Guidance middellange en lange termijn

24-07-2018 02:00
Guidance middellange en lange termijn

Opgesteld door het KNMI op dinsdag 24 juli 2018 om 02.58 uur

Geldig van donderdag 26 juli tot dinsdag 07 augustus

Synoptische ontwikkeling:
Op hoogte wordt er met een zuidelijke stroming steeds warmere lucht
aangevoerd aan de oostzijde van een hogedrukgebied. Spoedig ontstaat er
op 500 hPa een smalle gordel van hoge geopotentiaal die zich uitstrekt
van het Iberisch Schiereiland naar Finland. Hierdoor is de bovenstroming
niet heel krachtig, maar met het opdringen van een Atlantisch
lagedrukgebied neemt deze net ten westen van ons land wel in kracht toe.
Aanstaande zaterdag passeert er een koufront. Daarna ontwikkelt er een
grootschalig drukpatroon dat we al tijden zien, een gordel van
hogedrukgebieden vanaf de Azoren richting Noord-Scandinavi? via de
Britse Eilanden. Een koufront nadert op dinsdag, maar weet ons land niet
te bereiken. Bovendien vindt er frontolyse plaats als er in de
bijbehorende hoogtetrog een apart laag afsnoert dat vervolgens richting
het Iberisch Schiereiland koerst. Lagedrukgebieden boven het zuidelijk
deel van Europa lijken af en toe invloed te kunnen uitoefenen op ons
weerbeeld in de vorm van enkele (advectieve) onweersbuien.

Modelbeoordeling en onzekerheden:
Grootschalig gezien laten de EC-clusterscenario's t/m +360 (5 augustus)
voortdurend slechts blokkades zien boven Europa. Met name boven
Noord-Europa is een grote positieve anomalie te zien in de 500 hPa
geopotentiaal. Dit is nog steeds in lijn met de EC-maandverwachting van
maandag j.l., die nog enkele weken positieve temperatuurafwijkingen van
3-6?C voorziet in ons land en voor komende week in het zuidoosten zelfs
afwijkingen van 6-10?C berekent. Dat laatste zien we al een aantal runs
duidelijk terug. In het oosten van het land is de kans op 34-36?C in de
tweede helft van de week circa 50%. De minima komen in de nachten dan
niet meer beneden de 20?C en met name de nachten naar vrijdag en naar
zaterdag lijkt de afkoeling z'n betekenis nauwelijks waardig. Het
waarschuwingscriterium van 3 dagen op rij Tx>30 en Tn>18 wordt op basis
van deze run vrijwel zeker gehaald in het oosten en zuidoosten. Ten
opzichte van het zomerweer van de laatste weken/maanden zal komende week
in veel opzichten anders aanvoelen. Een manier om het te duiden is door
te kijken naar de zogenaamde Wet Bulb Globe Temperature, een van de
meest gebruikte hittestressindices. De WBGT is een waarde die probeert
in te schatten wat het effect is van temperatuur, luchtvochtigheid,
windsnelheid en zonnestraling op mensen. Het blijkt dat ten opzichte van
gisteren de WBGT donderdag a.s. een graad of 3 hoger ligt in het oosten
van het land. De benaderde waarde van circa 25/26?C ligt nog beneden de
voorgeschreven grenzen (die rond 29?C liggen, een waarde waarbij het
goed is om te overwegen je aan te passen aan de omstandigheden.). Dit is
voornamelijk toe te schrijven aan een grote dauwpuntsdepressie van circa
20?C. In het westen van het land is deze kleiner, maar wordt het weer
minder warm waardoor de WBGT niet veel afwijkt van de waardes in het
oosten. Wel is het zo dat deze waardes voor binnen, of buiten in de
schaduw gelden. Nemen we directe zonnestraling ook mee dan wordt de
grens van 29?C wel degelijk overschreden (bij een Tx van 36?C komen we
zelfs uit boven de 32?C qua WBGT). De grootste hitte lijkt iets
getemperd te worden, maar een echte omslag blijft ver weg. Het
hittegolfgetal van Tijm wordt berekend door van de reeks van dagen met
een maximumtemperatuur boven de 25 graden alle waarden boven de 25
graden bij elkaar op te tellen. Een temperatuur van 25,6?C draagt 0,6
bij aan het hittegolfgetal, een temperatuur van 31,2?C draagt 6,2 bij.
De nummer 1 in de ranglijst is de hittegolf die eindigde op 9 juli 1976
met een hittegolfgetal van 96,3 in De Bilt. In het zuidoosten en oosten
lagen die waardes nog flink hoger. Op basis van dit EPS is de kans op
een top3-notering voor de Bilt nu ongeveer 15%, in het oosten 65%.
Kijken we naar de droogte dan gaat het recordjaar 1976 dinsdag of
woensdag gepasseerd worden. Door de toenemende warmte verdampt er nog
meer vocht. Weliswaar nemen de neerslagkansen toe, gemiddeld verdampt er
volgens het EPS in het oosten zo'n 30 mm t/m 5 augustus, terwijl in die
zelfde periode door de meerderheid van het ensemble nauwelijks 10 mm
regen verwacht wordt. Ook deze run laat nu fronten doorkomen. Niet
alleen in de oper gebeurt dat, maar ook in een groter deel van het
ensemble. Dat wil echter niet zeggen dat er een einde komt aan de warmte
en droogte.

Samenvatting meerdaagse-periode:
Zonnige perioden. Tropisch warm met landinwaarts maxima tussen 30 en
35?C. De minima komen op veel plaatsen niet meer beneden de 20?C. In
stedelijke gebieden liggen de temperaturen zowel overdag als 's nachts
nog enkele graden hoger. Aan de kust is er in de tweede helft van de
middag kans op iets lagere temperaturen door wind van zee. Vanaf
zaterdag kans op regen en/of onweer en minder heet.

Samenvatting EPS-periode:
Aanhoudend zomers tot tropisch warm (met name in het oosten en
zuidoosten), maar wel af en toe een kleine kans op onweersbuien.



Paraaf meteoroloog: schaikm
Bron: KNMI