Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 18 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot maandag 06 augustus 2018 24.00 locale tijd

Opgesteld op zondag 05 augustus 2018 om 00.21 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een langgerekte gordel van hogedruk strekt zich uit van de Azoren tot
boven de Duitse Bocht. Zwakke frontale restanten bewegen vannacht naar
het zuiden, een occlusie (momenteel boven het noordoosten) is nog het
best herkenbaar aan een daling van de dauwpunten en bewolking. Overdag
vormt zich een apart hogedrukcentrum dat in de loop van de dag
oostwaarts over de Wadden trekt. De stroming wordt dan oostelijk.
Maandag trekt dit centrum naar Duitsland en draait de stroming via
zuidoost naar zuid. Steeds warmere lucht wordt vervolgens aangevoerd en
in deze warme lucht ontstaat in de loop van maandag een thermisch laagje
ergens boven België of het zuid(oost)en van ons land.

MODELBEOORDELING:
De dagelijkse gang in de temperatuur is in deze van oorsprong polaire
lucht over het algemeen wat groter dan de modellen berekenen, zeker ten
opzichte van HIR/EC.
De stratus die in het FIR gebied zichtbaar is komt redelijk tot uiting
in de modellen, m.u.v. Ha40 die niets heeft. De zwakke neerslagsignalen
in de modellen worden actueel ook waargenomen en lijken te koppelen aan
de reeds genoemde occlusie. Stelt qua neerslaghoeveelheden bijzonder
weinig voor. De stratus die met name door Ha36 morgenochtend in Limburg
wordt berekend lijkt wel reëel gezien de noordelijke wind daar en de
passage van de occlusie.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Vanmiddag en vanavond in de kustgebieden zeewind (noordwest), doordat er
een noordoostelijke achtergrondstroming tot stand komt lijkt deze niet
het hele land door te komen. Maandagmiddag zorgt zeewind en een
aanlandige wind nabij het thermisch laag er waarschijnlijk voor dat de
wind in een groot deel van het land naar het west/noordwesten draait en
tijdelijk mogelijk wat vlagerig wordt.

BEWOLKING:
Bij de occlusie lokaal wat stratus, vooral boven zee en a.g.v. stuw
mogelijk ook in de Limburgse heuvels. Vanochtend nog Cu/Sc, daarna
drogen de profielen uit en volgt een tamelijk onbewolkte periode.

NEERSLAG:
Bij de occlusie zeer lokaal lichte motregen (coalescentie), valt uit een
2000-3000 vt dikke verzadigde laag. Stelt nauwelijks iets voor.

ZICHT:
Er is nog een kleine kans op grondmist of een mistbank vannacht, met
name bij en zuid van de occlusie in opklaringen. In de nacht naar
maandag geldt dit vooral voor het noorden. Zie Ha40-EPS en TAFg.

TEMPERATUUR:
Maandag aanzienlijk warmer dan vandaag met op veel plaatsen tropische
waarden. Het hittegolfgetal van Tijm (Som van aaneengesloten dagen
Tx-25>0) is in het zuidoosten opgelopen naar 122 en hoger. Hiermee is de
eerste plaats een feit. Dit is vooral te danken aan de lange duur van
deze periode, inmiddels 23 dagen. De gemiddelde dagbijdrage is namelijk
5,3 en lager dan de vorige koploper. 22 juni - 9 juli 1976 had gemiddeld
6,6 over 18 dagen. Naar verwachting komen er nog minimaal 5 dagen bij en
wordt het record aanzienlijk aangescherpt.



Paraaf meteoroloog: aberson
Bron: KNMI