Guidance modelbeoordeling voor Nederland

13-08-2018 04:20
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 00 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot dinsdag 14 augustus 2018 24.00 locale tijd

Opgesteld op maandag 13 augustus 2018 om 05.07 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een lagedrukgebied boven de Britse Eilanden trekt oostwaarts en trekt
maandag via de zuidelijke Noordzee en het Waddengebied in de richting
van Denemarken, waar het in de nacht naar dinsdag aankomt. We bevinden
ons in de warme sector, de lucht is vrij vochtig. Het koufront (ongeveer
theta-w 850 hPa 15-16°C) bereikt rond 06 UTC het zuidwesten van
Nederland en trekt in de ochtend over Nederland noordoostwaarts. Ten
noordoosten van het koufront ligt een thermische vore/laag. Het front
wordt gevolgd door een hoogtelaag/trog (T500 rond -16°C). Ten westen
van het koufront bevindt zich in de grenslaag vochtige en zachte lucht
(Td rond 15-16°C), hierin is het restant van een tropisch systeem
(Debby) aanwezig. Aan de westzijde van het laag trekt een ingedraaide
occlusie in de avond en de nacht naar dinsdag van west naar oost over
Nederland. Dinsdag overdag breidt zich een rug van hoge druk van het
westen uit over het Noordzeegebied.

MODELBEOORDELING:
De uitvoer is consistent. Er zijn wat kleine verschillen in het
drukpatroon ten aanzien van de thermische vore voorafgaand aan het
koufront. Verder is uiteraard het convectieve karakter van de neerslag
meer uitgesproken in de Harmonie uitvoer dan in de EC- en Hirlam
uitvoer. Het koufront is niet heel eenduidig in de neerslagpatronen
zichtbaar, de patronen verschillen vrij sterk in de diverse uitvoer. In
de Harmonie uitvoer hebben we het gebruikelijke probleem van het
ontbreken van stratiforme neerslag. Actueel (00-03 UTC) lijkt de Hirlam
uitvoer het beste op de waarnemingen.Ook bij de back-bent occlusie een
duidelijk verschil tussen convectieve patronen in de Harmonie uitvoer en
meer stratiform in de rest, de Hir uitvoer laat nog circa 500 J/kg CAPE
zien, dus enig convectief karakter is er wel.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Convectieve uitschieters overdag lijken beperkt te blijven tot ongeveer
30 kn en dan nog vooral in het oosten.

BEWOLKING:
Bij het koufront slechts een zeer gering signaal voor ST rond 1000 vt.
Nabij het laag geeft met name de HARM36 uitvoer een sterk ST-signaal.
Dit model heeft de neiging te overdrijven, zeker wanneer de wind in de
grenslaag zwak is en er in het model te weinig menging ontstaat. Andere
uitvoer laat wel een signaal zien, maar beduidend minder omvangrijk en
met minder lage basis en is daarmee waarschijnlijk realistischer. Bij de
buien overdag zijn convectieve toppen mogelijk tot FL320. In de nacht
naar dinsdag een ST-signaal in het Z en O. Nog niet geheel duidelijk hoe
realistisch dit is.

NEERSLAG:
Hirlam uitvoer is voor de eerste helft van de ochtend bruikbaar. Als
gevolg van dagelijkse gang en het kouder worden van de bovenlucht neemt
de convectieve activiteit maandag overdag vooral landinwaarts sterk toe.
Kustconvergentie kan echter ook een rol spelen. CAPE gaat naar 1000-1500
J/kg, de schering ligt rond 15 kn. Multicell is waarschijnlijk.
Onweerskansen zijn vooral in de zuidoostelijke helft vrij hoog, (50-80%
kans op meer dan 1 ontlading). Cumulatief valt gemiddeld over het land
ongeveer 10 mm, maar zoals te doen gebruikelijk bij convectie zijn er
plekken waar nauwelijks iets valt en enkele plekken die er met ca 20-40
mm flink bovenuit pieken.

ZICHT:
Geen bijzonderheden.

TEMPERATUUR:
Afhankelijk van de hoeveelheid opklaringen kan het maandag in het oosten
voor het koufront nog 25°C worden, duidelijk in de Harmonie uitvoer.
Ook de nacht naar dinsdag verloopt met 16-17°C zacht. Dinsdag liggen de
maxima 1 of 2 graden lager dan maandag.



Paraaf meteoroloog: Huiskamp
Bron: KNMI