Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 18 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot dinsdag 07 juni 2016 24.00 locale tijd

Opgesteld op maandag 06 juni 2016 om 23.46 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een klein hogedrukgebied ligt vrijwel stationair net ten oosten van de
Engelse oostkust. Boven Frankrijk bevindt zich een vlak (thermisch)
laag. Hierdoor is de stroming noord tot noordoost. Een N-Z
georiënteerde vore, met bijbehorende Theta-w rug boven
Sleeswijk-Holstein richting Luxemburg, trekt langzaam naar ons land en
kantelt wat waardoor de oriëntatie meer NO-ZW wordt. De vore komt
vervolgens dinsdagmiddag boven de zuidoostelijke helft van ons land te
liggen. In de bovenlucht is een hoogterug aanwezig. Dinsdag overdag
vlakt de hoogterug af en nadert vanuit het zuidwesten een zwakke
kortgolvige hoogtetrog, hierdoor wordt de bovenstroming wat minder
anticyclonaal, maar overtuigend cyclonaal wordt deze niet. In de loop
van dinsdag wordt de atmosfeer stabieler als gevolg van uitbreiden van
het Noordzee hoogje. De thermische trog verplaatst zich dientengevolge
zuidoostwaarts en verlaat het zuidoosten dinsdag op woensdagnacht. de t
er van het noordwesten stabiliteit uit In de grenslaag is er weinig
stroming met vannacht een stabiele opbouw en overdag wordt door
instraling de opbouw weer (diep) onstabiel.

MODELBEOORDELING:
Aandachtsgebieden zijn de convectie en de grenslaagperikelen. Morgen
moet de convectie vooral rond de convergentiezone in de vore
plaatsvinden. De exacte positie van de vore lijkt tamelijk consistent in
de diverse modellen, uItzondering is Harmonie-PAR die de neerslag veel
oostelijker berekent. Wat betreft de grenslaag hebben de modellen nog
steeds moeite de ST-velden op de Noordzee te beschrijven. Hirlam
vochtvelden (RH) zijn behoorlijk bruikbaar.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Convectieve windstoten zouden puur door waterloading en
verdampingsafkoeling moeten komen. HARMONIE geeft vaak goede indicatie
van maximaal haalbare. Komt niet boven de 41 kn.

BEWOLKING:
Boven het noorden van de FIR komt een groot ST-veld voor, boven de
Duitse Bocht stratus en ook mist. Dit veld blijft net buiten de
landsgrenzen. Verder bij de convectie over het algemeen geïsoleerde
CB's, toppen rond FL400. Dinsdag wat meer geclusterde CB's door de
convergentiezone in de vore en wat meer diepe windschering.

NEERSLAG:
Dinsdag is er meer 0-6 km windschering in de Theta-w rug, zo tegen de 20
knopen dan vandaag (was orde 10-15 knopen). Organisatiegraad lijkt dus
wat groter te zijn dan vandaag.
Zwakke bovenstroming, orde 5 à 10 kn of minder op 700 hPa. Onderin
oost- tot noordooststroming, bovenin meer westelijk. Enige forcering is
mogelijk op convergentielijn in de thermische vore. Dinsdag om 15 UTC
een band met (45-60)*1000 boven het zuiden en oosten van het land. Kans
op lokaal hagel > 2 cm lijkt groot. Alle modellen hebben een duidelijk
convectief signaal. HARMONIE Graupel toont morgen boven NL een signaal
vergelijkbaar met wat we vandaag boven de Ardennen zagen. Convectieve
modus: Multicell
Vandaag zagen we zuid van Limburgse heuvels een cel met > 70 mm in
enkele uren tijd op de radar. Dinsdag komt HARMONIE met meerdere
plaatsen > 20-40 mm/uur en lokaal > 40 mm/uur. Aangezien de buien maar
zeer langzaam bewegen zijn zeer lokale uursommen van 50 mm mogelijk,
maar vaak komt zoiets natuurlijk niet voor. Waterinhoud van 30-35 mm is
hoog, maar niet extreem hoog.

ZICHT:
Vannacht boven land hier en daar nevel, morgenochtend snel oplossend.
In buien slecht zicht, in een zware bui kan dat best een keer minder dan
1500 m zijn morgen. Buiten buien goed

TEMPERATUUR:
DMO van Hirlam en HARMONIE geven prima indicatie, EC net wat te koel
waarschijnlijk.



Paraaf meteoroloog: debie
Bron: KNMI