Guidance modelbeoordeling voor Nederland

04-08-2018 10:40
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 06 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot zondag 05 augustus 2018 24.00 locale tijd

Opgesteld op zaterdag 04 augustus 2018 om 11.27 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een langgerekte gordel van hogedruk strekt zich uit van de Azoren tot
over de Duitse Bocht. Aan de oostflank van dit hogedrukgebied is in onze
omgeving sprake van een noordelijke stroming. Een zwakke frontale zone
boven het noorden en westen van het FIR gebied trekt langzaam zuidoost
en wordt steeds minder significant. Restanten van de frontale zone (in
de vorm van een occlusie met wat lagere bewolking) trekken vanaf het
einde van de avond via het noorden van het land zuidwaarts en verlaten
het zuiden aan het begin van de ochtend. Kort daarop passeert een tweede
occlusie (alleen nog herkenbaar aan een gradient in de dauwpunten).
Zondag vormt zich een apart hogedrukcentrum net west van ons land. In de
loop van de dag komt het hogedrukgebied boven de wadden te liggen. De
stroming wordt dan noordoostelijk. De aangevoerde lucht is op zondag
iets minder warm dan vandaag.

MODELBEOORDELING:
De dagelijkse gang in de temperatuur is in deze van oorsprong polaire
lucht over het algemeen wat groter dan de modellen berekenen, zeker ten
opzichte van HIR/EC.
De stratus die in het FIR gebied zichtbaar is komt ook tot uiting in
alle modellen. De zwakke neerslagsignalen die de modellen berekenen
boven zee en, in het geval van Hir/EC ook boven land, worden alleen zeer
lokaal momenteel boven het noorden van het FIR gebied gemeld. Tevens
berekenen Hir en EC vanmiddag lokaal lichte regen uit een wat forsere Cu
boven land, gezien de verticale ontwikkeling die mogelijk is volgens de
progtemps lijkt dit niet waarschijnlijk. De stratus die met name door
Ha36 morgenochtend in Limburg wordt berekend lijkt wel reëel gezien de
noordelijke wind daar.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Een sterke dagelijkse gang met een duidelijk signaal voor een wat meer
vlagerige wind in de loop van de middag en begin van de avond. Mede
geholpen door wat kou-advectie achter het zwakke koufront.

BEWOLKING:
In het noordelijk FIR gebied op meerdere plekken stratus. Tevens boven
zee en boven het uiterste noorden en westen van het land enkele velden
SC/AS. Door dagelijkse gang en subsidentie lost deze bewolking
landinwaarts op. Landinwaarts ontstaat tevens op meerdere plekken Cu
bewolking. Op passage van de restanten van beide occlusies Sc bewolking
en, naarmate deze zone verder landinwaarts trekt en de lucht wegens
dagelijkse gang is afgekoeld, neemt de kans op lage SC of St toe. De
kans op St is in de Limburgse heuvels het grootst wegens stuw. Na
passage van de occlusies is St niet meer mogelijk. Wel is er na passage
nog wat Cu/Sc bewolking aanwezig. Morgen overdag lost de dan nog
aanwezige bewolking grotendeels op wegens subsidentie. Cu kan zich nog
wel vormen, maar naarmate de kolom verder opwarmt en uitdroogt verdwijnt
de Cu ook weer grotendeels.

NEERSLAG:
Zeer lokaal lichte regen bij de frontale zone boven zee. Op de
occlusierestanten mogelijk ook boven het noorden van het land zeer
lokaal lichte regen. Morgen droog.

ZICHT:
Er is nog een kleine kans op een mistbank, dan moet het wel nog opklaren
voordat de tweede occlusie (en daarmee de lagere dauwpunten) is
gearriveerd.

TEMPERATUUR:
Zondag is de aangevoerde lucht een fractie minder warm dan vandaag, Tx
bereikt dan vrijwel nergens tropische waarden.



Paraaf meteoroloog: schaikm
Bron: KNMI