen en bereikt het land waarschijnlijk pas in de avond.
Door toedoen van een naderende hoogtetrog en de rechter ingang van een
jetstreak lijkt het voorste koufront in activiteit toe te nemen.
Mogelijk speelt ook enige warmte-advectie rond 850 hPa hierbij een rol.

MODELBEOORDELING:
Aandachtspunt is de kans op turbulentiestratus later vannacht en
woensdagochtend na passage van het warmtefront. Hirlam komt als snelste
hiermee, wellicht omdat het de hoeveelheid bewolking bij het warmtefront
onderschat (?) en het daardoor teveel laat uitstralen. In het oosten
laat Hirlam de sterkste afkoeling zien met daar zelfs signalen voor
bewolking < 500 vt. Gezien de actualiteit is er over de mogelijk
ontwikkeling nog niet veel te zeggen. Voorlopig kansen in de
verschillende TAFg + HA40-EPS aangehouden, die varieren tussen 10-50% op
< 1000 vt. Daarnaast laten alle modellen, behalve Ha40, een gebiedje met
St-bewolking langs de noordwestkust noordwaarts bewegen morgenmiddag.
Lijkt moeilijk te koppelen aan een bepaalde structuur, het golvende
koufront bevindt zich aan de grond een stuk noordelijker. Waarschijnlijk
hangt het samen met een gebied met de berekende hoogste dauwpunten in de
modellen (circa 18°C). Donderdag later op de dag ligt het aandachtspunt
bij mogelijk convectie (zie neerslag).

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Morgenmiddag en -avond boven het zuiden van de Noordzee mogelijk opnieuw
een 6 Bft. Donderdag bij een bui gevoed vanaf de grond (indien mogelijk)
uitschieters 30-40 kn niet ondenkbaar, er staat vrij veel wind in de
horizontaal (uitwisseling van impuls, 50 kn op 6 km hoogte). Bij
convectie vanaf middelbare hoogte (waarschijnlijker) eerder 20-25 kn
(precipitation loading).

BEWOLKING:
Bij de occlusierestanten een dikker pakket Sc-bewolking. Komende nacht
opnieuw velden Sc-bewolking bij het warmtefront, de vraag is nog om
hoeveel bewolking het zal gaan. Na passage van het warmtefront zien we
later in de nacht en in de ochtend vooral in de westelijke helft kansen
op turbulentiestratus. Morgen overdag in het noordoosten nog kans op een
enkele TCU, toppen 7000 vt. In de nacht naar donderdag in het westen
opnieuw kans op turbulentiestratus, mogelijk speelt ook kustconvergentie
een rol. Donderdag bij het koufront een frontaal pakket, als de
activering plaats vindt op het voorste front verschijnt er middelbare
onstabiliteit (warmte-advectie rond 850 hPa) in de progtemps. Toppen
mogelijk tot FL350. Overigens is een CB gevoed vanaf de grond niet
uitgesloten, toppen in eerste instantie FL200, mogelijk FL350-380.

NEERSLAG:
Met name bij de occlusierestanten lokaal lichte regen of een lichte bui.
Op het warmtefront zien we hooguit heel lichte coalescentieneerslag,
maar op de meeste plaatsen blijft het waarschijnlijk droog. Morgen
overdag in het noordoosten nog kans op lichte regen/bui. Donderdag bij
het koufront boven zee perioden met regen. Boven land, voor het koufront
uit, kans (vooral het oosten) op een geïsoleerde onweersbui, gevoed
vanaf de grond. In de avond vindt activering op het voorste koufront
plaats. Dynamische forcering (hoogtetrog, jet, koufront) is meer dan
voldoende aanwezig, onstabiliteit lijkt hier de beperkende factor.
EC/GFS laten marginale CAPE zien, in de orde van enkele honderden J/Kg.
Effectieve windschering 0-6 km orde 40 kn, 1-6 km orde 30 kn. Dit kan
wel leiden tot een vrij actief koufront met buiige regen met onweer.
Deze situatieschets is vooralsnog gebaseerd op EC, de fijnmazige
modellen zijn nog niet beschikbaar.

ZICHT:
Komende nacht, als ook in de nacht naar donderdag, kans op nevel. Als de
rug vanavond passeert mogelijk nog grondmist, daarna trekt de wind weer
aan.

TEMPERATUUR:
Woensdag is Hirlam warmer dan de andere modellen, in dit model ontbreken
de Sc-velden behorende bij het warmtefront.



Paraaf meteoroloog: aberson
Bron: KNMI